Algemene informatie over rijstvogels :
Pop Man
Poppen hebben een wat meer puntige snavel (zie links op de foto) Mannen hebben een iets kortere stomper snavel die aan de onder meer afgerond is (zie rechts op de foto)
Het verteringsstelsel van vogels is een complex geheel van organen die het voedsel mechanisch en chemisch bewerken. Vogels hebben geen tanden, dus hebben ze een spiermaag waar het voedsel wordt vermalen.
Een vogel bevordert het proces van malen door steentjes in te slikken. Deze stenen blijven achter in de spiermaag en zorgen ervoor dat een vogel voedsel beter op kan nemen.
De steentjes moeten scherp zijn voor een optimale maalfunctie. Scherpe maagkiezel is een goede oplossing. Dit is een fabrieksproduct dat ontstaat na het afbreken van grind. De kiezel zorgt voor een optimale vermaling van het voer. Na een tijdje wordt de kiezel in de maag weer glad en rond en verlaat het de maag.
Voor de meeste van de gehouden siervogels is vogelgrit voor een gezonde spijsvertering onontbeerlijk.
De vogelmaag bestaat uit 2 delen: een kliermaag, waar in zijn geheel opgenomen korrels enzymatisch worden voorverteerd. Het tweede deel is de spiermaag, waar de voorverteerde korrels met behulp van de opgenomen maagsteentjes, die als molenwieltjes functioneren, in fijne, verteerbare bestanddelen worden gemalen.
Tekeningspatroon:
De tekeningsonderdelen van de gedomesticeerde wildkleur rijstvogel zijn:
Het tekeningspatroon van de kop is vastgelegd in diverse tekeningsonderdelen. Te herkennen zijn bovenkoptekening, oogstreep, snavelstreep, keelvlek, wangvlek en de wangstreep, te weten.
• Bovenkoptekening:
De bovenkoptekening loopt vanaf de inplant van de bovensnavel over de voor- en achterschedel tot in de nek en vormt een geheel met de teugel. In de nek is de afscheiding met het rugdek regelmatig en scherp.
• Oogstreep:
Aansluitend op de bovenkoptekening begint aan de achterzijde onder het oog de oogstreep. De oogstreep loopt onder langs het oog en de teugel, waarmee het een geheel vormt, richting snavelbasis Aan de onderzijde van het oog is de oogstreep minimaal doch scherp en regelmatig aanwezig.
• Snavelstreep:
De snavelstreep loopt langs de zijkant van de ondersnavel en is scherp en regelmatig aanwezig. Aan de bovenzijde gaat de snavelstreep over in de oogstreep, aan de onderzijde grenst de snavelstreep aan de keelvlek.
• Keelvlek:
Vanaf de basis van de ondersnavel loopt de keelvlek tot aan de onderzijde van de keel. De overgang van de keel en borst is scherp en regelmatig. Aan de zijkanten grenst de keelvlek aan de wangvlek.
• Wangvlek:
De wangvlek loopt vanaf de snavelstreep en zijkant van de keel richting wang. Aan de bovenkant wordt de wangvlek begrensd door de oogstreep. Vanaf de achterzijde van de oogstreep loopt de wangvlek met de bovenkoptekening mee richting wangstreep. Alle begrenzingen van de wangvlek zijn regelmatig gebogen en scherp van aftekening.
• Wangstreep:
Langs de onderzijde van de wangvlek loopt de wangstreep. De wangstreep loopt in een regelmatig gebogen lijn van de onderzijde van de keelvlek tot aan de achterzijde van de wangvlek en bovenkoptekening. Aan de onderzijde vormt de wangstreep een regelmatige en scherpe afscheiding. De wangstreep bestaat uit veren, welke deel uitmaken van de rand van de wangvlek. Zo'n veer is dan ook wit en bevat alleen aan de top een zwarte rand. De zwarte rand vormt de wangstreep.
• Overgang borst - buik:
De kleurscheiding tussen de borst en buik verloopt middels een regelmatig gebogen lijn van vleugelbocht naar vleugelbocht en zorgt op deze manier voor een strakke kleurscheiding tussen de helder grijze borst en de grauwbeige met paarse waas gekleurde buik.
afkomstig van de website van
bron. jvc
RIJSTVOGEL
Familie : Lonchura
Geslacht : Lonchura
Nominaat : Oryzivora
Latijnse naam : Lonchura oryzivora
Franse naam : Padda du riz
Engelse naam : Java Sparrow
Duitse naam: : Reisfink
Soorten : Ja
Mutaties : Ja
Lengte : 15 cm.
Ringmaat : 3.2 mm.
Standaard keuring : Ja
Land van herkomst: Indonesië/Java
OMSCHRIJVING RUBRIEKEN
RUBRIEK 1 - TYPE
Relatief forse vogel; de borst moet tamelijk "vol" zijn en van voren gezien een goede ronding hebben.
De nek- rug- staartlijn dient nagenoeg recht te zijn.
De borst- buikvorm dient vanaf de hals tot aan de staartinplant een regelmatig gebogen lijn te vormen, goed van
volume en zonder storende afwijkingen.
De kop moet een regelmatig gebogen lijn vormen, met het oog centraal ten opzichte van de schedel.
Een erg platte kop zal storend werken, evenals een te erg lompe snavel.
Maximaal te behalen voor deze rubriek 28 punten.
RUBRIEK 2 - Grootte:
Lengte gemeten van snavelpunt tot het uiteinde van de staart, deze moet minimaal 15 cm. zijn
Maximaal te behalen voor deze rubriek 4 punten.
RUBRIEK 3 - Houding: De vogel moet een rustige houding aannemen, en dient recht op de poten te staan met
het lichaam vrij van de zitstok. De vogel dient de vleugels gesloten langs het lichaam te dragen, en de
vleugelpunten moeten op de stuit aaneensluiten. Afhangende en gekruiste vleugels zijn een ernstige fout.
Ook mag de vogel niet met doorgezakte poten op de zitstok zitten.
Maximaal te behalen voor deze rubriek 9 punten.
RUBRIEK 4 - Kleur
Zie voor deze onderdelen de standaard kleurslagen.
Maximaal te behalen voor deze rubriek 24 punten.
RUBRIEK 5 - Tekening
Zie voor deze onderdelen de standaard kleurslagen.
Maximaal te behalen voor deze rubriek 14 punten.
RUBRIEK 6 - Bevedering: Deze moet strak en aaneengesloten worden gedragen, ook dient deze
ongeschonden en compleet te zijn. Let vooral op gebroken, of het niet aanwezig zijn van vleugel- en
staartpennen. Tevens moeten alle vleugeldekveren compleet zijn. Ruipunten mogen niet voorkomen.
Door onvoldoende training is het verenpakje vaak beschadigd.
Maximaal te behalen voor deze rubriek 9 punten.
RUBRIEK 7 - Conditie:
Een goede lichamelijke conditie is een eerste vereiste. Wanneer de vogel niet in optimale conditie verkeerd, zal
hij nooit voor een hoge waardering in aanmerking komen. De vogel moet een gezonde indruk maken en helder
uit de ogen kijken. De bevedering dient schoon te zijn, ook rondom de anus.
Lichamelijke gebreken en tekortkomingen mogen niet voorkomen.
Poten: Deze moeten ongeschonden, recht en stevig zijn zonder aanwezigheid van ruwe delen, of
vergroeiingen. Aan elke poot zijn drie tenen naar voren en een naar achteren gericht, deze moeten alle vier zijn
voorzien van een iets gekromde en onbeschadigde nagel, van de juiste lengte.
Snavel: Voor de soort enigszins fors, maar moet ook niet te groot zijn, en zonder vergroeiingen en/of
beschadigingen. De lijn boven snavel / schedel moet een vloeiend verloop hebben.
Vaak zal bij de poppen de snavel iets fijner van model zijn.
Maximaal te behalen voor deze rubriek 4 punten.
ALGEMENE KEURTECHNISCHE AANWIJZINGEN:
We dienen bij deze vogels vooral aandacht te besteden aan het formaat en het type.
Vooral een te zware (doorgezakte) borst of achterlichaam, dat meestal bij te "vette" vogels voorkomt, dienen we
te bestraffen in rubriek 1 bij "Type".
Let ook op de vorm van de snavel, deze mag ook niet te lomp zijn. Bij de poppen kan deze ook meestal lichter
van kleur zijn, evenals de oogringen.
Een beschadigd verenpakje komt vaak voor door onvoldoende training.
Ook de mutanten moeten aan de bovengestelde eisen voldoen.
Wetenswaardigheden.
|
|
Grootte broedkooien |
Minstens 400x400x400 mm groot beter is wat groter i.v.m. de nogal grote nesten met jongen. |
Broedduur |
Gerekend vanaf het eerst gelegde ei ca 21 dagen |
Jongen zelfstandig |
Na ca 14 tot 17 dagen gerekend vanaf het eerst uitgevlogen jong |
Levend voer |
Sommige rijstvogels eten diepvries Pinky’s en geknipte meelwormen moeten ze leren eten |
Nestmateriaal |
Hooi als basismateriaal daarbij kokosvezel om het af te maken
|
Ringmaat |
Als ringmaat gebruik ik 3,5mm ringen omdat mijn vogels nogal dikke poten hebben, wat kleinere vogels kunnen met3,2 mmgeringd worden. |
Wanneer ringen |
Is afhankelijk van de pootdikte en gebruikte ringmaat als stelregel kun je aanhouden als de eerste veerstoppels doorkomen dan ringen.
|
Hoeveel in een kooi of volière |
Als je kleurkweek wilt toepassen per koppel in een broedkooi, in volière altijd oneven koppels, dus 3-5 of 7 koppels |
Verschil man en pop |
Zie rubriek veelgestelde vragen |
Leeftijd broedrijp |
Mannen vanaf ca 8 maanden, poppen liefst overjarig |
Wanneer op kleur |
Dit is afhankelijk van huisvesting, voeding en temperatuur, als alles goed gaat met ca 3 maanden op kleur. (binnen gehuisvest bij minimale temperatuur van 18 graden en een daglichtlengte van ca 14 uur) Vogels die in het najaar geboren worden zullen pas na de winter op kleur komen. De dagen worden korter en dan trekken ze hun warme jasje niet uit en zullen dus pas in het voorjaar gaan ruien en op kleur komen. |
Tam maken |
Is mogelijk, dan zul je handvoeding moeten toepassen zoals dat in Japan gebruikelijk is |
Man pikt pop kaal |
Geef ze een nestkast, meestal zijn ze broedrijp |
Nestkast weg na uitvliegen jongen |
Meestal legt de pop op de dag dat de eerste jongen uitvliegen al weer een ei, ik laat dit legsel liggen en haal alles weg als de jongen zelfstandig zijn. Dan maak ik het nest schoon en geef opnieuw nestmateriaal |
Hoe krijg ik grote rijstvogels Zoals in Apeldoorn ? |
Door selectie en voeding, wat niet wil zeggen dat je uit een wat kleiner vogeltje geen grotere vogels kunt kweken. Erfelijke eigenschappen spelen ook een rol. |
Jongen worden uit het nest gegooid |
Meestal worden ze er niet door de ouders uitgegooid, maar doordat rijstvogels nogal schuw en onstuimig kunnen zijn verlaten ze het nest nogal snel en slepen dan de jongen mee het nest uit. Dit komt vaak alleen voor bij te ondiepe nestkasten. |
Hoeveel eitjes leggen ze ? |
Een goed uitgegroeide pop kan 6 tot 9 eitjes in een legsel hebben |
Hoeveel koppels in een volière |
Altijd lastig, hoe groot is de volière, wat voor soort andere vogels zitten erbij enz. Als stelregel hou ik aan 1 koppel per m3 dan hebben de jongen ook nog ruimte. |
Mijn witte vogels hebben een grijze driehoek op hun rug, wordt dit nog wit? |
Veel rijstvogels worden via bont gekweekt, deze hebben in het nest vaak een grijs zadel wat na de eerste rui in principe weg is |
Wanneer kan ik mijn rijstvogels naar buiten doen |
Als ze binnen zijn gehuisvest geweest in principe zo’n beetje half mei. Komen ze bij een kweker buiten vandaan dan kunnen ze direct weer naar buiten, het beste eerst een paar dagen in het nachthok zodat ze water en voer kunnen vinden en aan de temperatuur kunnen wennen. |
Planten in de Volière |
Kan in principe rijstvogels zijn niet zulke plunderaars wat planten (struiken met een hard blad) betreft, zorg alleen ervoor dat ze niet giftig zijn. De normale tuinplanten zijn niet geschikt daar ze als groenvoer worden gezien. Struiken als hulst, skimmia en enkele hedera soorten zijn geschikt. |
Jongen gaan dood |
Vaak duid dit op luis in of bij het nestkastje, een enkel keer komt het wel eens voor dat een darmstoornis de oorzaak is door nat weer of te eiwitrijke voeding. Beschimmeld eivoer s’zomers kan dan ook de oorzaak zijn. Vogels die door japanse meeuwen zijn groot gebracht kunnen besmet zijn met campilobacter wat een typische japanse meeuwen kwaal is die we ook kennen van de Australische prachtvinken die door meeuwen zijn groot gebracht. |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Erstelle deine eigene Website mit JouwWeb