Nieuwsbrieven zlr

 

 Nieuwsflits 1, april 2012


De donkerbuik agaat zilverbek.
Eind april 2004 trof ik tussen één van de laatste groepen geïmporteerde zilverbekken een erg bleek gekleurd
exemplaar aan. De vogel werd aangeschaft met het doel te onderzoeken waardoor de kleurafwijking was ontstaan.
Het was een erg jonge vogel. Na korte tijd kreeg ik het
vermoeden dat de kleurafwijkende zilverbek een pop was.
Ondanks een hele rij met pogingen lukt het kweken totaal
niet. Er was voor geen enkele partner belangstelling. Op
zeker moment besloot ik de bleek gekleurde pop maar in
een vlucht te zetten. Een vlucht met jonge zilverbekken,
met het idee er na een half jaar wel weer eens een poging
tot kweken mee te wagen. Het duurde tot maart 2006 toen
ik haar in een vluchtje met enkele “rest” tropen had gezet.
Op zeker moment viel mij op, dat ik haar steeds vaker
samen met een donkerbuik bruine man zag optrekken.
Kennelijk klikte het nu wel. Dus een broedkooi was toen
snel vrijgemaakt. Na een week werd gebouwd aan een nest
in een half open nestkastje en weer enkele dagen later was er het eerste ei. Mijn madame bleek dus echt van het
vrouwelijk geslacht te zijn. Het eerste nestje van 4 eieren was onbevrucht. Het tweede nestje leverde vijf
bevruchte eieren en ook vijf jonge zilverbekken op. Drie wildkleur vogels en twee bruine. Omdat de bruin mutatie
geslachtsgebonden en recessief vererft waren dat twee dochters. De wildkleur jonge zouden waarschijnlijk mannen
zijn. Dit bleek later ook. Het kweek seizoen daarna werd er meer duidelijk. Ik had het vermoeden dat er een
beperkte reductie van het zwarte pigment (het eumelanine) en behoorlijk reductie van het bruine pigment(het
phaeomelanine) was ontstaan in de bleke vogel. Al snel werd toen de relatie met de bleekrug zebravink gelegd. De
reductie van het pigment komt overeen. Dit zou wijzen op een geslachtgebonden en recessieve mutatie. Ook zou er
dan een koppeling kunnen zijn met de ino mutatie. Om het risico te spreiden had ik Pieter v. d Hooven uit Zwolle een
jonge man beschikbaar gesteld. Pieter kweekte uit deze man gepaard aan een ino pop inderdaad bleekrug mannen. Ik
zelf kweekte met de bleke moeder maal een zoon. Zowel uit de kweek bij Pieter als bij mij werd duidelijk dat het
inderdaad een mutatie betrof overeenkomstig de bleekrug zebravink.
Al snel gebruikte we deze naam ook voor de mutatie. Achteraf gezien
was dit niet zo handig. Beter is het de mutatie daadwerkelijke te
noemen in de naamgeving. Gelukkig doet de tijd zijn werk. Inmiddels is
door de naam agaat te gebruiken deze al behoorlijk ingeburgerd.
Wanneer het nieuwe vraagprogramma van de NBvV gaat gelden zal de
naam ook daar in agaat worden aangepast.
Omdat de stammoeder uiteindelijk in een donkerbuik bruine man een
partner vond werd in de nakweek al snel de donkerbuik agaat geboren.
Dit bleek een wonderlijk mooie combinatie te zijn die op de
tentoonstelling al snel in belangstelling stond. Nog steeds is deze
kleurslag vol in ontwikkeling. Vooral de mannen tonen al een mooi
diepgekleurde buik. Door kweekselectie zal de buik nog egaler van kleur kunnen worden. Ook de kleurscheiding met
de borst en flanken kan nog regelmatig .
De vleugelranden kleuren pas volledig nadat de pennen geruid zijn. Jonge vogels tonen nog relatief lichte pennen.
Het is aan te bevelen om regelmatig goed formaat donkerbuik zilverbekken in te kweken. Hierdoor zal ook type zich
positief ontwikkelen. Daarnaast zal er voldoende pigment voor de fraaie lichaamskleur aanwezig blijven. Uit de
kweek van agaat maal ino worden agaat kleurige mannen geboren. Omdat deze mannen op één chromosoom ino
factorig zijn is de lichaamskleur lichter en voor de tentoonstelling aan de fletse kant.
Nijmegen 30 maart 2012.
Tekst en foto’s Berend Bosch.

 

Nieuwsflits 2, juni 2012


Inleiding:
Op 4 april 2012 vonden we het tijd om te inventariseren hoe de belangstelling bij de kwekers van zilver- loodbek en
rijstvogels is om zich te organiseren. Binnen de JMC, de Japanse meeuwen speciaalclub, was een plan opgeopperd om
de zilver-, loodbek en rijstvogels op te nemen als nieuwe doelgroep. Wat dit plan nu exact voor de JMC zou gaan
betekenen was onbekend. Het opzetten van een E-mailgroep zou helderheid kunnen bieden. De mailing die op 4 april
verspreid werd onder een aantal liefhebbers van zilver-, loodbek en rijstvogel bracht veel reactie. Veel meer dan
verwacht. We beloofde als tegenprestatie bij 50 deelnemers een kwekerslijst uit te brengen. Exact één week na de
start wat het zover dat we de 50 deelnemer registreerde. We stelde in de dagen daarna de eerste kwekerlijst op.
De aanwas van deelnemers is afgenomen maar nog steeds blijven zich liefhebbers van deze vogels zich melden.
Inmiddels hebben we 110 deelnemers geregistreerd. De tweede versie van de kwekerslijst treft je bij deze
nieuwsflits als bijlage aan.
Een korte eerste analyse.
Het is een goed moment om een eerste analyse te maken van de gegevens die we hebben verzameld.
• Er hebben zich liefhebbers ingeschreven vanuit Nederland , België, Frankrijk en Engeland.
• Zover we kunnen herleiden heeft 93 procent van de deelnemers een kweeknummer van de NBvV.
• Het aantal deelnemers aan de E-mailgroep dat lid is van de JMC is 36.
• Van de deelnemers aan de E-mailgroep is 30 ofwel 27% keurmeester. De meeste bij de NBvV
• 42 dit is 38% van de deelnemers is liefhebber van rijstvogels.
• 63 dit is 57% van de deelnemers is liefhebber van zilverbekken,
• 31 dit is 34% van de deelnemers is liefhebber van loodbekken.
De verdeling van de E-maillijst liefhebbers over de provincies geeft het onderstaande beeld.
Groningen 9 Friesland 4
Drenthe 4 Overijssel 5
Gelderland 16 Utecht 7
Flevoland 2 Noord Holland 6
Zuid Holland 17 Zeeland 4
Brabant 18 Limburg 8
Belgie 8 Frankrijk 1
Engeland. 1
Het pastel grijze loodbekje
Van Hans de Vries kregen we een foto van het pastel grijze
loodbekje beschikbaar gesteld. Hans heeft de vogel gefotografeerd
bij Joop Lettinga, de kweker, en één van de deelnemers aan de
E.maillijst.
De combinatie is goed herkenbaar en laat nog maar weer eens zien
dat de ontwikkeling binnen deze groep vogels niet stil staat.
De opaal rijstvogel:
Tenslotte hebben Henk de Vos uit Utrecht bereid gevonden zijn kweek met de opaal mutatie bij de rijstvogel nog
eens voor ons uit te schrijven. Henk schrijft het volgende:
“Maar eerst even het ontstaan van de OPAALFACTOR deze is zoals elke
kleur meestal ontstaat door een mutatie ontstaan. Deze is in 1991 in
Nederland, bij een zekere Hr. de Vos (ondergetekende dus) die een bont
vogeltje aanschafte vastgelegd. De eerste vogels waren ook zeer bont
van kleur en er moest erg veel aan verbeterd worden. In Onze Vogels van
augustus 1993 heb ik toenmaals omschreven hoe ik deze mutant heb
vastgelegd. De erkenning van de benaming opaal heeft lang geduurd en
moest door een goede lobby en argumenten worden onderbouwd. De
OPAALFACTOR houdt een verandering van de ligging van het eumelanine
in en een reductie van het phaeomelanine. Zo dat was even een
binnenkomertje, voor sommigen misschien wat moeilijk te begrijpen maar
ik zal straks proberen uit te leggen waarom.
Als we nu op vele hokken en tentoonstellingen kijken dan is er in korte
tijd toch ontzettend veel gebeurd. Er zijn veel goede kweek- en
Tentoonstelling resultaten bereikt, (zelfs al een keer wereldkampioen)
maar zeer zeker de bevederingstructuur is een stuk verbeterd. De
periode dat iedereen Opaal x Opaal kweekte is hopelijk voorbij, want na
een jaar of twee kwamen vele kwekers erachter dat dit toch niet zo’n
goede paring was(ik had het ze wel verteld, maar ja we willen zoveel
mogelijk mutanten kweken toch). Veren gingen krullen, vooral bij de wat
oudere vogels, zoals dit ook bekend was bij de opaal kleurkanarie die
jarenlang met slecht aansluitende bevedering te kampen had. Waarom nu de naam “OPAAL", deze is zeker niet
zomaar gegeven. De naam stamt af van een bepaalde edelsteen en is meer een kleuruitdrukking die juist door zijn
doorschijnende werking zichtbaar wordt. Deze wordt niet gebaseerd op een directe maar op een indirecte
waarneming van de kleur. Men krijgt bijna altijd een "NIET VOLLEDIGE BLAUWUITING" die veroorzaakt wordt
door de lichtinval op het zwarte eumelanine. De meeste melanine ligt verzonken in de kern van de baarden en aan de
onderzijde van de veer, dit is in wezen een veranderd kleurbeeld van de zwarte eumelanine, wat wordt veroorzaakt
door een wijziging van de bevederingstructuur. Pfff alweer een mond vol.
Wat zijn de feiten van de Opaal factor, als
eerste de opaal heeft een blauwgrijze kleur.
Hoe komen we dan aan deze kleur ? Simpel dit
komt door een veranderde ligging van de
melanine, en de verdringing van het
phaeomelanine. Bij de opalen ligt een deel van
de melanine niet rondom de kern van de
veerbaardjes, de mergcellen, gegroepeerd maar
in de kern verzonken. Rondom deze kern ligt een
filterzone die een soort reflex te weeg brengt
waardoor het zwarte eumelanine een blauwgrijs
kleurkarakter krijgt, en het aanwezige bruine
phaeomelanine wordt geobserveerd. Op de
buitenzijde van de veer, dus het gedeelte dat
tegen het lichaam aan ligt, heeft deze
structuurwijziging geen effect en blijft dus zwart. Enkele neveneffecten die hierbij kunnen ontstaan zijn door de
structuurwijziging van de veer, waardoor een rommelige bevedering ontstaat. Iets wat mijn inziens de laatste jaren
wel is verbeterd en we kunnen nu in 2012 wel stellen dat de opalen ook een goede strakke bevedering kunnen
hebben. Ervaring in de kweek is wel een grote vereiste, vermijd in elk geval losse bevedering. Daar de opaalfactor
ook een phaeomelanine verdringend vermogen heeft, zal het voor iedereen wel duidelijk zijn dat een opaalisabel
(tegenwoordig opaal maccobruin ) een bijna pigmentloze vogel is. Combineer je er de pastel factor nog eens bij dan
wordt een deel van het opaal effect weer opgeheven en komt het bruine kapje weer te voorschijn. Maar daarover
later.
Bij de opaalstructuur zien we aan de buitenkant dat deze zeer licht is gemelaniseerd. De kern is aan de onderzijde
zwaar gemelaniseerd. Ook de binnenkant bevat veel melanine. Rond de kern die sterk is gemelaniseerd, bevindt zich
een bewolkte zone met holtes, die een licht-brekingseffect hebben van de blauwe lichtstralen uit het spectrum.
Deze invallende lichtstralen worden deels door de cortex teruggekaatst, en dit nemen we als kleurloos waar. De
overige lichtstralen dringen door de cortex en door de bewolkte zone, en worden zo door de gemelaniseerde kern
geabsorbeerd. Een klein gedeelte van de blauwe lichtstralen worden door de holtes gebroken en verstrooid en via de
cortex weer teruggekaatst. Dit nemen wij als liefhebbers, samen met de reeks teruggekaatste lichtstralen op als
blauw. Dus hoe meer holtes om de gemelaniseerde kern, des te blauwer zal het effect worden. Het geheel komt
moeilijk over maar door dit enkele malen over te lezen zal het toch wel wat duidelijker worden, hoe dus de
opaalstructuur wordt veroorzaakt. Tengevolge van de structuur verandering van de bevedering wordt de kern zeer
zwaar gemelaniseerd. De haakjes bevatten zeer weinig of geen melanine en de kern omgeven met holtes, met een
lichtbrekingsindex voor de blauwe lichtstralen, veroorzaakt dus de blauwe schijn in de bevedering van de vogel. Als
je nog niet overtuigd bent, pak dan eens een vogel en bekijk de onderkant van de vleugelpennen eens, je ziet dan de
donkere schachten. Hoe donkerder deze schachten zijn hoe blauwer wij de vogel waarnemen.
De mooiste exemplaren kweek ik nog steeds uit split x split vogels, maar dan krijg je er een nieuw probleem bij.
Welke vogels van de nakweek die grijs van kleur zijn, zijn split voor opaal ? Vandaar dat ik meestal split opaal x
opaal paar (of andersom) en verkrijg dan ca 50% opalen uit en de rest is dan split opaal.
Ja dan zijn we bij de vererving van de opaal gekomen, deze is recessief en vererft onafhankelijk De opaalfactor
moet dus dubbel aanwezig zijn om tot uiting te komen in zijn verschijningsvorm. Voor de kweek kent men dus de:
a. opaal (dubbele opaalfactor) ( zichtbaar )
b. splitopaal (enkele opaalfactor) ( niet zichtbaar )
c. niet-opaal
Bij de onafhankelijke factor maakt het totaal niet uit wie van de ouders de factor draagt. Maar waar je wel op moet
letten bij het samenstellen van kweekkoppels is
1. Kweek nooit te lang opaal x opaal (opbleekfactor, bevedering enz.)
2. Gebruik zo veel mogelijk splitvogels.
3. De opaalfactor is recessief en vererft onafhankelijk (zie punt 2)
4. De opaalfactor heeft ook een bruin belettende werking. .
5. Schakel vogels met een te lange bevedering uit in de opaalkweek.
6. Een opaal kan in elke kleurmutatie gekweekt worden en kan dus split zijn voor elke nu bestaande mutatie die al
voorkomt. (mokkabruin en roodbruin, pastel, bont , topaas enz.)
Enkele parings voorbeelden zijn:
Man x Pop Zonen en Dochters kleur
Opaal x opaal gelijk aan ouders = opaal (niet aan te bevelen)
Opaal x niet opaal 100%- splït-opaal
Split-opaal x split-opaal 50%split-opaal, 25% opaal, 25% niet opaal
Split-opaal x niet opaal 50%split-opaal, 50% niet opaal”
Tot zover de 2de nieuwsflits, een fijne vakantie. De volgende nieuwsflits zal eind augustus verschijnen.

 

Nieuwsflits 3, september 2012


Inleiding:
Zoals het in het verenigingsleven gaat is het ook met een E-mailgroep. De vakantie geeft tijd voor ontspanning,
reizen en andere vermaak. De belangstelling voor onze vogelhobby is dan net even iets minder. In de groei van de
E-mailgroep is deze vakantieperiode waar te nemen. Inmiddels hebben zich 120 mensen aangesloten.
In deze nieuwsflits hebben we twee onderwerpen. Jan Kikkert heeft een prachtige donkerbuik grijze “zilverbek”
gekweekt. De eerste foto’s zijn daar inmiddels van gemaakt en die tonen we in deze nieuwsflits. Jan wilt de foto’s
graag met jullie delen. De grondlegger van dit ZLR initiatief, Anton van Spronsen, heeft zich voorgenomen pastel
mokkabruine rijstvogels te kweken. In een kort artikeltje beschrijft hij zijn fascinatie voor deze kleur en het plan
om tot de kweek er van te komen.
De pastel maccabruine rijstvogel
Aan mij, Anton van Spronsen, de eer om iets te schrijven over deze prachtige kleurslag, ik ben enorm gecharmeerd
van deze zachte beige rijstvogel met toch een contrasterende koptekening, dat is ook de rede dat ik deze kleurslag
wil gaan kweken. We beginnen met een korte omschrijving van de kleur.
Rug-en vleugeldek en arm-en handpennen: beige
Stuit,bovenstaartdekveren en staart: donkerbruin
Borst: lichtbeige
Buik,flanken en broekbevedering : warm beigebruin
Aars en onderstaartdekveren: wit
Bovenkoptekening, teugel, snavelstreep, keelvlek
en wangstreep: warm cremebruin
Wangvlek: wit
Poten: vleeskleurig
Nagels: hoornkleurig
Het geheel maakt dat we een zacht beige gekleurde rijstvogel zien
waarvan de buikkleur donkerder is dan het rugdek. De wangstreep zal bij
de pastel mokkabruine rijstvogel vrijwel niet zichtbaar aanwezig zijn
door het opbleken van het aanwezige bruine eumelanine door de
pastelfactor in samenwerking met de mokkabruin factor. Hierdoor zal de
wangstreep vaak wat minder duidelijk zijn dan bij de wildvorm. Houdt
wel rekening met het feit dat in de standaard de voorkeur uit gaat naar een scherpe voldoende brede wangstreep.
Hoe zetten we de kweek op:
We hebben te maken met twee factoren, de pastel factor die geslachtsgebonden en recessief vererft en de
mokkabruinfactor die recessief autosomaal vererft.
Omdat we de pastel mokkabruine niet vaak tegenkomen zullen we hem waarschiijnlijk zelf moeten kweken.Wat hier
na volgt is een mogelijkheid dit te realiseren. Wanneer we over een wildkleur pastel man kunnen beschikken paren
we die aan een mokkabruine pop, daaruit kweken we wildkleur pastel poppen die split zijn voor mokkabruin en
wildkleur mannen die split pastel en split mokkabruin zijn. Als we zo twee onverwante koppels op kunnen zetten
kunnen we jonge mannen die split voor mokkabruin en pastel zijn paren aan de onverwante pastel poppen die ook split
zijn voor mokkabruin. Uit deze paring zullen we o.a. pastellen die mogelijk split zijn voor mokkabruin kweken maar
pastel mokkabruin, zowel mannen als poppen. Het percentage pastel mokkabruin is niet heel hoog n.l 1 op 8. Ik kan u
vertellen het is absoluut de moeite waard.
Uiteraard zijn er meer mogelijkheden om pastel mokkabruin te kweken. Deze mogelijkheden bespreek ik niet
allemaal, maar er zijn wel een paar tips die ik u wil geven.
De vogels die we gebruiken moeten voldoen aan de noodzakelijke eisen die we aan formaat en model stellen, zoals:
- een voldoende breedte van de borst;
- de vorm van de kop mag niet te klein zijn t.o.v. het lichaam;
- de snavel past bij de kop;
- kweek verder geen pastel X pastel, dus b.v. man split pastel X
pastel of pastel man X niet pastel pop, want pastel
X pastel geeft nageslacht die veel moeilijker voldoende kleur
houden en te flets worden;
- ook opletten dat de mokkabruine die we gebruiken zo diep
mogelijk van kleur zijn vooral op de buik;
- belangrijk is ook dat de tekening scherp is,het belangrijkste is
de koptekening zoals de wangstreep;
- Let ook op de dat de keelvlek geen bont laat zien.
Zo, en nu dan aan de slag en laten we proberen om volgend jaar de tentoonstellingen te verrijken met deze
bijzonder fraaie kleurslag die we veel te weinig zien. Ik ga er mijn uiterste beste voor doen.
Anton van Spronsen
Baarlo, september 2012
De donkerbuik grijze zilverbek.
In het verleden hebben we al eens grijze zilverbekken mogen
aanschouwen. Deze kleurslag verdween daarna ook weer uit
beeld. Nu de grijze loodbek beschikbaar is ontstaat voor de
experimentele kweker ook de mogelijkheid om middels
transmutatie de grijs factor aan de zilverbek te koppelen.
Jan Kikkert uit de Krim is zo’n experimentele kweker Al snel
paarde hij De grijze loodbek aan een donkerbuik zilverbek. De
jongen die hieruit geboren, de zogenaamde F1 generatie, zijn
vogels die split zijn voor grijs en donkerbuik. Wanneer je nu
deze vogels aan elkaar paart dan zal vervolgens in de F2
generatie, in een verhouding van 1 op 16, een donkerbuik grijze
vogel geboren wordt. Door op deze wijze te kweken ontstaat
eerst een F1 generatie
die redelijk op
elkaar lijkt en eigenschappen
van de loodbek en de zilverbek toont. Wie de F1 generatie
onderling paart krijgt opnieuw te maken met de wetten van Mendel. Voor
de F2 generatie wil dit zeggen dat deze vogels onderling niet altijd op
elkaar lijken. Soms kweek je vogels die meer loodbek eigenschappen
tonen en vogels die meer zilverbek eigenschappen tonen. Je begrijpt het
al, sommige mensen hebben geluk en…. Jan is daar één van. Hij kweekte
deze zomer een vogel die en grijs was en donkerbuik en ook nog
behoorlijk op de zilverbek lijkt. Een nieuwe kleurslag en deze zal dan ook
in toekomst regelmatig op de shows te zien zijn. Maar voor nu werkt Jan
er aan om zijn stam te verbreden.
Jan succes met deze kweek en dank je dat je de foto’s met de E.mailgroep wilt delen. Op de eerste foto is de vogel
2 maanden oud. De tweede foto toont de vogel die nu geheel op kleur is. Zelf heb ik deze vogel in het daglicht mogen
bekijken. Het bruin wat de foto toont is in het daglicht minder prominent aanwezig. De grijze kleur is er dan één om
stil van te worden. Deze kleurslag belooft erg veel voor de toekomst.
Tot zover de 3de nieuwsflits. De volgende nieuwsflits zal in november verschijnen.

Nieuwsflits 4, december 2012


Inleiding:
Op dit moment is het tentoonstellingseizoen in volle gang. November is vooral de maand van de onderlinge shows.
Al een aantal keer hebben wij van collega keurmeesters gehoord dat het vooral dit jaar opvalt dat er steeds meer
kleurslagen van de ZLR-soorten geshowd worden. Dit geeft aan dat de belangstelling voor de ZLR-soorten alleen
maar groeit. Het zou mooi zijn wanneer je ook jou kweekresultaten zou laten zien in Apeldoorn tijdens vogel 2013.
Het inschrijven kan nog tot 10 december 2012. Op het volgende internetadres tref je alle informatie en kun je ook
inschrijven. www.vogel2013.nbvv.nl . Wat zou het mooi zijn wanneer we alle kleurslagen en ontwikkelingen tijdens
deze show zouden kunnen bekijken.
De E-mail groep groeit langzaam maar zeker. Inmiddels hebben zich 135 mensen aangemeld. Ook vanuit het buitenland
is er belangstelling. Er hebben zich mensen aangemeld afkomstig uit Engeland, België, Frankrijk, Duitsland en
Oostenrijk. In deze nieuwsflits hebben we twee onderwerpen. Op een show in Wehl bij Doetinchem troffen we een
pastel bruine loodbek aan. Dit was een fraaie vogel maar hoe kweek je die nu? Daarnaast hebben we wat vragen
gekregen over het ontstaan van de mutaties bij de ZLR soorten. Zijn de kleurslagen en mutaties wel allemaal zuiver?
In deze nieuwsbrief proberen we een opsomming van de oorsprong van de mutatie te geven.
De pastel bruine loodbek
Wie pastel loodbekken kweekt zal tot de conclusie komen dat het niet eenvoudig is een mooi exemplaar te kweken.
Het rugdek is maar moeilijk regelmatig van kleur te kweken. In de keurtechnische aanwijzing van de standaardeisen
van de NBvV is er het volgende over te lezen:
“Het grootste probleem bij de pastel loodbek is de kleurregelmaat van het rug- en vleugeldek. De pastelfactor blijkt in
dit veerveld zeer variabel en per veer verschillend te werken. De vogels met de grootste kleuregaliteit in het rugvleugeldek
verdienen in alle gevallen de voorkeur.”
Veel kwekers proberen een egaal rugdek te bereiken door een lichter gekleurde kweekselectie door te voeren. Nadeel
hierbij is dat het contrast van de overige tekening afneemt. Ton Lenting uit Arnhem kweekt de pastelmutatie al sinds
het midden van de jaren tachtig van de vorige eeuw. Ton is grondlegger en pleitbezorger van deze mutatie. Hij heeft
aangetoond dat een egaal gekleurd rugdek en het tonen van een minimale flanktekening tot de mogelijkheden behoort.
Het is echter bijzonder lastig om het evenwicht in de kleurreductie zo te selecteren dat het in de standaard
gewenste uiterlijk gekweekt wordt. Deze moeilijkheidsgraad zorgt er voor dat de mutatie niet altijd even populair is.
Er zijn al veel kwekers die een paar jaar met de mutatie gekweekt hebben en er daarna toch weer mee stoppen.
Enkele weken geleden was op een show in Wehl bij Doetinchem een pastel bruin loodbek te zien. Wat bij deze loodbek
direct opviel was het egaal gekleurde rugdek. Door de combinatie van pastel en bruin ontstaat een zeer aantrekkelijke
kleurslag. Natuurlijk staat de kleurslag nog in de kinderschoen en is deze kleur en tekening nog voor verbetering
vatbaar. Wat blijft is dat het idee is ontstaan dat combinatie van pastel en bruin wel eens de populariteit van de
pastelmutatie kan vergroten.
De vraag is nu hoe kweek je een pastel bruin loodbek. De pastelmutatie vererft recessief en autosomaal. Dit wil zeggen
dat zowel de mannen als poppen split voor pastel kunnen zijn. Een loodbek kan het pastel uiterlijk alleen tonen als zowel
van de vader als moeder het gemuteerde gen wordt overgedragen. Anders is het met de bruinmutatie. De bruin
mutatie vererft recessief en geslachtsgebonden. Dit wil zeggen dat een man split voor bruin kan zijn. Een pop is bruin
of heeft er niets meer te maken. Een pop kan dus niet split zijn voor bruin. Met deze wetenschap stellen voor de
volgende methode te gebruiken. Paar een bruine loodbek man aan een pastel loodbek pop. Alle zonen die worden
geboren zijn uiterlijk wildkleur maar zijn zowel split voor pastel als bruin. De dochters die geboren worden zijn bruin
en split voor pastel. Als prettige bijkomstigheid weten je dus direct wat popen en mannen zijn. De mannen zijn immers
allemaal wildkleur en de poppen bruin van uiterlijk. Wie paring met twee koppels uitvoert kan in het tweede
kweekseizoen direct een zoon van het ene koppel aan een dochter van het andere koppel paren.
De jongen die nu geboren worden is de F2 generatie. Deze F2 generatie geeft in een verhouding van 1 op 4 pastel
nakomelingen. Van deze pastel nakomelingen is iedere 2de vogel ook bruin. Het uiterlijk van deze vogel isdus pastel
bruin. De kleurslag waar het om te doen is. Deze pastelbruine loodbekken kunnen zowel mannen als poppen zijn. Door
deze kweekmethode kan in het tweede jaar dus in 1 op de 8 jongen een pastel bruine loodbek geboren worden.
Een ander paring die in het tweede jaar gebruikt kan worden is een zoon te gebruiken uit de oorspronkelijke paring
bruin maal een pastel pop. Een zoon dus die wildkleurig is en split voor pastel en bruin is. Deze zoon paar je aan een
pastel pop. De moeder dus bijvoorbeeld. Uit deze paring worden in een verhouding van 1 op 2 pastel loodbekken
geboren. Dit zijn zowel mannen als poppen. De helft van deze pastel dochters zal ook bruin zijn. Een pastel bruine dus.
Bij deze paring is de kans op pastel bruin opnieuw 1 op de 8 jongen. Tot zover deze uitdaging die kan leiden tot een
aantrekkelijk kleurslag. Wat als advies nog meegegeven kan worden is begin een dergelijke kweek met je beste vogels,
alleen dan kun je goede resultaten verwachten.
De oorsprong van de ZLR mutaties
ZILVER- en LOODBEK:
Bruin: Met als oorspronkelijk kweker de heer Kraan uit Hazerswoude. Het is een soorteigen mutatie van
zowel de zilver- als loodbek.
Donkerbuik: De oorsprong is niet te herleiden. Experimentele kweek bij loodbek is uitgevoerd door de heer
Henk de Vos uit Utrecht.
Pastel: De mutatie is in 1982, in de omgeving van Arnhem, bij de heer Balk ontstaan in een stam
loodbekken en verder door de heer Lenting uit Arnhem vastgelegd en ontwikkeld.
Ino: In 1993 is bij de heer Van Hoek uit Mookhoek een nagenoeg witte gekleurde vogel geboren uit een
koppel wildkleur zilverbekken. Deze vogel bleek in nakweek de inomutatie te vertegenwoordigen.
Opaal: De opaal mutatie is begin negentiger jaren in een stam loodbekken ontstaan bij de heer Henk
Versteeg uit Driemond. Door de heer Pieter v.d. Hooven uit Zwolle is door middel van hybridekweek
de mutatie overgebracht naar de zilverbek.
Donkerstuit: In dezelfde stam loodbekken ontstond bij heer H.Versteeg uit Driemond naast de opaal mutatie
ook de donkerstuitmutatie
Grijs: Door de Heer G. Möller uit Amsterdam werd in 2000 een zilverbek, welke in kleur afwijkt in een
dierenspeciaalzaak aangetroffen. De vogel blijkt bij nadere bestudering een donkerbuik man te
zijn. Bij deze vogel is sprake van een volledige phaeomelanine reductie. Door de kweker werd na
overleg met diverse andere mensen voorlopig voor de naam grijs gekozen. Het voortbestaan van
deze stam lijkt echter mislukt. Rond de eeuwwisseling is de grijsmutatie bij de loodbek in België
ontstaan. Door hybride kweek wordt de mutatie nu ook als transmutatie naar de zilverbek
gekweekt.
Geelstaart: Door de heer Pieter v.d. Hooven uit Zwolle werd in een ino stam de geel(staart) mutatie ontdekt in
het begin van de 21ste eeuw. Het vermoeden is dat deze mutatie ook is ontstaan bij de loodbek.
Agaat: Deze agaat mutatie is door de heer Berend Bosch uit Nijmegen in 2005 aangetroffen in een
wildvang zending en vervolgens vastgelegd. De agaatmutatie is inmiddels als transmutatie
overgeheveld naar de loodbek.
DE RIJSTVOGEL:
Mokka en De oorsprong van de mokka- en roodbruinmutatie is vooralsnog niet te herleiden. Deze mm-reeks
Roodbruin: werd in het verleden samen isabel genoemd.
Opaal: In 1991 ontstond een mutatie met een zilvergrijs rugdek en grijze tekeningsdelen. Deze mutatie is
vastgelegd door de heer H.J de Vos uit Utrecht en in aanvang pastel genoemd.,
Pastel: Rond 1985 is een echte pastelmutatie opgetreden en vastgelegd door de heer Mingeroet uit België.
Begin jaren ‘90 is de kweek van deze mutant door de heer Verbakel uit Aerle Rixtel ter hand
genomen.
Grijs: Eind tachtiger jaren werd tijdens een tentoonstelling een rijstvogel aangetroffen, met een zeer
helder grijs rugdek en een grauw grijsbeige buikkleur, zonder roze waas. Bij nadere bestudering is
vast te stellen, dat deze vogel een vederstructuur heeft zonder phaeomelanine. De mutatie lijkt
inmiddels weer verdwenen.
Topaas: In 1993 is in midden Italië een rijstvogel aangetroffen welke herkenbaar is als topaas.
Bont: Bij rijstvogels is reeds sinds jaar en dag de bontmutatie bekend. De oorsprong is niet te herleiden.
Wit: Reeds in 1876 werd aan de natuur een witte rijstvogel onttrokken.
Deze opsomming zal niet volledig zijn.
Heb je aanvullingen dan vernemen we dat graag.
Tot zover de 4de nieuwsflits.

De volgende nieuwsflits zal eind
januari 2013 verschijnen.

 

Nieuwsflits 5, februari 2013

Inleiding:

Het tentoonstellingsseizoen is weer voorbij. Het sluitstuk was de COM wereldshow in Hasselt. Leden van de E-mail

groep hebben op de diverse tentoonstellingen fraaie kweekresultaten getoond met zeer goede resultaten.

De E-mail groep bestaat nu bijna 10 maanden. Langzaam maar zeker komt het moment in zicht dat de JMC tijdens

haar jaarvergadering zich gaat uitspreken over het oorspronkelijke voorstel. Het voorstel om de ZLR-soorten op te

nemen in haar vereniging. Dit is het voorstel dat tijdens de jaarvergadering 2012 is gedaan. De inventarisatie

middels de E-mail groep is hier een rechtstreeks gevolg van. De JMC jaarvergadering is gepland op 30 maart 2013.

Om als JMC een goed beeld te hebben wat het betekent als de ZLR-soorten worden toegevoegd aan devereniging

hebben wij de deelnemerslijst bijgewerkt met de laatste informatie.

Deze lijst treft je als bijlage van deze nieuwsflits aan. Inhoudelijk kunnen we per 16 januari 2013 vaststellen dat:

het aantal deelnemers aan de E-mail groep is 142;

 er hebben zich liefhebbers ingeschreven vanuit Nederland, België, Frankrijk, Engeland, Denemarken, en Oostenrijk;

 zover we kunnen herleiden heeft 91 procent van de deelnemers een kweeknummer van de NBvV;

het aantal deelnemers aan de E-mailgroep dat lid is van de JMC op het moment aanmelden bij de ZLRgroep is 41;

de JMC heeft tijdens de show in Apeldoorn nieuwe aanmelden gehad. Deze mensen vertelde liefhebber

te zijn van ZLR soorten en geen Japanse meeuwen te kweken;

van de deelnemers aan de E-mailgroep is 39 ofwel 27% keurmeester. De meeste bij de NBvV;

53 dit is 37% van de deelnemers is liefhebber van rijstvogels;

75 dit is 53% van de deelnemers is liefhebber van zilverbekken;

37 dit is 26% van de deelnemers is liefhebber van loodbekken.

Ben jij lid van de ZLR groep en al lid van de JMC ? Dan is het belangrijk dat je zorgt aanwezig te zijn tijdens de

JMC jaarvergadering op 30 maart 2013. Ieder lid van de JMC mag op tijdens deze jaarvergadering zijn stem

uitbrengen. Laat die van jou dus niet verloren gaan.

Het bestuur van de JMC heeft zich inmiddels een beeld gevormd en verwacht op het moment dat het voorstel

wordt aangenomen dat de leden van de ZLR groep gaan participeren in het bestuur, de technische commissie en

regio’s van de JMC. Men kijkt op dit moment naar de alternatieven om de jaarlijkse show in Leerdam uit te breiden

met de ZLR vogels. Op de locatie in Leerdam is extra zaalruimte denkbaar in de aanliggende verenigingsgebouwen.

Na de jaarvergadering van de JMC ontstaat een nieuwe situatie voor de ZLR- groep. De ze situatie kan zijn dat het

voorstel is aangenomen. Er gaat dan een overdracht van de ZLR- groep gegevens aan de JMC plaatsvinden. De JMC

zal de ZLR E-mailgroep deelnemers benaderen om te gaan participeren in de verenging. Het kan ook zijn dat het

voorstel op de jaarvergadering van de JMC wordt afgewezen. Wij zullen jullie dan benaderen over het gevolg voor

ZLR E-mail groep.

Nu het vogel deel van nieuwsflits. We hebben Pieter v. d. Hooven bereid gevonden zijn ervaringen met de kweek van

de opaal zilverbek in deze nieuwsflits weer te geven. Een fraai artikel waar we zeker ons voordeel mee kunnen doen.

Pieter dank je voor je pennenvrucht.

Opaal zilverbekken:

Ergens halverwege de 90er jaren kweekte dhr Henk Versteeg, toen wonend in Driemond, de eerste opaal loodbek.

Geïnteresseerd als ik was in deze mooie mutant ben ik op 22 maart 1997 bij Henk geweest om de vogels te bekijken

en mocht ik er ook foto’s van maken. Henk had inmiddels ook een enkele in de bruinserie en ook een enkele met een

donkere stuit. Al deze vogels kwamen uit wildkleur vogels die aangeschaft waren bij dhr Kraan uit Hazerswoude.

Gezien het nog geringe aantal vogels wilde Henk nog geen vogels kwijt, ook niet na het aangeven van risico spreiding.

In verband met eventuele ziektes of andere calamiteiten is het altijd verstandig een nieuwe mutant zo snel mogelijk

over enkele hokken te verdelen. Uiteraard wel bij betrouwbare kennissen of vrienden. Een jaar later zijn toch

enkele vogels verhuisd naar het hok van dhr Wijnand Slokker uit Naarden. Deze beide heren staan dus aan de wieg

van de opaalmutatie bij de loodbekken.

In 2001 kon ik toch een koppel splitvogels

lospeuteren, en in maart 2002 kweekte ik

hieruit mijn eerste opaal loodbek, en wel een

bruine met geel in de staart in plaats van rood!

Een vierde mutatie in deze stam, al moet

gezegd worden dat deze laatste bij veel meer

loodbekken blijkt voor te komen, maar vaak

moeilijk te herkennen is.

Als zilverbek-kweker speelde ik direct al met

de gedachte om deze mooie kleurmutant over

te zetten naar de zilverbek. Maar om deze

eerst goed vast te leggen bij de loodbek heb

ik toch eerst een groter aantal opaal

loodbekken gekweekt en een aantal daarvan

uitgezet bij enkele serieuze loodbekkwekers.

In 2004 was het zover en heb ik een tweetal

opaal loodbekken gepaard aan wildkleur

zilverbekken. Beide loodbekken waren vogels met gele staarten; je weet maar nooit wat er toevallig meekomt!

In 2005 zijn vijf koppels bastaarden samengesteld. Hieruit werden 38 jongen gekweekt, waarvan 8 opalen. Normaal

heb ik liever wat meer poppen, maar nu was ik blij dat er 6 opaal mannen bij zaten. Op Vogel 2006 werd 1 van deze

mannen kampioen, hoewel eigenlijk nog bastaard. Overigens was dit wel een topconditie vogel die op de wat blauwe

snavel, en iets slank type na, eigenlijk niet als bastaard te kennen was.

In 2006 zijn de zes mannen aan wildkleur zilverbekken gepaard. Hierbij bleek de onvruchtbaarheid die ook in de F1

generatie enigszins aanwezig was (toch wat veel afgestorven kiemen) helaas was toegenomen. Bij 4 mannen geen

enkel jong, en de overige 2 mannen slechts 3 en 9 jongen in een heel seizoen. Gelukkig bleken in 2007 deze jongen

weer (nagenoeg) volledig vruchtbaar. De bottleneck was gepasseerd en nu kon er gewerkt worden aan vooral

kwaliteit, maar natuurlijk ook kwantiteit.

Er is vrij veel belangstelling voor de opaal

zilverbek. We zien de kleurslag dan ook de

laatste jaren op de meeste grote shows, en ook

in donkerbuik is het een sprekende kleurslag.

Hoewel ik in het begin wat sceptisch tegenover

de bruine combinatie stond, blijkt daar toch ook

een goed herkenbare en aantrekkelijke

overwegend crème-beige vogel te ontstaan. In

combinatie met donkerbuik wordt herkenning

was lastiger, maar met een diepere en egalere

totaalkleur scoren ze wel vaak hoger!

Herkenning: waarneembare streping in de

flanken: opaal bruin, egale en wat dieper crème

borst en flanken: donkerbuik opaal. Voor de

administratie is het geen enkel probleem: bij het ringen tonen donkerbuik opalen donkere buikstoppels, terwijl de

niet donkerbuiken witte stoppels tonen. Als u wat vroeger ringt dan ik, dan kijkt u twee dagen later nog maar eens.

Een punt ter overweging. Opalen zijn vogels in donkerder en lichtere grijstinten. Zelf heb ik een exemplaar

gekweekt met nagenoeg zwarte vleugel en staartpennen. Een zondermeer contrastrijke en aansprekende vogel.

Echter met in het achterhoofd de grijze zilverbek (is in aankomst), welke een grijze vogel zal zijn met zwarte

vleugel- en staartpennen, lijkt het me goed de opalen toch in grijstinten te blijven vragen en het kontrast te

reserveren voor de grijsmutatie.

Tot zover de 5 de nieuwsflits. De volgende nieuwsflits zal begin april 2013 verschijnen.

 

 

 

Nieuwsflits, 24 september 2013

 

In deze allerlaatste ZLR nieuwsflits treffen jullie twee onderwerpen aan. Het eerste onderwerp is een flyer van de

 

JMC. In deze flyer worden jullie uitgenodigd tot een bezoek aan de landelijke show van de JMC aanstaande

 

zaterdag in Leerdam. Deze flyer is toegevoegd als een pdf-bestand aan de mail.

 

Tijdens deze dag zal er ruimschoots aandacht zijn voor de ZLR- vogels.

 

In het tweede onderwerp in deze nieuwsflits verteld Fred Panjer, de voorzitter van JMC, over de overdracht van

 

de ZLR activiteiten aan de JMC.

 

Aanstaande Zaterdag zullen wij de ZLR activiteiten dan ook definitief overdragen aan de JMC. Als initiatiefnemers

 

zijn we gelukkig dat we sinds april 2012 de ZLR soorten nog meer op de kaart hebben mogen zetten. Het feit dat

 

deze vogels nu een waardig onderdeel vormen van de JMC zal de ZLR soorten goed doen. De aandacht voor

 

Zilverbek, Loodbek, Rijstvogels, Parelhals amadinen en de Timor Rijstvogel is geborgd in een prima speciaalclub. Wij,

 

André Gerritsen, Anton van Spronsen en Berend Bosch, willen de ZLR liefhebbers en de JMC dan ook van harte

 

feliciteren met deze mooie ontwikkeling.

 

"Op 28 september 2013 gaat de ZLR- E-mailgroep op in de JMC"

 

"Tijdens de opening van de landelijke JMC -show op 28 september in Leerdam zal de ZLR-E mailgroep haar

 

activiteiten op het gebied van zilver-, loodbekken en rijstvogels officieel overdragen aan de JMC. De ZLR

 

E-mailgroep eindigt op dat moment te bestaan; alle aanwezige gegevens worden ondergebracht bij de JMC, zoals bij

 

de oprichting van de E-mailgroep al was afgesproken. In de praktijk betekent deze overdracht dat vele binnen de

 

ZLR -groep bekende gezichten nu onder de noemer van de JMC actief blijven voor de liefhebbers van de zilver,

 

loodbekken en rijstvogels. Henk de Vos maakt bijvoorbeeld inmiddels deel uit van de Technische commissie van de

 

JMC en zal zijn kennis ten dienste blijven stellen van de "ZLR -liefhebbers".

 

Binnen de JMC gaat de mogelijkheid ontstaan om ook voor de zilver, loodbekken en rijstvogels in specialclubverband,

 

zowel regionaal als nationaal, bijeenkomsten te organiseren en tentoonstellingen te houden. Dit jaar zullen we bij

 

regio -shows van de JMC al zilver, loodbekken en rijstvogels vragen. Om organisatorische redenen was het nu niet

 

mogelijk deze vogels al op de landelijke show in Leerdam te laten meedoen, maar vanaf volgend jaar zijn ze als

 

volwaardige JMC -vogels van harte welkom in Leerdam! Tijdens de show op 28 september zal al wel extra aandacht

 

aan de zilver- loodbekken en rijstvogels worden besteed. Zonder meer de moeite waard dus om op 28 september in

 

Leerdam een kijkje te komen nemen!

 

Mochten er bij de ZLR- E-mailgroep liefhebbers zijn, die bezwaar hebben tegen het overdragen of onderbrengen

 

van hun gegevens bij de JMC, geef dat dan even door aan Berend Bosch of Fred Panjer. Uw gegevens zullen dan

 

discreet worden verwijderd.

 

De JMC nodigt u allen van harte uit de JMC-gelederen met uw zilver, loodbekken en rijstvogels te komen

 

versterken! Veel leden van de ZLR -groep hebben zich reeds bij de JMC als lid aangemeld, maar hoe meer leden, hoe

 

meer we voor u en uiteraard voor elkaar kunnen betekenen! Uw specialistische inbreng, uw ervaringen, uw

 

deskundigheid, uw vragen zullen de JMC alleen maar meer inhoud gaan geven!

 

De landelijke JMC -show wordt gehouden op zaterdag 28 september in het clubgebouw van de "Leerdamse

 

vogelvrienden", P.M. van Gendtstraat 23 te Leerdam. Er is een verkoopklasse aanwezig waarbij door de inzenders op

 

de show ook zilver, loodbekken en rijstvogels kunnen worden ingebracht; deze verkoopklasse is vanaf 11.00 uur

 

geopend.

 

De opening van de tentoonstelling zal naar verwachting rond 13.00 uur zijn.

 

De JMC nodigt u van harte uit om kennis te komen maken met de "Speciaalclub voor Japanse meeuwen en overige

 

Lonchura's"; we hopen u de 28e september in Leerdam te mogen begroeten!

 

Namens het bestuur van de JMC,

 

Fred Panjer, voorzitter