Algemene informatie over vogels in het algemeen
Gezelschapsvolière
Wie het geluk heeft over veel ruimte te beschikken en meteen met een volière kan
beginnen, die overweegt misschien wel een gezelschapsvolière. Meerdere
soorten onder een dak. Belangrijk is dan wel goed te letten op de soorten die bij
elkaar worden gezet. Immers niet alle vogels kunnen goed met elkaar overweg.
Belangrijk is ook om niet teveel vogels bij elkaar te zetten. Een koppeltje per m3 is
de vuistregel maar enige ruimte zit daar wel in.
Let ook op het aantal koppeltjes per soort omdat in de broedtijd het gedrag van
vogels vaak anders is en dan zijn vechtpartijen niet uitgesloten.
Meer keuze
Om te beginnen met het houden van vogels als hobby kan ook gekozen worden
uit andere soorten dan Kanarie, Grasparkiet of Zebravink.
Voor tropische vogels komen o.a. ook Japanse meeuwtjes, Rijstvogels,
Loodbekjes, Zilverbekjes in aanmerking. Bij de parkietachtigen zijn dat
Grasparkiet, Agapornis roseicollis, fischeri of personatus, maar ook de parkieten
zoals Turquoisineparkiet, Elegantparkiet en Catharinaparkiet.
Bij de kanaries is er een ruime keuze uit zangkanaries, zoals Harzers,
Waterslagers en Timbrado’s. Kleurkanaries en Postuurkanaries zoals de Gloster
en de Lizard.
Wie meer informatie wenst kan terecht op de site
Algemeen
Vogels houden een fascinerende hobby
Vogels houden betekent de levende natuur in huis halen. Sommigen van ons zijn
er mee opgegroeid, maar anderen maken er pas later kennis mee. Voor wie dat
laatste geldt, is het sleutelwoord om te beginnen INFORMATIE. Wie zich vooraf
goed informeert, voorkomt later veel teleurstelling. Dat laatste moet voorkomen
worden en dus maar niet aan de verleiding toegeven om zo snel mogelijk vogels
aan te schaffen zonder eerst eens goed rondgekeken te hebben. Nee, eerst goed
informatie inwinnen alvorens tot aanschaf over te gaan. de website van de
Algemene Nederlandse Bond van Vogelhouders (ANBvV) waar een schat aan
informatie is te vinden.
Bovendien staan alle verenigingen van de Bond daar aangegeven.
(www.anbvv.nl)
Er zijn nogal wat plaatsen voorhanden om aan informatie te komen. Internet en
boeken liggen voor de hand, maar vaak werkt het beter om ergens te gaan kijken
en te praten met mensen die al langer ervaring hebben opgedaan met het houden
van vogels. Soms is in de buurt wel een vogelvereniging te vinden en wie
daarmee niet zo goed weg weet, die kan altijd terecht op de site van de Algemene
Nederlandse Bond van Vogelhouders (ANBvV) waar een schat aan informatie is
te vinden. Bovendien staan alle verenigingen van de Bond daar aangegeven.
(www.anbvv.nl) of bij de nederlandse bond van vogelliefhebbers www.nbvv.nl
Aanschaffen van Vogels ...
Allereerste vraag die u moet stellen bij het aanschaffen van kanaries is hoeveel vogels kan ik plaatsen en welke soorten. Het is wel verleidelijk om onmiddellijk een groot aantal vogels aan te schaffen maar men kan beter rustig beginnen. Begin met een 3tal goede koppels dan met een hele resem slechte koppels. Als u iets wil bereiken in deze hobby dan is alleen het beste kweekmateriaal goed genoeg, geef liever iets meer uit aan een goed koppel en hou hiervan de beste jongen door. Bezoek een aantal tentoonstellingen, hier uit kan je leren en zien welke vogels de meeste punten behalen en welke niet. Als er enkele kwekers in uw buurt wonen vraag dan eens om informatie. Je kan ook lid worden van een club, hier door kom je wel in contact met enkele voorname kwekers. Als beginnend liefhebber moet u wel weten waar uw verlangens liggen, het beste kan je beginnen met de gewone vogels dit wil zeggen met de normale kleuren. Als je dan een keuze gemaakt hebt neem dan eerst contact op met diegene waar je je vogels wil gaan kopen en informeer zeker naar de prijs, zodat je later zeker niet voor een verassing komt te staan door een te hoge vraagprijs. Het beste kan men de vogels aanschaffen in de late zomer of in de herfst dan hebben de meeste kwekers de vogels die ze doorhouden geselecteerd en doen ze de overtollige vogels weg. Vraag aan de kweker of hij de vogels die jij wil aanschaffen eens in een TT kooi zet dan kan je het formaat de kleur het type en de kop van de vogel goed beoordelen. Kijk ook naar het gedrag van de vogels zitten ze rustig op stok, zitten ze goed in hun veren. Als het erg onrustige vogels zijn kan je deze het beste niet aanschaffen omdat deze eigenschap vaak wordt overgebracht op de jonge vogels. Zorg ook dat je info hebt over het voer dat deze kweker gebruikt en over de voeder methode De allereerste vraag die u moet stellen bij het aanschaffen van kanaries is hoeveel vogels kan ik plaatsen en welke soorten. Het is wel verleidelijk om onmiddellijk een groot aantal vogels
Voordat je vogels gaat kopen ...
Voor degene die overweegt om vogels te gaan houden is het van het grootste belang niet overhaast te werk te gaan. Koop geen vogels in een opwelling, maar overdenk eerst: Hoeveel tijd en aandacht wil ik aan mijn vogels besteden? Welke vogels zou ik willen houden? Welke ruimte, zowel qua inhoud als inrichting, heb ik voor de vogels in gedachten? Hoeveel kennis heb ik over het houden van vogels en waarover zou ik meer moeten weten? Het vergaren van kennis kan via vogelliteratuur, maar het verstandigst is toch wel om zich te laten informeren door mensen die al enige ervaring hebben met het houden van vogels. Neem de tijd om over bovenstaande vragen goed na te denken en een weloverwogen beslissing te nemen. Naarmate men zich meer in de materie heeft verdiept en het enthousiasme om vogels te gaan houden allengs groter wordt zal men merken dat men niet zomaar lukraak kan bouwen en kopen, maar min of meer gedwongen wordt keuzes te maken. Vruchten- en insectenetende vogelsoorten. Een voor de hand liggende keuze waarvoor men gesteld wordt is uiteraard welke vogels men wil gaan houden. Men kan kiezen tussen zaadetende soorten en vogels die zich voeden met vruchten, insecten of nectar . De laatstgenoemde groep vereist een veel intensievere verzorging en mijn inziens, ook de nodige ervaring met het houden van vogels. In het algemeen wordt daarom onervaren vogelhouders afgeraden met, zowel Europese als exotische, vruchten- en insectenetende vogelsoorten te beginnen. Zaadetende vogelsoorten. Er is een ruime keus aan zaadetende vogels voorhanden: kanaries, Europese vogels, prachtvinken uit Afrika, Australië, Azië, enz., enz. Tussen de zaadetende soorten bevinden zich vogels die goed aarden in het Nederlandse klimaat, weinig eisen stellen aan huisvesting en voeding en een sterke weerstand hebben tegen ziekten. Er zijn ook soorten die erg kwetsbaar zijn en hoge eisen stellen aan huisvesting en voeding. Zoals hierboven al gesteld zijn deze soorten voor de beginnend liefhebber niet zo geschikt. Vechtpartijen in gezelschapsvolières. Heeft het idee post gevat een gezelschapsvolière in te richten dan is het van het grootste belang dat de vogelbevolking in harmonie met elkaar kan samenleven. Sommige vogelsoorten kunnen zich erg agressief opstellen tegenover andere vogels, met vaak dodelijke afloop voor de vogels die het laagst in de pikorde staan. Men wordt dus voor de niet onbelangrijke keuze gesteld om een vogelbevolking samen te stellen die elkaar verdraagd . Heel belangrijk is hierbij ook de ruimte die de vogels tot hun beschikking hebben. Overbevolking. Overbevolking geeft vrijwel altijd problemen. Dit varieert van agressiviteit tegenover elkaar tot problemen met de gezondheid van de vogels. In een grote volière met veel groen, waarin vogels zich kunnen verstoppen, kunnen uiteraard meer vogels gehuisvest worden dan in een volière met dezelfde afmetingen, maar zonder begroeiing. Gevaar voor overbevolking is bij vrijwel ieder vogelhouder levensgroot aanwezig. Ongemerkt breidt een vogelbevolking zich uit en daardoor hebben bijna alle vogelhouders in de beschikbare ruimte te veel vogels vliegen. Beplanting. Ook het vogelverblijf, zoals de vogelhouder dat graag zou zien en vogelsoorten die daarin leven, moeten op elkaar afgestemd zijn. Sommige vogelsoorten krijgen het voor elkaar een schitterende beplante volière in een oogwenk kaal te eten. Kanaries hebben in dit opzicht een dubieuze reputatie. Ook kromsnavels zijn vaak knagers, die van de beplanting weinig over laten. Een voorkeur voor een mooi beplante volière beperkt dus de keuze in de soorten die men kan aanschaffen.
|
Lid worden van een vereniging die is aangesloten bij de ANBvV of nbvv valt zeker te
overwegen. De kosten vallen erg mee en elke maand ligt het fraaie blad
Vogelvreugd in de bus. Daarin staat veel waardevolle informatie die direct te
gebruiken is, maar ook komen er veel verwijzingen aan de orde waar gebruik van
kan worden gemaakt.
Alle begin is moeilijk
Het is verstandig om als beginner niet meteen vogels te gaan houden, die veel
kennis en ervaring vereisen. Alle begin is moeilijk dus maar wat makkelijker
beginnen! Op die manier doe je veel ervaring op, die later goed van pas komt.
Bovendien is het belangrijk om niet meteen met teleurstellingen te worden
geconfronteerd. Gebeurt dat wel dan verflauwt vaak de belangstelling. Wat met
veel enthousiasme is begonnen, verdwijnt dan als sneeuw voor de zon.
Wat zijn nu geschikte vogels om mee te beginnen?
Er liggen al tal van mogelijkheden, die meteen ook al weer een keuze inhouden.
Niet altijd is het nl. verstandig om vogels bij elkaar te zetten. Ze passen gewoon
niet bij elkaar. Vaak omdat ze in de natuur ook niet dicht bij elkaar leven. Vergeet
daarnaast niet dat meerdere soorten bij elkaar altijd worden samen gebracht in
een kleinere ruimte. Een kooi of een misschien later een volière geeft een vogel
gewoon minder mogelijkheden om zich uit de voeten te maken als dat nodig
mocht zijn.
Eigenlijk zijn er 3 soorten die heel geschikt zijn:
grasparkiet
kanarie
zebravink
Ze zijn zo geschikt omdat ze geen hoge eisen stellen. Niet aan de
huisvesting en ook niet aan de voeding.
Bovendien zijn ze goedkoop in aanschaf en gaan ze makkelijk tot broeden
over. En daarmee kan dan ook weer een schat aan ervaring worden
opgedaan. Niet onbelangrijk is daarnaast dat binnen alle drie de soorten
tal van variaties mogelijk zijn als het gaat om de kleuren.
Huisvesting
De keuze van een soort kan niet los worden gezien van de huisvesting die
geboden wordt. Wie met vogels wil broeden moet meteen een paartje
aanschaffen en dat betekent ook weer meer ruimte.
Voor een koppeltje van een van de genoemde soorten kan een kooi van 60 x 40 x
40 worden genomen maar beter nog is een slagje groter dus 80 x 40 x 40. Op die
manier is er ook voldoende vliegruimte. Let erop dat de zitstokken voor de vogels
passend zijn. Niet te dik maar ook niet te dun.
De teentjes moeten niet helemaal om de zitstok heen kunnen. Op de bodem doen
we (schelpen)zand, houtsnippers of kattenbakkorrel maar er zijn meer
mogelijkheden. Iedere vogelhouder heeft zijn eigen voorkeur. Bedenk in elk geval
dat het materiaal goed vocht moet opnemen en vooral niet te stoffig is.
Wie veel ruimte heeft, kan natuurlijk overgaan tot de aanschaf van een volière.
Dat kan zowel binnen als buiten en de mogelijkheden zijn legio. Maar maak het
vooral in het begin niet te ingewikkeld. Zorg in elk geval voor een goed
nachtverblijf en bedenk of de vogels de hele winter buiten kunnen blijven. Voor de
drie genoemde soorten kan dat (mits er een goed nachthok aanwezig is) maar
niet alle soorten kunnen tegen ons gure, koude en natte winterweer. Denk ook na
over beplanting in de volière.
Sommige vogels slopen die meteen zoals grasparkieten. Maar ook kanaries
kunnen er wat van. Tropen bieden wat dat betreft meer mogelijkheden.
Wie meteen een volière wil beginnen doet er goed aan zich op dat onderwerp
degelijk voor te bereiden, waarbij de beplanting nog een apart hoofdstuk is.
Voeding
Een stuk simpeler ligt het bij de voeding.
Of het nu gaat om Kanarie, Zebravink of Grasparkiet in alle drie de gevallen biedt
de dierenspeciaalzaak kant-en-klare zaadmengsels en extraatjes. Daarnaast is
het regelmatig verstrekken van wat eivoer belangrijk. Vogels die de ruimte hebben
vliegen meer en zullen dus wat meer eten. Vogels die minder ruimte hebben
verbranden minder.
Pas dan op met het geven van teveel voer omdat ze dan snel kunnen vervetten.
Denk bovendien aan het geven van vers drinkwater en wel elke dag! Daarnaast
gaan veel vogels graag in bad. Dus ook dat hoort erbij.
Hygiëne
Het lijkt een open deur maar is het zeker niet. Hygiëne wordt vaak onderbelicht en
is toch zo belangrijk. Alles goed schoon houden en regelmatig ontsmetten om
geen ongedierte in kooi of volière te krijgen. Dat geldt voor de kooi maar ook voor
de voerbakjes en waterfonteintjes. De een is daar makkelijker in dan de ander,
maar eigenlijk mag op dat punt geen enkele concessie worden gedaan.
VOEDING EN VERZORGING ... |
Bovenstaande afbeelding is van het uitkomen van het jong tot het uitvliegen hiervan.
Kale Koppen :
Het komt regelmatig voor dat vogels kale koppen krijgen. Onderzoek heeft aangetoond dat dit komt door parasieten of bacterieën. Ook zijn er genoeg gevallen waarbij geen duidelijke oorzaak is aan te geven. Mogelijke oorzaken zouden dan kunnen zijn: voeding, (mineraal tekorten), huisvesting (over bevolking).
Therapie:
Zorg voor voldoende, vers voer, aangevuld met krachtvoer. Extra vitamine B in het drinkwater of eivoer kan de tekorten redelijk aanvullen. U hoeft niet bang te zijn voor over dosering, want het teveel aan vitamine B wordt via de ontlasting weer afgevoerd. Oestergrit is een heel belangrijke aanvulling. Hierin zitten heel veel mineralen, met name Iodine, die voor een goed veerkleed zorgen. Ook de huisvesting moet in orde zijn. Plaats niet te veel vogels in een (te) kleine ruimte. Om elkaar de baas te willen blijven hanteren zij de 'pikorde'. De meest dominante vogel pikt de anderen om te laten zien wie de baas is. Zorg dus dat overbevolking niet mogelijk is en plaats zo min mogelijk nieuwe vogels erbij. Dan begint de pikorde opnieuw.
Hier treft u planten aan met eventueel een foto welke giftig zijn voor onze vogels. Deze lijst is afkomstig uit het maandblad van de parkieten societeit. Wanneer de Nederlandse naam is onderstreept, is er een foto aanwezig
Bovenstaande afbeelding is het ontstaan van de jongen in het ei tot uitkomend jong.
|
Kamille ...
Om mijt in voertonnen en -emmers te voorkomen, strooi er wat kamille in en het zaad blijft veel langer vrij van ongedierte.
Kamille werkt ook preventief tegen luis in nestkastjes en broedkooien.
Groenvoer ...
Groenvoer is voor alle vogels gezond, het bevat veel natuurlijke vitamines, sporenelementen en mineralen.
De twee meest gezonde zijn nog gratis ook; paardebloem en brandnetel.
Pluk deze op plaatsen waarvan u zeker weet dat ze niet bespoten zijn en waar geen of nauwelijks uitlaatgassen hangen en de vogels zullen u dankbaar zijn.
Aantal Lichturen ...
In mijn artikel “ licht en temperatuur “ heb ik al aangehaald hoe belangrijk het is om goed en verantwoord met deze aantal licht uren om te gaan ,dit zowel bij onze vroeg kweek ,maar ook om bepaalde vogels in optimale conditie naar een tentoonstelling te brengen is dit erg een middel om dat te bereiken . In dit artikel wil ik nog even stil staan bij dit belangrijk orgaantje van onze vogels wat genoemd wordt de Hypofyse. En een erg belangrijk orgaan voor onze vogels . In de korte dagen ( winter ) moeten wij onze vogels dan ook goed verzorgen ,zij zullen in deze korte dag ( ongeveer 9 licht uren ) zoveel voedsel tot zich moeten nemen om voldoende brandstof te hebben om de de 15 uur rusttijd (donker) te kunnen overwinnen. Men ziet aan de vogels ook dat zij hier ook ontzettend hun best voor doen om voldoende voer tot zich op te nemen ,wand let maar eens op in de schemering zowel s’morgen als s’avonds zitten zij nog aan de voerbak zo lang als dat ze het nog zien .Dit om maar voldoende tot zich te nemen om de nacht goed door te doorkomen. En wees eens eerlijk hoeveel kweekhokken en voiler,s hebben maar een minimaal aan invals licht ,en is het nog eerder donker ,en hebben de vogels per dag misschien s’morgen ,als s’avonds een half uur minder licht ,en dan zijn het nog maar 8 uur meer in plaats van de normale 9 uur. Het zal duidelijk zijn dat deze vogels zonder bijlichten van kunst licht ook veel later in broed of kweek conditie komen daar er minder en later voldoende licht inval komt. Een kleine tip om even bij stil te staan.
Algemene informatie :
Wij kanarie kwekers weten maar al te goed hoe belangrijk het aantal licht uren zijn voor onze kanarie vogels. Bij het houden en kweken van vogels ,hangt het resultaat al heel veel af van de lengte van de dagen ,of met andere woorden hoe gaat men om met het aantal licht uren van je vogels. Het orgaan wat dit regelt bij de vogels zal ieder vogelliefhebber wel kennen of eens van gehoord hebben ,en dit heet de “hypofyse” Dit orgaan reageert op de signalen uit de natuur in de dit geval het aantal licht uren ,langer licht geeft de prikkels door aan de geslachtorganen ,de man zal meer gaan fluiten ,en een verdikte tap gaan krijgen de pop zal stilaan in broed conditie komen .Bij het korten der dagen (licht uren ) zal dit in omgekeerde volgorde gebeuren de vogels raken uit conditie ,en krijgen weer een signaal om bv van verenkleed te gaan veranderen (rui)Kortom het licht vormt een enorme invloed uit op het gedrag van onze vogels men moet er dan ook erg goed en verstandig mee omgaan .
In de natuur :
In het vroege voorjaar ook al is het nog koud mekt men aan onze vogels in de tuin ,dat de dagen beginnen te lengen ,de vogels beginnen wat met elkaar te vechten ,maar wat zeker opvalt de vogels beginnen te fluiten en worden agressiever. Nog wat later beginnen sommige vogels al met het maken van een nest ,en ja zelfs meer er komen hier en dar al eieren in het nest te liggen. Ja zelfs al is het nog wat koud of nat weer sommige vogels worden zo geprikkeld door deze lengte van d dagen dat ze snel overgaan tot voortplanting. Dit geeft duidelijk aan dat de hypofyse reageert op de lengte der dagen ,en minder op de temperatuur. Het is erg belangrijk dat wij kwekers hier op in spelen,en mee om moeten gaan .Hier kan de vogel zelf niets aan doen zeker niet als we werken met kunstlicht.
De licht uren :
De normale licht uren voor vogels waarmee men gaat kweken licht tussen de 14 a 15 uur per dag. Deze uren overeenstemmen met de volle kweekperiode in de natuur die dan ook licht op dit aantal uren ( juni ) opgemerkt dient dan wel dat dit ook weer de langste dagen zijn van het jaar. Daarom zitten wij als kwekers ,met de vroeg kweek tussen de 13 en 15 licht uren Andere laat kwekers laten gewoon de natuur zijn gang gaan en wachten de datum af ,zoals wij die van vroeger kenden namelijk omstreeks 19 april ( 13 uur Licht)
De licht uren per maand :
In bijgaande grafieken zijn de licht uren aangegeven zoals ze bij een normaal jaargetijde zouden zijn ,het kan natuurlijk iets afwijken bv bij erg donker en slecht voorjaar,maar het geeft weer hoe de licht uren zich verlengen ,of inkorten .en hierop kunnen wij in spelen met onze tijdklok ,naargelang de methode die je kiest voor het in conditie brengen van je vogels. Je ziet ook in de grafiek hoe mooi deze in elkaar zou passen als men de cyclus volgt zowel in de lengte van dag of nacht uren. De natuur heeft het erg mooi voor elkaar ,het is aan ons kanarie kwekers ,en zeker zij die vroeg gaan beginnen dit op een zo goed mogelijke natuurlijke omgeving aan te passen ,Hiervoor zijn tegenwoordig erg goede verlichtings dim ,en regelinstallaties te koop met de daarbij behorende lampen,die ook weer niet te fel mogen zijn ,maar laat je hierover goed informeren ook over de lichtsterkte.
Overzicht lichturen per maand :
Dag Uren
|
Maand
|
Nacht uren
|
10
|
Januari
|
14
|
11
|
Februari
|
13
|
12
|
Maart
|
12
|
13
|
April
|
11
|
14
|
Mei
|
11
|
15
|
juni
|
9
|
15
|
juli
|
9
|
13
|
Augustus
|
11
|
12
|
September
|
12
|
11
|
October
|
13
|
10
|
November
|
14
|
9
|
December
|
15
|
|
|
|
De vroege kweek :
Hierover zij al veel artikels geschreven ,ik wil hier dan ook niet meer al te uitgebreid over schrijven ,hierboven staat eigenlijk a duidelijk vermeld waar we rekening mee moeten houden In het kort komt het hier op neer ,En iedere kweker heft hierin zijn voorkeur. Men kent bij het opvoeren van het aantal licht uren de “ DIRECT “ functie ,en de “GEREGELDE “ Functie . De “ NATUURLIJKE ” functie. Bij welk van de functie die je ook kiest zorg dat je vogels de leeftijd van ongeveer 10 Maanden hebben ,en uiteraard gezond en levendig zijn. Het zal duidelijk zijn dat als men kiest voor de Directe en de Geregelde functie dat her gebruik gemaakt moet worden ,van een geregelde tijdklok met dimmer ,deze zijn in alle vormen en maten te koop .
De Direct Functie :
Deze functie wordt gebruikt door de vroeg kwekers ,die al beginnen begin Januari Bij deze functie voert men het aantal licht uren direct op naar 13 uren en 10 tal dagen later doet men daar nog een uurtje bij zodat men op 14 uren zit. Dit doet men vanaf een 4 tal weken voor de datum dat men begint te koppelen ,men kan dit doen in samenwerking met wat temperatuur verhoging ,maar is niet direct noodzakelijk . Hou er rekening mee,met het instellen van de tijdklok dat ,er nog een uur verzet moet worden ,en dat het licht aan is als je s’morgen moet gaan voeren erg belangrijk hier rekening mee te houden ,en niet later deze klok nog eens te verzetten. Vogels kunnen uit hun ritme geraken. Na deze aantal weken licht uren plaatst men de mannen in je kweekhokjes (ruimte) afhankelijk welke methode je gebruikt voor het kweken van je vogels. Een extra stimulans voor de mannen kan zijn er nog enkel popjes in de buurt te zetten die ze zien en horen ,dit zal de drift zeker verder doen opwekken. Een 10 tal dagen later kan men de popjes er bij plaatsen ,en een week later kan men zeker het nest en nest materiaal geven .Opgemerkt dient te worden dat de mannen iets meer tijd nodig hebben met het in conditie komen met deze methode dan de popjes ,hou daar dus ook rekening mee !! Vogels blijven normaal maar een Vier tal maanden in hun broedconditie ,daarna zullen zijn niet meer bevruchten ,en of minder og niet meer leggen en of hun jongen voldoende voeren. Een klein nadeel van deze methode is toch wel dat je vogels iets eerder in de rui vallen ,maar bij een normale goede kweek hoeft dit geen probleem te zijn.
De geregelde functie :
Deze functie wordt het aantal licht uren systematisch opgevoerd met de tijdregelaar ,het aantal licht uren wordt over een periode van ongeveer 6 weken op gevoerd van 9 dag licht uren naar 15 dacht licht uren .zowel bij de mannen als bij de poppen. Het probleem dat de mannen hier iets achter blijven is hier minder. Verder is het koppelen afhankelijk van de keuze die u als kweker maakt ,en staat al beschreven in de Direct functie .
De natuurlijke functie:
Hier is eigenlijk weinig over te schrijven de natuur regelt het voor je ,en het zijn meestal deze kwekers die in een voilere kweken die hier mee te maken hebben of zij die bewust kiezen voor een laat kweek uiteraard ook in broedkooien .en de datum van koppelen licht dan omstreeks 19 april /mei . Opgemerkt dient dan wel dat ook de vogels in een kweekruimte voldoende lichtinval hebben wand dagelijks zowel s,morgen ,als s’avonds een 45 min minder of te weinig licht maakt heel veel uit over het wel of niet snel in broedconditie komen.
Besluit :
Het zal wel duidelijk zijn nu hoe belangrijk het licht op onze vogels is Het kan het natuurlijk ritme vervroegen ,maar ook vertragen .Een te kort aan licht uren kan ook funest zijn ,maar een teveel aan licht uren is ook zeker een foutieve handeling ,ook hierdoor zal de vogel uit zijn ritme gehaald worden wie kent niet de Zg Stokrui. Hou er altijd rekening mee dat een vogel ongeveer vier maanden in zijn voortplanting conditie kan blijven ,daarna beslist wederom moeder natuur ,ook al werken we zelf aan onze natuur in de vorm van ons aantal licht uren . dus spring er verantwoord en verstandig mee om .Hoe je het ook draait of keert het “NATUURLIJK “ ritme en dat is hoe je het ook keert of wendt een vaststaand gegeven is dat na de kweektijd een ruitijd komt ,en daarna de verdiende rustperiode ,wij moeten voor de omgeving zorgen met al zijn facetten voer ,ruimte ,water ,enz maar vooral goed en verstandig omspringen met het aantal licht uren, want wij bootsen
Het Broedrijp maken van kanarie vogels ...
Inleiding :
Eén van de mooiste momenten in onze kanariesport is het kweken met onze vogels. Heel veel mensen beleven hier het grootste deel van het plezier aan. En dat is geen wonder. Want als we die vogeltjes zien nestelen, eieren leggen en vervolgens uitbroeden, gaat ieders hart sneller kloppen. Weer elk jaar staan we vol bewondering voor dit nieuwe leven. Geldt het dat dit het grootste plezier is, dan geldt dat het ook de grootste bederver van dat plezier kan zijn als het niet gaat zoals we denken dat het hoort. Wij, mensen, denken immers dat alles moet gaan zoals wij het (vooraf) hebben bedacht. En het aardige, of misschien juist niet, is dat de vogel zich daar niet altijd aan houdt. Kortom, het blijft steeds een uitdaging! Als we eerst eens beseffen dat we met een levend wezen te doen hebben en dat we niet alles naar onze hand kunnen zetten, dan zijn we al een flink stuk verder. Tegelijkertijd kunnen we er wel voor zorgen dat een aantal zaken goed in orde zijn. Denk daarbij bv. eens aan de voedermethode. Als u nieuwe vogels aanschaft is het zeer belangrijk om te weten hoe de vorige eigenaar zijn vogels voerde, welk voer hij gebruikte, enz... Ook het licht speelt een zeer belangrijke rol. Meer licht is niet zo heel erg, maar een snelle vermindering van de lichtduur kan ernstige gevolgen hebben. Ook onregelmatig lichtduur en lukraak aangaan van de verlichting op elk moment van de dag is niet bevorderlijk. De vogels kunnen dan gemakkelijk in de rui vallen. En vogels die ruien hebben wel wat anders te doen dan aan de voortplanting te denken. Voortplanten is voornamelijk een kwestie van hormonen. En die zijn in de ruiperiode heel anders dan voor een goede voortplanting nodig is.
Hoe gaan we te werk :
Broedrijp maken, staat er boven dit stukje. Dat houdt dus in dat we er wel wat aan kunnen doen. In de eerste plaats moeten we op voorhand weten wanneer we met de kweek willen beginnen. Bij een goede voorbereiding is de kweek al half gelukt. Als we volop met de vogels goed willen kweken dan hebben we een lichtduur nodig van ongeveer 15 uren. Nooit meer dan 16 uren licht geven. Dit zou schadelijk zijn voor onze vogels. De meeste kwekers gaan van vandaag op morgen de dag lengte verhogen op 14 à 15 uren. We houden wel even rekening met het omschakelen naar het zomeruur (einde maart). Het voordeel van deze methode is dat de vogels vlugger in conditie komen en het opgebouwde vetlaagje gaat er op een natuurlijke manier af. omdat ze opeens zoveel meer tijd hebben en dus ook meer energie gaan verbruiken. Omdat de mannen in het algemeen wat meer tijd nodig hebben dan de poppen moet u daarmee goed rekening houden. Zorg ervoor dat de mannen minstens veertien dagen eerder dan de poppen in broedconditie worden gebracht. Dus ook met het aantal licht uren. Uiteraard kan men de licht uren ook langzaam aan opvoeren maar dan moet je rekenen dat het tijd verschil overbrugt wordt over een 6 tal weken ,met wekelijks een aantal uren er bij. Maar ook dan zullen dikwijls de mannen iets meer nodig hebben dan de popjes. En dan zijn er nog kwekers die het helemaal natuurlijk doen ,en zij wachten gewoon de gang van de natuur af ,dit kan ook maar dit zijn meestal liefhebbers die voor hun plezier kweken in bv de volière ,en dit is uiteraard ok een mooie vorm van onze hobby ieder heeft zijn keuze hierin .Maar de meeste kwekers kweken in kweekbakken en het zijn die kwekers die beginnen te kweken met kunstlicht.
Instellen licht uren :
Dit is uiteraard de keuze van de liefhebber zelf hoe hij wil gaan kweken ,en wanneer .De verlichting methode hoeft tegenwoordig geen probleem te zijn er zijn erg veel en goede verlichtings apparatuur te koop ,die we in onze kweekruimte kunnen gebruiken ,Koop er uiteraard wel met een dimmer er bij .het zal logisch zijn dat het licht niet direct mag uitgaan ,dit moet langzaam gebeuren .De reden zal wel iedereen bekend zijn.
Dan het voeren.
In de winterperiode hebben we het aantal keren dat je eivoer geeft uiteraard wat terug gebracht ten opzichte van de kweekperiode .Eén à twee keer per week is dan wel voldoende. Het zaad moet in de winter de hoofdzaak blijven voor onze vogels. Maar nu gaan we dat weer wat opvoeren. Iedere week een dag meer, zodat we aan het eind van de periode om de twee dagen weer eivoer verstrekken. Natuurlijk geven we ze in de winter ook wel wat anders. Brood ,gepelde haver ,negerzaad ,wat wildzaad.hennepzaad ,en natuurlijk regelmatig een stukje appel en of appelsien Houdt er rekening mee dat vogels een rustperiode nodig hebben. We moeten wel goed en voldoende voeren, maar niet te zwaar. En zeker niet zo dat daardoor de voortplantingsorganen worden gestimuleerd (overdreven hennep, negerzaad, ). Het eivoer kunt u vermengen met wat fijn gemaakte appel..Sommige kwekers hebben daarmee heel goede resultaten. Het voer wordt er wat smeuïger van en wat ruller door. Dat rul maken kan je ook bereiken met wat water toe te voegen. Ook uitgeperste appelsienen of een andere vloeibare substantie worden gebruikt. Als je zaad kiemt let dan goed op de kiemen. Die moeten niet te groot worden, het is geen groenvoer. Pas ook goed op voor schimmels. Het zaad moet zorgvuldig gespoeld worden na het kiemen. Je kan het gekiemd zaad het best bewaren in de koelkast. Voordeel is dan dat het kiemproces ook langzamer zal verlopen. Maar het kan niet genoeg gezegd worden kiemzaad is goed maar gebruik het dan ook zoals het woord zich zegt alleen de kiem ,en niets anders dan de kiem zo klein mogelijk!!!!!
Wat zeker niet vergeten mag worden is om tijdens het broedrijp maken regelmatig wat tarwekiemolie onder je eivoer te mengen. Zorg ook dat de vogels voldoende mineralen ,sepia ,en vogelgrit ter beschikking hebben Zoals reeds gezegd, hebben de poppen minder tijd nodig om in broedconditie te komen. Ongeveer drie weken voor de tijd waarop we willen beginnen geeft u de poppen net zoveel licht als de mannen op dat moment reeds hebben. Er treedt als het ware even een schok op. Maar de gezonde poppen halen de mannen gemakkelijk in Hou er uiteraard wel rekening mee dat de vogels goed in conditie zijn en zeker 9 liever 10 maanden oud zijn .
Plaatsen vogels Broedkooi :
Ook hier in zijn de meningen wel eens verdeeld ,maar de meeste onder ons kooien de mannen het eerst op Men controleert of de man al een voldoende vergrote tap heeft verdikt van achteren en wat smal uitlopend naar voren De poppen moet een redelijk kaal onderlijf laten zien ( Broedvlek) en een stomp onderlijf,er mag geen twijfel over zijn is het nu een man of pop ,wand dan is de vogel duidelijk nog lang niet in broedconditie. Voor we de vogels in de broedkooien doen controleren we eerst de nagels en de snavel. Zijn die te lang dan knippen we die even bij. De vogels zouden elkaar ermee kunnen irriteren. Ook is beschadiging van de eieren niet zo ondenkbaar. De broedgelegenheid hebben we al een beurt gegeven. Natuurlijk zijn ze al schoongemaakt na de vorige kweekperiode. Nu moeten we ze ontsmetten en van een luiswerend middel voorzien. Let wel, ontsmetten is heel iets anders dan bestrijden . Ontsmetten kun je doen met gloor, ammonia, dethol, halamid, een ieder maakt hierin vrij zijn keuze Schoonmaken kun je doen met wat zeep. Ontsmetten doe je tegen virussen of andere ziekteverwekkers luizen enz en dit voor een langere periode ,kortom je bestrijd voor de gehele kwekperiode. Daarnaast moeten we preventief een behandeling geven tegen luis. Luis is aartsvijand nummer één van vele kwekers. Maar er zijn tegenwoordig goede middelen voor in de handel verkrijgbaar.
Maar nogmaals, bestrijden is een must! Om de luis te weren gaan we de zitstokken, en vooral de uiteinden, en de nestgelegenheid goed behandelen. Ook de wanden, de kieren en de vloeren van de broedkooi worden onder handen genomen. i Met een spuitbus kunnen we heel goed ons werk doen. Natuurlijk blijven we de ganse kweektijd altijd opletten of er zich toch nog luis laat zien. Zeg nooit: Dat gebeurt bij mij niet! Hoe sneller we erbij zijn hoe beter we het kunnen bestrijden. Luizen zuigen bloed bij de vogels. Vooral bij de kleintjes kan dat al snel de dood tot gevolg hebben. Die hebben nog maar zo weinig om zich te verweren. Dus blijf zorgen voor een goede hygiëne ,voeding ,en observatie ,en leeftijd van je vogels dit is het begin van het succes van je komende kweek..
Hoe kom je nou aan vogels en waarop moet je letten ...
1. Er komt een zebravink aangevlogen:
Wat mij meer dan 20 jaar geleden overkwam (en wat U ook nalezen kunt) overkwam me in 1995 bijna nog een keer. Gedurende een lente wandeling ontdekte ik onverwachts een wijfje van een zebravink, dat op de stoeprand aan grasaren plukte. Ik dacht dat ze nogal uitgeput was en ondernam enige pogingen om haar te vangen. Alhoewel ik ze in een openstaande garage met een dak van glas kon jagen, ontsnapte ze toch. Ze zal wel het slachtoffer geworden zijn van de eerstvolgende koude bui of van een sperwer of ze is misschien gevangen door iemand die meer succes had dan ik.
Iets dergelijks kan natuurlijk elke vogelvriend overkomen. Oftewel hij/zij vindt de vogel, of de vogel haar/hem, of de vogel komt via een kennis bij hem/haar. Wie een beetje bekend is met de inlandse vogelwereld, ziet wel wanneer hij een exoot voor zich heeft. Hopelijk weet zij of hij dan ook, wat hij of zij moet doen om te voorkomen, dat de vogel schade lijdt.
Men kan dus beslist wel aan een zebravink komen zonder het te willen en zonder er aanvankelijk een enkele gulden (of in de toekomst Euro) voor te betalen. Dan komt al zeer snel het dilemma: Geef ik het dier af of houd ik het zelf? Als U het behoudt moet U hem of haar een soortgenoot van het andere geslacht bezorgen, en dan begint een avontuur, dat hopelijk lang duurt en waarbij mijn boek over zebravinken een leidraad zou kunnen zijn.
2. Kopen bij de kweker
Over de beslissing om een siervogel te kopen dient U grondig na te denken. U doet Uzelf, noch de zebravink een plezier door maar eens op proef te kopen. U zou echter de vogels een plezier kunnen doen door ze bij een kweker te kopen. Omdat zebravinken zich in het algemeen zeer gemakkelijk vermeerderen hebben kwekers vaak het probleem de nakomelingen "kwijt te raken". Men kann twee soorten kwekers onderscheiden:
- De aardige amateurkweker van hiernaast, die alleen maar plezier beleeft aan zijn beschermelingen en ze natuurlijk ook laat broeden. De overtollige prachtvinken geeft hij graag in goede handen, dikwijls zelfs kosteloos. Dit is voor mij de meest sympathieke methode om aan vogels te komen. Er zou een nadeel aan verbonden kunnen zijn, als nl. de kweker zijn "vak" niet beheerst en de vogels onafgebroken laat broeden. Hij laat ze daardoor kleine en verzwakte en dikwijls ziekelijke nakomelingen voortbrengen. U kunt daar beter met de vingers vanaf blijven, ook als ze nog zo meelijwekkend zijn. Als U ze toch neemt en zelfs nog laat broeden, doet U heel bewust aan negatieve selectie, waaruit spoedig hele generaties vogels ontstaan, die niet levensvatbaar zijn.
- De kweker voor tentoonstellingen: Bij hem is de kans dat het hierboven omschrevene gebeurt belangrijk geringer. Degene die uit ijdelheid vogels kweekt, die aan bepaalde richtlijnen voor kleur en vorm tegemoet komen, doet vooral die dieren weg, die niet geheel voldoen aan de vrij willekeurige kriteria, die door de organisatie van kwekers zijn vastgesteld. De normale vogelvriend heeft geen boodschap aan dergelijke kriteria en vindt bij deze kwekers beslist gezonde en krachtige diertjes. Toch is ook hier gevaar aanwezig: sommige afwijkingen in kleur en vorm zijn verbonden met genetisch bepaalde ziekten. Die ziekten kunnen zich door kweek zeer snel verspreiden. Weliswaar zijn dergelijke kweekmethoden bij de wet verboden (in Duitsland) maar de politiek en de overheid negeren dit. Bovendien is de schrijver de overtuiging toegedaan, dat uiteindelijk iedere vorm van afwijking van de natuurlijke vorm niet gestimuleerd moet worden. Wij zouden zebravinken in gevangenschap moeten houden in de vorm, waarin ze in de vrije natuurvoorkomen!
3. Koop in de handel
Zebravinken zijn voor weinig geld te koop, maar ook niet zo goedkoop dat men er niets aan zou kunnen verdienen. Dikwijls is de herkomst van de vogels onduidelijk. Komen ze uit een massakwekereij op commerciële basis, waar dikwijls gekweekt wordt tegen minimale kosten en onder omstandigheden, die de haren te berge doen rijzen; of zijn ze afkomstig van gewetensvolle kwekers? Wie zebravinken in de handel will kopen moet zich op de hoogte stellen van de omstandigheden, waaronder de vogels gehouden worden en daarna de vogels, die hij op het oog heeft zorgvuldig bekijken. Indien mogelijk, is het aan te raden dit gedurende langere tijd te doen. Alleen zichtbaar gezonde, krachtige en levendige diertjes zou men moeten kopen! Wie er geen verstand van heeft, vindt misschien een deskundige vogelvriend, die U wil begeleiden bij de koop.
4. Postorder-bedrijven
Het kan in bepaalde omstandigheden gemakkelijk zijn vogels door een postorder-bedrijf te laten toezenden, toch raad ik het bij onbekende levende dieren met nadruk af. U kunt de vogels niet uitzoeken en U moet accepteren wat er komt, dan wel een ongewenste b. v. zieke zebravink terug sturen – wat hem waarschijnlijk het leven kost.
Voordat U zebravinken in huis haalt (het moeten er altijd minstens twee zijn) is het goed U een duidelijk beeld te vormen en met Uzelf in het reine te komen ten aanzien van de uitgangsvoorwaarden, welke daaraan verbonden zijn. Bovendien dient U te weten, waar U bij een zebravink, wat de gezondheid betreft, op moet letten.
De Zebravink ...
Dit is al weer het derde artikel in deze reeks. Nu gaan we het over een vogel hebben die iedereen wel kent. Ook iemand die beslist niets van vogels weet, weet buiten de kanarie ook de naam van deze vogelsoort wel te vertellen. Heel simpel omdat deze vogel op zich heel erg bekend is en al heel lang wordt gehouden. Als je dit gelezen hebt, dan weet je als liefhebber bijna al dat we het gaan hebben over de zebravink.
Voor dit artikel gaan we de wildkleur zebravink behandelen en zoals we dat tot nog toe gedaan hebben, houden we ook bij deze soort het keurbriefje aan. Met de wildkleur bedoelen we de grijze zebravink. Dit is een van de vele kleurslagen en kleurcombinaties die er zijn binnen deze soort. Tot op dit moment zijn er al 104 kleurslagen of combinaties, terwijl de verwachting is dat dit kan oplopen tot 154 kleurslagen. Op zich zijn dit er heel erg veel en ik zal niet alle mogelijkheden opnoemen die er zijn met deze vogels, omdat dat niet past binnen dit artikel. Over de grijze zebravink op zich is al meer dan voldoende te vertellen.
De zebravink komt oorspronkelijk uit Australië. Het is een vogel die daar veelvuldig voorkomt, met dat verschil dat hij in de vrije natuur veel kleiner is dan de vogels die wij in de volière houden. In het wild meet deze vogel ongeveer 9,5 cm en in onze standaard wordt een vogel gevraagd van 11 cm met een goed postuur.
Kijken we naar rubriek 1 op het keurbriefje dan beoordelen we de vogel op formaat, model, houding, conditie en bevedering. De vogels die we in Nederland op de tentoonstellingen tegenkomen, hebben bijna allemaal voldoende lengte. Daarnaast moet de vogel een geblokte indruk geven. Dat wil zeggen dat de vogel voldoende breed moet zijn en een stevige indruk moet geven. Daarnaast moet de vogel een rechte ruglijn hebben en dat geldt zowel voor de man als de pop. De borstlijn moet een gebogen lijn vormen naar de achterzijde van het lichaam. Fouten in de ruglijn of de buiklijn kunnen ernstig afbreuk doen aan het type vogel.
Met type bedoelen we hier dat we kijken naar het geheel van de vogel, namelijk het formaat, het model en de houding. Dit alles moet met elkaar in overeenstemming zijn en moet bij elkaar passen. Iedereen kan zien en begrijpen dat een grote kop bij een klein lichaam afbreuk doet aan het geheel. Dit is natuurlijk een extreem voorbeeld maar het is wel duidelijk. Ik de praktijk zijn het kleine foutjes die afbreuk kunnen doen aan het type. Foutjes die vaak gezien worden zijn een deuk in de nek, een afhangende staart, afhangende vleugels, een smal model, een te zware vogel die daardoor op de stok gaat hangen, om het nog maar niet te hebben over de te dikke of uihangende borst. Op zich zijn het een heleboel foutjes die we kunnen tegenkomen.
Natuurlijk zijn er ook heel goede vogels en die hebben gelukkig de overhand. We moeten natuurlijk wel in de gaten houden dat deze fouten niet voorkomen bij onze vogels. Als liefhebben zul je daar op moeten selecteren. Fouten in het type moet u hard aanpakken bij de kweek. Om topvogels te kunnen kweken moet men kunnen beschikken over goede kweekvogels. Kweekvogels zijn duidelijk iets anders zijn dan showvogels. Daarmee bedoel ik te zeggen dat een vogel die veel punten haalt op een tentoonstelling niet altijd geschikt is voor de kweek.
Bij het samenstellen van een kweekkoppel is het van belang goed naar de vogels te kijken. Goed opletten of de vogels bij elkaar passen. Vogels die wat te kort komen dienen gekoppeld te worden aan een vogel die juist uitblinkt op die bepaalde onderdelen. Heb je bijvoorbeeld een vogel met een zwakke staarttekening dan moet je deze koppelen aan een vogel die juist een uitstekende staarttekening heeft. Het kan dus goed zijn dat een vogel die 87 of 88 punten haalt op een tentoonstelling voor de kweek van onschatbare waarde kan zijn. Vogels die 91 of 92 punten halen behoeven niet altijd goed te zijn om aan elkaar te paren. Het kan in de praktijk dat bij het samenstellen van een kweekkoppel een koppeling van een vogel van 92 punten aan een vogel van 88 punten de ideale combinatie geeft en dat de nakomelingen daaruit werkelijke topvogels zijn.
Kijk dus bij het samenstellen van een koppel grijzen, maar dat geldt ook voor alle andere vogels, niet alleen naar het aantal behaalde punten. Kijk of de vogels bij elkaar passen en elkaar aanvullen. De kans is dan groot dat er goede nakomelingen komen die op hun beurt weer hoog in de punten gaan vallen. Koppelen van vogels is kennis koppelen aan gevoel en dan gaat het vaak goed.
Tot zover even de zijsprong over het koppelen en gaan we weer terug naar het keurbriefje. Vogels die goed zijn en nergens uitblinken krijgen vaak een beoordeling van 27, 8, 5, 17, 32 is in totaal 89 punten. Bij de poppen zijn de punten voor de laatste twee rubrieken omgedraaid. Op die onderdelen waar een vogel uitblinkt, kan hij een punt extra krijgen en daarmee verhoogt deze zijn totaal. Krijgt een vogel 28, 8, 5, 18, 33 wat in totaal 92 punten is dan kun je zeggen dat je een top tentoonstellingsvogel hebt. Vogels die minder scoren dan gemiddeld krijgen natuurlijk puntenaftrek en komen dan lager uit dan de genoemde 89 punten. Het is voor iedereen te doen om vogels te kweken, maar om topvogels te kweken daar komt toch wel iets meer bij kijken. Maar het is voor iedereen mogelijk om goede tot zeer goede vogels te kweken en dus ook topvogels te kweken. Ik wens u veel succes bij het kweken van goede grijze zebravinken.
De Lijnenteelt of Stamteelt ...
Algemeen.
Deze kweek is voor mij maar voor heel veel liefhebbers de enigste en beste methode om te komen tot succes in de kweek van kanarievogels . Alle verborgen factoren zowel de goede minder goede en of slechte komen op deze manier het snelst tot uiting .Bontheid ,vorm fouten, gedrag stoornissen , pigment en of kleur beïnvloedende factoren ,bevedering enz enz komen zo erg snel tot uiting .Het is aan de liefhebber kweker deze goede eigenschappen vast te leggen , en later weer te gebruiken om al deze goede eigenschappen vast te leggen in de te kweken vogelsoort en of kleurslag. Het zal duidelijk zijn dat hierbij een goed kweekboek met daarin goed gemaakte op en aanmerkingen van de vogels worden vast gelegd. Meestal wordt er gezegd dat grote kwekers foefjes hebben en of toepassen ,.Dat sommige kwekers foefjes gebruiken zal ik niet erkennen maar mijn inziens liggen deze op een ander vlak en niet op vererving vlak .De kwekers en daar komt het, die doordacht te werk gaan ,goed overwegen welke vogels zij zullen gaan kweken ,met kennis van de erfelijke factoren van de vogels .met daarbij hun kennis en feeling zullen de korte weg naar succes hebben .Hoe doen ze dat nu ,nou heel eenvoudig door de lijnen teelt ofwel de stamkweek.
Wat is nu een stam :
- Dit is een aantal vogels afkomstig uit een populatie vogels die qua afstamming in meer of mindere mate verwantschap met elkaar hebben . Dus een streng geselecteerde groep vogels, die weinig verschil laten zien in hun erfelijke overdrachten.
- Het Zg verdringingskruisen heeft er toe geleid , dat de meeste ongewenste eigenschappen zijn verdwenen ,en alleen de gewenste eigenschappen (in Bv kleur en vorm) zijn overgebleven.
- Dus een stam is een collectie vogels met de zelfde uiterlijke kenmerken zowel in pigment en vetstofkleuren ,bijkleur en erfelijke eigenschappen zelfs in vorm en houding .ze kunnen dus zowel schimmel als intensief zijn .
- De stam moet een waar kleurbeeld vormen ,ook in gedrag , houding en vorm ,het zal duidelijk zijn dat de rust in de vogel ook erg belangrijk is (ook dit is een erfelijke aangelegenheid)
- Dus bij het opzetten van een stam ,moet men op alles letten ,vanaf dat de vogel uit het ei komt .Alles goed gaan vast leggen in het bewuste kweekboek .Zeker de goede eigenschappen ,maar ook de slechte eigenschappen moet worden vast gelegd ,om deze later te kunnen uitsluiten. .VOORKOMEN IS BETER DAN GENEZEN.
Systeem van de stamkweek (lijnenteelt)
Dus we kopen altijd vogels aan bij een erkende kweker in de te kiezen kleurslag ,kortom men koopt vogels waarvan men zeker weet dat hier al een goede selectie in is uitgevoerd .U kunt dit zeker testen door de TT resultaten van deze kweker een tijdje te volgen ,of te raadplegen ,dit is een redelijke graatmeter. Koop hier de vogels ,en controleer de gegevens van deze vogels via het kweekboek van de kweker (verkoper) als er Bv nog verervende factoren aanwezig zijn ja of nee .En ook hoever de verwantschap al is van de aan te kopen vogels. We moeten er van uitgaan , dat alleen een constant verervende stam kan worden opgebouwd ,door zoveel mogelijk de gewenste eigenschappen te noteren ,over al de kweekjaren .En de ongewenste eigenschappen ook te noteren maar deze wel direct uit schakelen.
MET ANDERE WOORDEN : (start alleen met)
|
Onverwante kwaliteit vogels zowel man /pop |
|
Zorg voor zuiver verervende vogels. |
|
Let ook op een goede bevedering structuur. |
|
Zorg voor een goede houding en gedrag. |
De kweker.
Onverschillig van welke kleur of vogel we ook gecharmeerd zijn ,of dat gepigmenteerd of vetstofkleur is .Een kleurkennis van de vogelkweker is een eerste vereiste. Het maakt niet uit of we dominant of recessief wit Geel intensief roodschimmel of mozaïek kleuren met wit of rood of geel of met ivoor enz kweken. We zullen moeten weten hoe zo,n kleurslag er uit moet zien om aan de top te komen .Zoveel feeling zal een kweker moeten bezitten. Zonder deze kennis valt er weinig te bereiken. Het is daarom dat de standaard kleurkanarie bij geen enkele kweker van kanaries mag ontbreken. Als we deze regels kennen en gebruiken kan men beginnen met het opzetten van de lijnenteelt.
Welk systeem toepassen ?
De meest verwante en niet direct aan te bevelen voor een beginner is de koppeling is Broer * Zus Dit is ook de kortste weg om in de nakweek, de goede of slechte eigenschappen snel uit te selecteren En de gegevens vast te leggen. Het zal duidelijk zijn dat dit alleen kan bij kerngezonde en sterke goed uitgeselecteerde vogels Neem hier goed nota van !!!!!
De veel gebruikte methode is :
- De Patrokliene methode (is vader gelijkend)
- De Matrokliene methode (is moeder gelijkend)
De Patrokliene methode:
1 Jaar
De Matrokliene methode:
Deze Methode kunnen we starten met vogels uit het 2Jaar van de patrokliene methode ,dus we krijgen hierdoor 2 lijnen Oa : A - Lijn 1 Vader gelijkend = Patrokliene methode. B - Lijn 2 Moeder gelijkend = Matrokliene methode
2 Jaar : Stam moeder pop koppelen aan een goede en betrouwbare man uit het 1 jaar van de patrokliene methode.
3 Jaar : De mooiste man uit het 2 jaar terugkoppelen aan de moeder van het 2 jaar.
4 Jaar : De mooiste man van het 3 jaar terug koppelen aan de stam moeder of aan de mooiste poppen uit het 2 jaar.
Opmerking : We bezitten nu twee lijnen (gelijk aan de patrokliene methode ,de goede mooie grote sterke jongen uit het 3 en of 4 jaar onderling gepaard worden .En we beginnen weer opnieuw met het vormen van twee lijnen .uiteraard kan men ook nog eens nieuw bloed inbrengen ,en nog een lijn extra opzetten ,de methode blijft het zelfde ,maar blijf wel alles goed vast leggen . Succes is verzekerd bij het opzetten van je stam.
Van legnood is sprake als de pop haar ei niet kan leggen. Ingeval van legnood verlaat de pop het nest en gaat met opgezette veren op de bodem zitten. Legnood treedt op bij te jonge popjes en bij popjes die te intensief moeten broeden (meer dan 3 broedronden). Grote wisselingen in de temperatuur, evenals hevige kou kan eveneens legnood veroorzaken.
Therapie:
Popjes met legnood moeten zeer voorzichtig gevangen worden. Eenmaal gevangen worden ze in een vochtige warme doek gewikkeld en boven een pan kokend water gehouden (denk om brandwonden!). Bij dit alles is het aan te bevelen de cloaca van het popje in te smeren met slaolie. Een ander therapie die kan worden toegepast is het achterlijf van het popje beurtelings in warm (handwarm!) en koud water te dompelen. Ook hier is het aan te bevelen de cloaca in te smeren met slaolie. Een derde mogelijkheid is enkele druppels lauwe slaolie met een spuitje (zonder naald!) in de cloaca te druppelen. Bedenk dat het eitje onder geen voorwaarde in het vogellichaam mag breken, omdat dit ongetwijfeld de dood van het popje tot gevolg zal hebben.
|
||||
Deze informatie komt van de website van :
http://www.vogelvriendenbocholtz.nl
Hartelijk bedankt.
Erstelle deine eigene Website mit JouwWeb