Algemene informatie over vogels in het algemeen

 

Gezelschapsvolière


Wie het geluk heeft over veel ruimte te beschikken en meteen met een volière kan
beginnen, die overweegt misschien wel een gezelschapsvolière. Meerdere
soorten onder een dak. Belangrijk is dan wel goed te letten op de soorten die bij
elkaar worden gezet. Immers niet alle vogels kunnen goed met elkaar overweg.
Belangrijk is ook om niet teveel vogels bij elkaar te zetten. Een koppeltje per m3 is
de vuistregel maar enige ruimte zit daar wel in.
Let ook op het aantal koppeltjes per soort omdat in de broedtijd het gedrag van
vogels vaak anders is en dan zijn vechtpartijen niet uitgesloten.
Meer keuze
Om te beginnen met het houden van vogels als hobby kan ook gekozen worden
uit andere soorten dan Kanarie, Grasparkiet of Zebravink.
Voor tropische vogels komen o.a. ook Japanse meeuwtjes, Rijstvogels,
Loodbekjes, Zilverbekjes in aanmerking. Bij de parkietachtigen zijn dat
Grasparkiet, Agapornis roseicollis, fischeri of personatus, maar ook de parkieten
zoals Turquoisineparkiet, Elegantparkiet en Catharinaparkiet.
Bij de kanaries is er een ruime keuze uit zangkanaries, zoals Harzers,
Waterslagers en Timbrado’s. Kleurkanaries en Postuurkanaries zoals de Gloster
en de Lizard.
Wie meer informatie wenst kan terecht op de site

Algemeen
Vogels houden een fascinerende hobby
Vogels houden betekent de levende natuur in huis halen. Sommigen van ons zijn
er mee opgegroeid, maar anderen maken er pas later kennis mee. Voor wie dat
laatste geldt, is het sleutelwoord om te beginnen INFORMATIE. Wie zich vooraf
goed informeert, voorkomt later veel teleurstelling. Dat laatste moet voorkomen
worden en dus maar niet aan de verleiding toegeven om zo snel mogelijk vogels
aan te schaffen zonder eerst eens goed rondgekeken te hebben. Nee, eerst goed
informatie inwinnen alvorens tot aanschaf over te gaan. de website van de
Algemene Nederlandse Bond van Vogelhouders (ANBvV) waar een schat aan
informatie is te vinden.
Bovendien staan alle verenigingen van de Bond daar aangegeven.
(www.anbvv.nl)
Er zijn nogal wat plaatsen voorhanden om aan informatie te komen. Internet en
boeken liggen voor de hand, maar vaak werkt het beter om ergens te gaan kijken
en te praten met mensen die al langer ervaring hebben opgedaan met het houden
van vogels. Soms is in de buurt wel een vogelvereniging te vinden en wie
daarmee niet zo goed weg weet, die kan altijd terecht op de site van de Algemene
Nederlandse Bond van Vogelhouders (ANBvV) waar een schat aan informatie is
te vinden. Bovendien staan alle verenigingen van de Bond daar aangegeven.
(www.anbvv.nl) of bij de nederlandse bond van vogelliefhebbers www.nbvv.nl

 

Aanschaffen van Vogels ...

 

Allereerste vraag die u moet stellen bij het aanschaffen van kanaries is hoeveel vogels kan ik plaatsen en welke soorten. Het is wel verleidelijk om onmiddellijk een groot aantal vogels aan te schaffen maar men kan beter rustig beginnen. Begin met een 3tal goede koppels dan met een hele resem slechte koppels. Als u iets wil bereiken in deze hobby dan is alleen het beste kweekmateriaal goed genoeg,  geef liever iets meer uit aan een goed koppel en hou hiervan de beste jongen door. Bezoek een aantal tentoonstellingen, hier uit kan je leren en zien welke vogels de meeste punten behalen en welke niet. Als er enkele kwekers in uw buurt wonen vraag dan eens om informatie. Je kan ook lid worden van een club, hier door kom je wel in contact met enkele voorname kwekers. Als beginnend liefhebber moet u wel weten waar uw verlangens liggen, het beste kan je beginnen met de gewone vogels dit wil zeggen met de normale kleuren. Als je dan een keuze gemaakt hebt neem dan eerst contact op met diegene waar je je vogels wil gaan kopen en informeer zeker naar de prijs, zodat je later zeker niet voor een verassing komt te staan door een te hoge vraagprijs. Het beste kan men de vogels aanschaffen in de late zomer of in de herfst dan hebben de meeste kwekers de vogels die ze doorhouden geselecteerd en doen ze de overtollige vogels weg. Vraag aan de kweker of hij de vogels die jij wil aanschaffen eens in een TT kooi zet dan kan je het formaat de kleur het type en de kop van de vogel goed beoordelen. Kijk ook naar het gedrag van de vogels zitten ze rustig op stok, zitten ze goed in hun veren. Als het erg onrustige vogels zijn kan je deze het beste niet aanschaffen omdat deze eigenschap vaak wordt overgebracht op de jonge vogels. Zorg ook dat je info hebt over het voer dat deze kweker gebruikt en over de voeder methode De allereerste vraag die u moet stellen bij het aanschaffen van kanaries is hoeveel vogels kan ik plaatsen en welke soorten. Het is wel verleidelijk om onmiddellijk een groot aantal vogels

 

 

Voordat je vogels gaat kopen ...

 

Voor degene die overweegt om vogels te gaan houden is het van het grootste belang niet overhaast te werk te gaan. Koop geen vogels in een opwelling, maar overdenk eerst: Hoeveel tijd en aandacht wil ik aan mijn vogels besteden? Welke vogels zou ik willen houden? Welke ruimte, zowel qua inhoud als inrichting, heb ik voor de vogels in gedachten? Hoeveel kennis heb ik over het houden van vogels en waarover zou ik meer moeten weten? Het vergaren van kennis kan via vogelliteratuur, maar het verstandigst is toch wel om zich te laten informeren door mensen die al enige ervaring hebben met het houden van vogels. Neem de tijd om over bovenstaande vragen goed na te denken en een weloverwogen beslissing te nemen. Naarmate men zich meer in de materie heeft verdiept en het enthousiasme om vogels te gaan houden allengs groter wordt zal men merken dat men niet zomaar lukraak kan bouwen en kopen, maar min of meer gedwongen wordt keuzes te maken. 

 

Vruchten- en insectenetende vogelsoorten.

Een voor de hand liggende keuze waarvoor men gesteld wordt is uiteraard welke vogels men wil gaan houden. Men kan kiezen tussen zaadetende soorten en vogels die zich voeden met vruchten, insecten of nectar . De laatstgenoemde groep vereist een veel intensievere verzorging en mijn inziens, ook de nodige ervaring met het houden van vogels. In het algemeen wordt daarom onervaren vogelhouders afgeraden met, zowel Europese als exotische, vruchten- en insectenetende vogelsoorten te beginnen. 

 

Zaadetende vogelsoorten.

Er is een ruime keus aan zaadetende vogels voorhanden: kanaries, Europese vogels, prachtvinken uit Afrika, Australië, Azië, enz., enz. Tussen de zaadetende soorten bevinden zich vogels die goed aarden in het Nederlandse klimaat, weinig eisen stellen aan huisvesting en voeding en een sterke weerstand hebben tegen ziekten. Er zijn ook soorten die erg kwetsbaar zijn en hoge eisen stellen aan huisvesting en voeding. Zoals hierboven al gesteld zijn deze soorten voor de beginnend liefhebber niet zo geschikt. 

 

Vechtpartijen in gezelschapsvolières.

Heeft het idee post gevat een gezelschapsvolière in te richten dan is het van het grootste belang dat de vogelbevolking in harmonie met elkaar kan samenleven. Sommige vogelsoorten kunnen zich erg agressief opstellen tegenover andere vogels, met vaak dodelijke afloop voor de vogels die het laagst in de pikorde staan. Men wordt dus voor de niet onbelangrijke keuze gesteld om een vogelbevolking samen te stellen die elkaar verdraagd . Heel belangrijk is hierbij ook de ruimte die de vogels tot hun beschikking hebben. 

 

Overbevolking.

Overbevolking geeft vrijwel altijd problemen. Dit varieert van agressiviteit tegenover elkaar tot problemen met de gezondheid van de vogels. In een grote volière met veel groen, waarin vogels zich kunnen verstoppen, kunnen uiteraard meer vogels gehuisvest worden dan in een volière met dezelfde afmetingen, maar zonder begroeiing. Gevaar voor overbevolking is bij vrijwel ieder vogelhouder levensgroot aanwezig. Ongemerkt breidt een vogelbevolking zich uit en daardoor hebben bijna alle vogelhouders in de beschikbare ruimte te veel vogels vliegen.

 

Beplanting.

Ook het vogelverblijf, zoals de vogelhouder dat graag zou zien en vogelsoorten die daarin leven, moeten op elkaar afgestemd zijn. Sommige vogelsoorten krijgen het voor elkaar een schitterende beplante volière in een oogwenk kaal te eten. Kanaries hebben in dit opzicht een dubieuze reputatie. Ook kromsnavels zijn vaak knagers, die van de beplanting weinig over laten. Een voorkeur voor een mooi beplante volière beperkt dus de keuze in de soorten die men kan aanschaffen.

 

 


Lid worden van een vereniging die is aangesloten bij de ANBvV of nbvv valt zeker te
overwegen. De kosten vallen erg mee en elke maand ligt het fraaie blad
Vogelvreugd in de bus. Daarin staat veel waardevolle informatie die direct te
gebruiken is, maar ook komen er veel verwijzingen aan de orde waar gebruik van
kan worden gemaakt.
Alle begin is moeilijk
Het is verstandig om als beginner niet meteen vogels te gaan houden, die veel
kennis en ervaring vereisen. Alle begin is moeilijk dus maar wat makkelijker
beginnen! Op die manier doe je veel ervaring op, die later goed van pas komt.
Bovendien is het belangrijk om niet meteen met teleurstellingen te worden
geconfronteerd. Gebeurt dat wel dan verflauwt vaak de belangstelling. Wat met
veel enthousiasme is begonnen, verdwijnt dan als sneeuw voor de zon.
Wat zijn nu geschikte vogels om mee te beginnen?
Er liggen al tal van mogelijkheden, die meteen ook al weer een keuze inhouden.
Niet altijd is het nl. verstandig om vogels bij elkaar te zetten. Ze passen gewoon
niet bij elkaar. Vaak omdat ze in de natuur ook niet dicht bij elkaar leven. Vergeet
daarnaast niet dat meerdere soorten bij elkaar altijd worden samen gebracht in
een kleinere ruimte. Een kooi of een misschien later een volière geeft een vogel
gewoon minder mogelijkheden om zich uit de voeten te maken als dat nodig
mocht zijn.
Eigenlijk zijn er 3 soorten die heel geschikt zijn:
 grasparkiet
 kanarie
 zebravink
Ze zijn zo geschikt omdat ze geen hoge eisen stellen. Niet aan de
huisvesting en ook niet aan de voeding.
Bovendien zijn ze goedkoop in aanschaf en gaan ze makkelijk tot broeden
over. En daarmee kan dan ook weer een schat aan ervaring worden
opgedaan. Niet onbelangrijk is daarnaast dat binnen alle drie de soorten
tal van variaties mogelijk zijn als het gaat om de kleuren.
Huisvesting
De keuze van een soort kan niet los worden gezien van de huisvesting die
geboden wordt. Wie met vogels wil broeden moet meteen een paartje
aanschaffen en dat betekent ook weer meer ruimte.
Voor een koppeltje van een van de genoemde soorten kan een kooi van 60 x 40 x
40 worden genomen maar beter nog is een slagje groter dus 80 x 40 x 40. Op die
manier is er ook voldoende vliegruimte. Let erop dat de zitstokken voor de vogels
passend zijn. Niet te dik maar ook niet te dun.
De teentjes moeten niet helemaal om de zitstok heen kunnen. Op de bodem doen
we (schelpen)zand, houtsnippers of kattenbakkorrel maar er zijn meer
mogelijkheden. Iedere vogelhouder heeft zijn eigen voorkeur. Bedenk in elk geval
dat het materiaal goed vocht moet opnemen en vooral niet te stoffig is.
Wie veel ruimte heeft, kan natuurlijk overgaan tot de aanschaf van een volière.
Dat kan zowel binnen als buiten en de mogelijkheden zijn legio. Maar maak het
vooral in het begin niet te ingewikkeld. Zorg in elk geval voor een goed
nachtverblijf en bedenk of de vogels de hele winter buiten kunnen blijven. Voor de
drie genoemde soorten kan dat (mits er een goed nachthok aanwezig is) maar
niet alle soorten kunnen tegen ons gure, koude en natte winterweer. Denk ook na
over beplanting in de volière.
Sommige vogels slopen die meteen zoals grasparkieten. Maar ook kanaries
kunnen er wat van. Tropen bieden wat dat betreft meer mogelijkheden.
Wie meteen een volière wil beginnen doet er goed aan zich op dat onderwerp
degelijk voor te bereiden, waarbij de beplanting nog een apart hoofdstuk is.
Voeding
Een stuk simpeler ligt het bij de voeding.
Of het nu gaat om Kanarie, Zebravink of Grasparkiet in alle drie de gevallen biedt
de dierenspeciaalzaak kant-en-klare zaadmengsels en extraatjes. Daarnaast is
het regelmatig verstrekken van wat eivoer belangrijk. Vogels die de ruimte hebben
vliegen meer en zullen dus wat meer eten. Vogels die minder ruimte hebben
verbranden minder.
Pas dan op met het geven van teveel voer omdat ze dan snel kunnen vervetten.
Denk bovendien aan het geven van vers drinkwater en wel elke dag! Daarnaast
gaan veel vogels graag in bad. Dus ook dat hoort erbij.
Hygiëne
Het lijkt een open deur maar is het zeker niet. Hygiëne wordt vaak onderbelicht en
is toch zo belangrijk. Alles goed schoon houden en regelmatig ontsmetten om
geen ongedierte in kooi of volière te krijgen. Dat geldt voor de kooi maar ook voor
de voerbakjes en waterfonteintjes. De een is daar makkelijker in dan de ander,
maar eigenlijk mag op dat punt geen enkele concessie worden gedaan.

 

VOEDING EN VERZORGING  ...

Degene die besluit tot de aanschaf van vogels dient zich er van bewust te zijn dat vogels, evenals de meeste levende have, iedere dag verzorging nodig hebben.

Voeding.
De dagelijkse verzorging betreft in ieder geval: Er dient voldoende voedsel aanwezig te zijn tot het volgende voedermoment. Er dient dagelijks vers drinkwater verstrekt te worden. De voeding dient te bestaan uit: Een basisvoeder. Voor de zaadeters bestaande uit de vereiste zaadmengeling. Voor de vruchten- en insecteneters het universeelvoer. Naast deze bestaan er uiteraard ook vogels, zoals bijv. kolibri’s, met een speciaal op desbetreffend soort afgestemd basismenu. Deze basisvoeding dient te worden aangevuld met: Grit en scherpe maagkiezel Opfok/krachtvoer Fruit, vooral voor de vruchten- en insecteneters. Levend voer, zoals meel- en/of buffalowormen, in geval van vogelsoorten, die dat op hun menulijst hebben staan. Eventueel ook Groenvoer zoals bladgroen, bijv. vogelmuur, en verse onkruidzaden. Gekiemde zaden.
Houdt er rekening mee dat groenvoer en gekiemde zaden voor 90% uit water bestaan en derhalve met mate verstrekt dienen te worden.
Indien de mogelijkheid bestaat verdient het de voorkeur de vogels afgepast voer te verstrekken. Ze zijn dan gedwongen de juiste zaadmengeling geheel op te eten. Voederautomaten hebben als nadeel dat de vogels zichzelf verwennen met weliswaar een lekker, maar wel eenzijdig, zaadmengsel.


Verzorging.
De verzorging van de vogels betreft: Dagelijkse controle of alle vogels er gezond en wel bijzitten. Regelmatige vervanging van de bodembedekking Regelmatige reiniging van kooien, zitstokken, voer- en met name drinkwaterbakjes. Verstrekken van badwater Controle op ongedierte als vogelluis en het eventuele bestrijden daarvan. Uitwerpselen op de grond vormen een belangrijke besmettingsbron voor allerlei vogelziekten. Bacteriën gedijen het best in een warme en vochtige omgeving. Het is daarom van het grootste belang dat ontlasting zo snel mogelijk opdroogt. De vogelhouder kan er dus zelf in belangrijke mate voor zorgen dat de bodem geen besmettingsbron wordt door te kiezen voor een bodembedekker die het vocht goed absorbeert en de bodembedekking regelmatig te verwijderen en te vervangen. Goede bodembedekkers zijn kattenbakkorrels, lava- of kalksteenkorrels, houtsnippers, etc. Zand neemt niet of nauwelijks vocht op en is daardoor een slechte bodembedekker. Hoe vaak de bodembedekking ververst moet worden is uiteraard afhankelijk van het aantal vogels in desbetreffende ruimte. Bijzondere aandacht moet besteed worden aan de bodembedekking onder de zitstokken. Daar hoopt het vuil zich het meest op en de vogels zoeken ook daar naar wat van hun gading is met mogelijke desastreuze gevolgen. Het zal uit bovenstaande duidelijk zijn dat zeven en hergebruik van de bodembedekking vroeger of later tot problemen moet leiden.

 

 

'

 

Bovenstaande afbeelding is van het uitkomen van het jong tot het uitvliegen hiervan.

 

Kale Koppen :

Het komt regelmatig voor dat vogels kale koppen krijgen. Onderzoek heeft aangetoond dat dit komt door parasieten of bacterieën. Ook zijn er genoeg gevallen waarbij geen duidelijke oorzaak is aan te geven. Mogelijke oorzaken zouden dan kunnen zijn: voeding, (mineraal tekorten), huisvesting (over bevolking).

Therapie:

Zorg voor voldoende, vers voer, aangevuld met krachtvoer. Extra vitamine B in het drinkwater of eivoer kan de tekorten redelijk aanvullen. U hoeft niet bang te zijn voor over dosering, want het teveel aan vitamine B wordt via de ontlasting weer afgevoerd. Oestergrit is een heel belangrijke aanvulling. Hierin zitten heel veel mineralen, met name Iodine, die voor een goed veerkleed zorgen. Ook de huisvesting moet in orde zijn. Plaats niet te veel vogels in een (te) kleine ruimte. Om elkaar de baas te willen blijven hanteren zij de 'pikorde'. De meest dominante vogel pikt de anderen om te laten zien wie de baas is. Zorg dus dat overbevolking niet mogelijk is en plaats zo min mogelijk nieuwe vogels erbij. Dan begint de pikorde opnieuw.

 

Hier treft u planten aan met eventueel een foto welke giftig zijn voor onze vogels. Deze lijst is afkomstig uit het maandblad van de parkieten societeit.  Wanneer de Nederlandse naam is onderstreept, is er een foto aanwezig

 

Bovenstaande afbeelding is het ontstaan van de jongen in het ei tot uitkomend jong.

 

 

Nederlandse naam

Latijnse naam

Overige info

 

Aronskelk........................

Arum maculatum.........................

geheel giftig, na koken eetbaar

Adonis

Adonis spec

alle soorten giftig

Aarappel

Solanum Tuberosum

Alle groene delen en de bessen zijn giftig

Bolderik

Agrostemma githago

de zaden zijn giftig

Bosrank

Clematis spec

alle soorten zijn iets giftig

Boterbloem

Ranunculus spec

diverse soorten iets giftig tot giftig

Bilzekruid

Hyoscyanum niger

zeer giftig

Bitterzoet

Solanum dulcamara

giftig

Boksdoorn

Lycium halimifolum

giftig

Doornappel

Datura stramonium

vrij giftig, de blaadjes

Dolik Lolium

temulentum

vrij giftig is een blauw groen gras

Eenbes

paris quadrifolia

hele plant giftig, behalve vruchtvlees

Engbloem

cynanchum vincetoxine

giftig

Gouden regen

laburnum

hele plant giftig, vooral de zaden

Gevlekte scheerling

Conium maculatum

zeer giftig

Herfststijlloos

 

Colchicum autumnale

Heggenrank

 

Byronia dioica

Hondspeterselie

Aethusa cynapium

giftig, voor vogels zeer giftig

Kamperfoelie

 

lonicera nigra

Kerstroos

 

Helleborus niger

Klaproos

 

Papaver somniferum

Lijsterbes

 

Sorbus spec.

Lelietje van dalen

 

Convallaria majalis

Monnikskap

Aconitum spec.

diverse soorten zwaar giftig

Oosters nieskruid

Helleborius orientallis

giftig

Oleander

 

Nerium oleander

Palmboompje

 

Buxus sempervirens

Peperboompje

 

daphne mezereum

Ridderspoor

 

Delphinium spec.

Slangenwortel

 

Calla palustris

Stinkend nieskruid

Helleboris faetidus

giftig

Salomonszegel

 

Convallaria polygonatis

Sumak

 

Rush toxicedendron

Sering

 

Syringa spec

Taxus

Tacus baccata met mooie rode bessen

gedeeltelijk zeer giftig

Tuiniris

Iris germanica

heeft enkele giftige delen

Vingerhoedskruid

 

Digitalis purt purea

Wrangwortel

 

Helleborus viridid

Wolfkers

 

Atropa belladonna

Waterscheerling

 

Cicuta virosa

Zeepkruid

Saponaria officinalis

wortelstok is zeer giftig

Zwarte gifbes

Actaea spicita

de zwarte bessen zij zwaar giftig

Zwart peperboompje

Daphne laureola.

bessen zijn bijzonder giftig

Zijdeplant

 

Asclepias cornuti

Zevenboom 

Juniperus sabina

giftig

Zwarte nachtschade

Solanum Nigrum

Bessen zijn bijzonder giftig

 

Kamille ...


Om mijt in voertonnen en -emmers te voorkomen, strooi er wat kamille in en het zaad blijft veel langer vrij van ongedierte.
Kamille werkt ook preventief tegen luis in nestkastjes en broedkooien.

 

Groenvoer ...


Groenvoer is voor alle vogels gezond, het bevat veel natuurlijke vitamines, sporenelementen en mineralen.
De twee meest gezonde zijn nog gratis ook; paardebloem en brandnetel.
Pluk deze op plaatsen waarvan u zeker weet dat ze niet bespoten zijn en waar geen of nauwelijks uitlaatgassen hangen en de vogels zullen u dankbaar zijn.

Aantal Lichturen ...

 

In mijn artikel “ licht en temperatuur “ heb ik al aangehaald hoe belangrijk het is om goed en verantwoord met deze aantal licht uren om te gaan ,dit zowel bij onze vroeg kweek ,maar ook om bepaalde vogels in optimale conditie naar een tentoonstelling te brengen is dit erg een middel om dat te bereiken . In dit artikel wil ik nog even stil staan bij dit belangrijk orgaantje van onze vogels wat genoemd wordt de Hypofyse. En een erg belangrijk orgaan voor onze vogels . In de korte dagen ( winter ) moeten wij onze vogels dan ook goed verzorgen ,zij zullen in deze korte dag ( ongeveer 9 licht uren ) zoveel voedsel tot zich moeten nemen om voldoende brandstof te hebben om de de 15 uur rusttijd (donker) te kunnen overwinnen. Men ziet aan de vogels ook dat zij hier ook ontzettend hun best voor doen om voldoende voer tot zich op te nemen ,wand let maar eens op in de schemering zowel s’morgen als s’avonds zitten zij nog aan de voerbak zo lang als dat ze het nog zien .Dit om maar voldoende tot zich te nemen om de nacht goed door te doorkomen. En wees eens eerlijk hoeveel kweekhokken en voiler,s hebben maar een minimaal aan invals licht ,en is het nog eerder donker ,en hebben de vogels per dag misschien s’morgen ,als s’avonds een half uur minder licht ,en dan zijn het nog maar 8 uur meer in plaats van de normale 9 uur. Het zal duidelijk zijn dat deze vogels zonder bijlichten van kunst licht ook veel later in broed of kweek conditie komen daar er minder en later voldoende licht inval komt. Een kleine tip om even bij stil te staan.

Algemene informatie :

Wij kanarie kwekers weten maar al te goed hoe belangrijk het aantal licht uren zijn voor onze kanarie vogels. Bij het houden en kweken van vogels ,hangt het resultaat al heel veel af van de lengte van de dagen ,of met andere woorden hoe gaat men om met het aantal licht uren van je vogels. Het orgaan wat dit regelt bij de vogels zal ieder vogelliefhebber wel kennen of eens van gehoord hebben ,en dit heet de “hypofyse” Dit orgaan reageert op de signalen uit de natuur in de dit geval het aantal licht uren ,langer licht geeft de prikkels door aan de geslachtorganen ,de man zal meer gaan fluiten ,en een verdikte tap gaan krijgen de pop zal stilaan in broed conditie komen .Bij het korten der dagen (licht uren ) zal dit in omgekeerde volgorde gebeuren de vogels raken uit conditie ,en krijgen weer een signaal om bv van verenkleed te gaan veranderen (rui)Kortom het licht vormt een enorme invloed uit op het gedrag van onze vogels men moet er dan ook erg goed en verstandig mee omgaan .

 In de natuur :

 In het vroege voorjaar ook al is het nog koud mekt men aan onze vogels in de tuin ,dat de dagen beginnen te lengen ,de vogels beginnen wat met elkaar te vechten ,maar wat zeker opvalt de vogels beginnen te fluiten en worden agressiever. Nog wat later beginnen sommige vogels al met het maken van een nest ,en ja zelfs meer er komen hier en dar al eieren in het nest te liggen. Ja zelfs al is het nog wat koud of nat weer sommige vogels worden zo geprikkeld door deze lengte van d dagen dat ze snel overgaan tot voortplanting. Dit geeft duidelijk aan dat de hypofyse reageert op de lengte der dagen ,en minder op de temperatuur. Het is erg belangrijk dat wij kwekers hier op in spelen,en mee om moeten gaan .Hier kan de vogel zelf niets aan doen zeker niet als we werken met kunstlicht.

De licht uren :

De normale licht uren voor vogels waarmee men gaat kweken licht tussen de 14 a 15 uur per dag. Deze uren overeenstemmen met de volle kweekperiode in de natuur die dan ook licht op dit aantal uren ( juni ) opgemerkt dient dan wel dat dit ook weer de langste dagen zijn van het jaar. Daarom zitten wij als kwekers ,met de vroeg kweek tussen de 13 en 15 licht uren Andere laat kwekers laten gewoon de natuur zijn gang gaan en wachten de datum af ,zoals wij die van vroeger kenden namelijk omstreeks 19 april ( 13 uur Licht)

De licht uren per maand :

In bijgaande grafieken zijn de licht uren aangegeven zoals ze bij een normaal jaargetijde zouden zijn ,het kan natuurlijk iets afwijken bv bij erg donker en slecht voorjaar,maar het geeft weer hoe de licht uren zich verlengen ,of inkorten .en hierop kunnen wij in spelen met onze tijdklok ,naargelang de methode die je kiest voor het in conditie brengen van je vogels. Je ziet ook in de grafiek hoe mooi deze in elkaar zou passen als men de cyclus volgt zowel in de lengte van dag of nacht uren. De natuur heeft het erg mooi voor elkaar ,het is aan ons kanarie kwekers ,en zeker zij die vroeg gaan beginnen dit op een zo goed mogelijke natuurlijke omgeving aan te passen ,Hiervoor zijn tegenwoordig erg goede verlichtings dim ,en regelinstallaties te koop met de daarbij behorende lampen,die ook weer niet te fel mogen zijn ,maar laat je hierover goed informeren ook over de lichtsterkte.

 

 
Overzicht lichturen per maand :

 

Dag Uren

 

Maand

 

Nacht uren

 

10

 

 Januari

 

14

 

11

 

Februari

 

13

 

12

 

Maart

 

12

 

13

 

April

 

11

 

14

 

Mei

 

11

 

15

 

juni

 

9

 

15

 

juli

 

9

 

13

 

Augustus

 

11

 

12

 

September

 

12

 

11

 

October

 

13

 

10

 

November

 

14

 

9

 

December

 

15

 

 

 

 

 

 

 De vroege kweek :

 Hierover zij al veel artikels geschreven ,ik wil hier dan ook niet meer al te uitgebreid over schrijven ,hierboven staat eigenlijk a duidelijk vermeld waar we rekening mee moeten houden In het kort komt het hier op neer ,En iedere kweker heft hierin zijn voorkeur. Men kent bij het opvoeren van het aantal licht uren de “ DIRECT “ functie ,en de “GEREGELDE “ Functie . De “ NATUURLIJKE ” functie. Bij welk van de functie die je ook kiest zorg dat je vogels de leeftijd van ongeveer 10 Maanden hebben ,en uiteraard gezond en levendig zijn. Het zal duidelijk zijn dat als men kiest voor de Directe en de Geregelde functie dat her gebruik gemaakt moet worden ,van een geregelde tijdklok met dimmer ,deze zijn in alle vormen en maten te koop .

 De Direct Functie :

 Deze functie wordt gebruikt door de vroeg kwekers ,die al beginnen begin Januari Bij deze functie voert men het aantal licht uren direct op naar 13 uren en 10 tal dagen later doet men daar nog een uurtje bij zodat men op 14 uren zit. Dit doet men vanaf een 4 tal weken voor de datum dat men begint te koppelen ,men kan dit doen in samenwerking met wat temperatuur verhoging ,maar is niet direct noodzakelijk . Hou er rekening mee,met het instellen van de tijdklok dat ,er nog een uur verzet moet worden ,en dat het licht aan is als je s’morgen moet gaan voeren erg belangrijk hier rekening mee te houden ,en niet later deze klok nog eens te verzetten. Vogels kunnen uit hun ritme geraken. Na deze aantal weken licht uren plaatst men de mannen in je kweekhokjes (ruimte) afhankelijk welke methode je gebruikt voor het kweken van je vogels. Een extra stimulans voor de mannen kan zijn er nog enkel popjes in de buurt te zetten die ze zien en horen ,dit zal de drift zeker verder doen opwekken. Een 10 tal dagen later kan men de popjes er bij plaatsen ,en een week later kan men zeker het nest en nest materiaal geven .Opgemerkt dient te worden dat de mannen iets meer tijd nodig hebben met het in conditie komen met deze methode dan de popjes ,hou daar dus ook rekening mee !! Vogels blijven normaal maar een Vier tal maanden in hun broedconditie ,daarna zullen zijn niet meer bevruchten ,en of minder og niet meer leggen en of hun jongen voldoende voeren. Een klein nadeel van deze methode is toch wel dat je vogels iets eerder in de rui vallen ,maar bij een normale goede kweek hoeft dit geen probleem te zijn.

 De geregelde functie :

 Deze functie wordt het aantal licht uren systematisch opgevoerd met de tijdregelaar ,het aantal licht uren wordt over een periode van ongeveer 6 weken op gevoerd van 9 dag licht uren naar 15 dacht licht uren .zowel bij de mannen als bij de poppen. Het probleem dat de mannen hier iets achter blijven is hier minder. Verder is het koppelen afhankelijk van de keuze die u als kweker maakt ,en staat al beschreven in de Direct functie .

De natuurlijke functie:

Hier is eigenlijk weinig over te schrijven de natuur regelt het voor je ,en het zijn meestal deze kwekers die in een voilere kweken die hier mee te maken hebben of zij die bewust kiezen voor een laat kweek uiteraard ook in broedkooien .en de datum van koppelen licht dan omstreeks 19 april /mei . Opgemerkt dient dan wel dat ook de vogels in een kweekruimte voldoende lichtinval hebben wand dagelijks zowel s,morgen ,als s’avonds een 45 min minder of te weinig licht maakt heel veel uit over het wel of niet snel in broedconditie komen.

Besluit :

Het zal wel duidelijk zijn nu hoe belangrijk het licht op onze vogels is Het kan het natuurlijk ritme vervroegen ,maar ook vertragen .Een te kort aan licht uren kan ook funest zijn ,maar een teveel aan licht uren is ook zeker een foutieve handeling ,ook hierdoor zal de vogel uit zijn ritme gehaald worden wie kent niet de Zg Stokrui. Hou er altijd rekening mee dat een vogel ongeveer vier maanden in zijn voortplanting conditie kan blijven ,daarna beslist wederom moeder natuur ,ook al werken we zelf aan onze natuur in de vorm van ons aantal licht uren . dus spring er verantwoord en verstandig mee om .Hoe je het ook draait of keert het “NATUURLIJK “ ritme en dat is hoe je het ook keert of wendt een vaststaand gegeven is dat na de kweektijd een ruitijd komt ,en daarna de verdiende rustperiode ,wij moeten voor de omgeving zorgen met al zijn facetten voer ,ruimte ,water ,enz maar vooral goed en verstandig omspringen met het aantal licht uren, want wij bootsen

Het Broedrijp maken van kanarie vogels ... 

 

Inleiding :

Eén van de mooiste momenten in onze kanariesport is het kweken met onze vogels. Heel veel mensen beleven hier het grootste deel van het plezier aan. En dat is geen wonder. Want als we die vogeltjes zien nestelen, eieren leggen en vervolgens uitbroeden, gaat ieders hart sneller kloppen. Weer elk jaar staan we vol bewondering voor dit nieuwe leven. Geldt het dat dit het grootste plezier is, dan geldt dat het ook de grootste bederver van dat plezier kan zijn als het niet gaat zoals we denken dat het hoort. Wij, mensen, denken immers dat alles moet gaan zoals wij het (vooraf) hebben bedacht. En het aardige, of misschien juist niet, is dat de vogel zich daar niet altijd aan houdt. Kortom, het blijft steeds een uitdaging! Als we eerst eens beseffen dat we met een levend wezen te doen hebben en dat we niet alles naar onze hand kunnen zetten, dan zijn we al een flink stuk verder. Tegelijkertijd kunnen we er wel voor zorgen dat een aantal zaken goed in orde zijn. Denk daarbij bv. eens aan de voedermethode. Als u nieuwe vogels aanschaft is het zeer belangrijk om te weten hoe de vorige eigenaar zijn vogels voerde, welk voer hij gebruikte, enz... Ook het licht speelt een zeer belangrijke rol. Meer licht is niet zo heel erg, maar een snelle vermindering van de lichtduur kan ernstige gevolgen hebben. Ook onregelmatig lichtduur en lukraak aangaan van de verlichting op elk moment van de dag is niet bevorderlijk. De vogels kunnen dan gemakkelijk in de rui vallen. En vogels die ruien hebben wel wat anders te doen dan aan de voortplanting te denken. Voortplanten is voornamelijk een kwestie van hormonen. En die zijn in de ruiperiode heel anders dan voor een goede voortplanting nodig is.

Hoe gaan we te werk :

Broedrijp maken, staat er boven dit stukje. Dat houdt dus in dat we er wel wat aan kunnen doen. In de eerste plaats moeten we op voorhand weten wanneer we met de kweek willen beginnen. Bij een goede voorbereiding is de kweek al half gelukt. Als we volop met de vogels goed willen kweken dan hebben we een lichtduur nodig van ongeveer 15 uren. Nooit meer dan 16 uren licht geven. Dit zou schadelijk zijn voor onze vogels. De meeste kwekers gaan van vandaag op morgen de dag lengte verhogen op 14 à 15 uren. We houden wel even rekening met het omschakelen naar het zomeruur (einde maart). Het voordeel van deze methode is dat de vogels vlugger in conditie komen en het opgebouwde vetlaagje gaat er op een natuurlijke manier af. omdat ze opeens zoveel meer tijd hebben en dus ook meer energie gaan verbruiken. Omdat de mannen in het algemeen wat meer tijd nodig hebben dan de poppen moet u daarmee goed rekening houden. Zorg ervoor dat de mannen minstens veertien dagen eerder dan de poppen in broedconditie worden gebracht. Dus ook met het aantal licht uren. Uiteraard kan men de licht uren ook langzaam aan opvoeren maar dan moet je rekenen dat het tijd verschil overbrugt wordt over een 6 tal weken ,met wekelijks een aantal uren er bij. Maar ook dan zullen dikwijls de mannen iets meer nodig hebben dan de popjes. En dan zijn er nog kwekers die het helemaal natuurlijk doen ,en zij wachten gewoon de gang van de natuur af ,dit kan ook maar dit zijn meestal liefhebbers die voor hun plezier kweken in bv de volière ,en dit is uiteraard ok een mooie vorm van onze hobby ieder heeft zijn keuze hierin .Maar de meeste kwekers kweken in kweekbakken en het zijn die kwekers die beginnen te kweken met kunstlicht.

Instellen licht uren :  

Dit is uiteraard de keuze van de liefhebber zelf hoe hij wil gaan kweken ,en wanneer .De verlichting methode hoeft tegenwoordig geen probleem te zijn er zijn erg veel en goede verlichtings apparatuur te koop ,die we in onze kweekruimte kunnen gebruiken ,Koop er uiteraard wel met een dimmer er bij .het zal logisch zijn dat het licht niet direct mag uitgaan ,dit moet langzaam gebeuren .De reden zal wel iedereen bekend zijn. 

Dan het voeren.

In de winterperiode hebben we het aantal keren dat je eivoer geeft uiteraard wat terug gebracht ten opzichte van de kweekperiode .Eén à twee keer per week is dan wel voldoende. Het zaad moet in de winter de hoofdzaak blijven voor onze vogels. Maar nu gaan we dat weer wat opvoeren. Iedere week een dag meer, zodat we aan het eind van de periode om de twee dagen weer eivoer verstrekken. Natuurlijk geven we ze in de winter ook wel wat anders. Brood ,gepelde haver ,negerzaad ,wat wildzaad.hennepzaad ,en natuurlijk regelmatig een stukje appel en of appelsien  Houdt er rekening mee dat vogels een rustperiode nodig hebben. We moeten wel goed en voldoende voeren, maar niet te zwaar. En zeker niet zo dat daardoor de voortplantingsorganen worden gestimuleerd (overdreven hennep, negerzaad, ). Het eivoer kunt u vermengen met wat fijn gemaakte appel..Sommige kwekers hebben daarmee heel goede resultaten. Het voer wordt er wat smeuïger van en wat ruller door. Dat rul maken kan je ook bereiken met wat water toe te voegen. Ook uitgeperste appelsienen of een andere vloeibare substantie worden gebruikt. Als je zaad kiemt let dan goed op de kiemen. Die moeten niet te groot worden, het is geen groenvoer. Pas ook goed op voor schimmels. Het zaad moet zorgvuldig gespoeld worden na het kiemen. Je kan het gekiemd zaad het best bewaren in de koelkast. Voordeel is dan dat het kiemproces ook langzamer zal verlopen. Maar het kan niet genoeg gezegd worden kiemzaad is goed maar gebruik het dan ook zoals het woord zich zegt alleen de kiem ,en niets anders dan de kiem zo klein mogelijk!!!!!

Wat zeker niet vergeten mag worden is om tijdens het broedrijp maken regelmatig wat tarwekiemolie onder je eivoer te mengen. Zorg ook dat de vogels voldoende mineralen ,sepia ,en vogelgrit ter beschikking hebben Zoals reeds gezegd, hebben de poppen minder tijd nodig om in broedconditie te komen. Ongeveer drie weken voor de tijd waarop we willen beginnen geeft u de poppen net zoveel licht als de mannen op dat moment reeds hebben. Er treedt als het ware even een schok op. Maar de gezonde poppen halen de mannen gemakkelijk in Hou er uiteraard wel rekening mee dat de vogels goed in conditie zijn en zeker 9 liever 10 maanden oud zijn .

Plaatsen vogels Broedkooi : 

Ook hier in zijn de meningen wel eens verdeeld ,maar de meeste onder ons kooien de mannen het eerst op  Men controleert of de man al een voldoende vergrote tap heeft verdikt van achteren en wat smal uitlopend naar voren De poppen moet een redelijk kaal onderlijf laten zien ( Broedvlek) en een stomp onderlijf,er mag geen twijfel over zijn is het nu een man of pop ,wand dan is de vogel duidelijk nog lang niet in broedconditie. Voor we de vogels in de broedkooien doen controleren we eerst de nagels en de snavel. Zijn die te lang dan knippen we die even bij. De vogels zouden elkaar ermee kunnen irriteren. Ook is beschadiging van de eieren niet zo ondenkbaar. De broedgelegenheid hebben we al een beurt gegeven. Natuurlijk zijn ze al schoongemaakt na de vorige kweekperiode. Nu moeten we ze ontsmetten en van een luiswerend middel voorzien. Let wel, ontsmetten is heel iets anders dan bestrijden . Ontsmetten kun je doen met gloor, ammonia, dethol, halamid, een ieder maakt hierin vrij zijn keuze Schoonmaken kun je doen met wat zeep. Ontsmetten doe je tegen virussen of andere ziekteverwekkers luizen enz en dit voor een langere periode ,kortom je bestrijd voor de gehele kwekperiode. Daarnaast moeten we preventief een behandeling geven tegen luis. Luis is aartsvijand nummer één van vele kwekers. Maar er zijn tegenwoordig goede middelen voor in de handel verkrijgbaar.

Maar nogmaals, bestrijden is een must! Om de luis te weren gaan we de zitstokken, en vooral de uiteinden, en de nestgelegenheid goed behandelen. Ook de wanden, de kieren en de vloeren van de broedkooi worden onder handen genomen. i Met een spuitbus kunnen we heel goed ons werk doen. Natuurlijk blijven we de ganse kweektijd altijd opletten of er zich toch nog luis laat zien. Zeg nooit: Dat gebeurt bij mij niet! Hoe sneller we erbij zijn hoe beter we het kunnen bestrijden. Luizen zuigen bloed bij de vogels. Vooral bij de kleintjes kan dat al snel de dood tot gevolg hebben.  Die hebben nog maar zo weinig om zich te verweren.  Dus blijf zorgen voor een goede hygiëne ,voeding ,en observatie ,en leeftijd van je vogels dit is het begin van het succes van je komende kweek..  

Hoe kom je nou aan vogels en waarop moet je letten ...

 

1. Er komt een zebravink aangevlogen:

Wat mij meer dan 20 jaar geleden overkwam (en wat U ook nalezen kunt) overkwam me in 1995 bijna nog een keer. Gedurende een lente wandeling ontdekte ik onverwachts een wijfje van een zebravink, dat op de stoeprand aan grasaren plukte. Ik dacht dat ze nogal uitgeput was en ondernam enige pogingen om haar te vangen. Alhoewel ik ze in een openstaande garage met een dak van glas kon jagen, ontsnapte ze toch. Ze zal wel het slachtoffer geworden zijn van de eerstvolgende koude bui of van een sperwer of ze is misschien gevangen door iemand die meer succes had dan ik.
    Iets dergelijks kan natuurlijk elke vogelvriend overkomen. Oftewel hij/zij vindt de vogel, of de vogel haar/hem, of de vogel komt via een kennis bij hem/haar. Wie een beetje bekend is met de inlandse vogelwereld, ziet wel wanneer hij een exoot voor zich heeft. Hopelijk weet zij of hij dan ook, wat hij of zij moet doen om te voorkomen, dat de vogel schade lijdt.
    Men kan dus beslist wel aan een zebravink komen zonder het te willen en zonder er aanvankelijk een enkele gulden (of in de toekomst Euro) voor te betalen. Dan komt al zeer snel het dilemma: Geef ik het dier af of houd ik het zelf? Als U het behoudt moet U hem of haar een soortgenoot van het andere geslacht bezorgen, en dan begint een avontuur, dat hopelijk lang duurt en waarbij mijn boek over zebravinken een leidraad zou kunnen zijn.

2. Kopen bij de kweker

Over de beslissing om een siervogel te kopen dient U grondig na te denken. U doet Uzelf, noch de zebravink een plezier door maar eens op proef te kopen. U zou echter de vogels een plezier kunnen doen door ze bij een kweker te kopen. Omdat zebravinken zich in het algemeen zeer gemakkelijk vermeerderen hebben kwekers vaak het probleem de nakomelingen "kwijt te raken". Men kann twee soorten kwekers onderscheiden:

  • De aardige amateurkweker van hiernaast, die alleen maar plezier beleeft aan zijn beschermelingen en ze natuurlijk ook laat broeden. De overtollige prachtvinken geeft hij graag in goede handen, dikwijls zelfs kosteloos. Dit is voor mij de meest sympathieke methode om aan vogels te komen. Er zou een nadeel aan verbonden kunnen zijn, als nl. de kweker zijn "vak" niet beheerst en de vogels onafgebroken laat broeden. Hij laat ze daardoor kleine en verzwakte en dikwijls ziekelijke nakomelingen voortbrengen. U kunt daar beter met de vingers vanaf blijven, ook als ze nog zo meelijwekkend zijn. Als U ze toch neemt en zelfs nog laat broeden, doet U heel bewust aan negatieve selectie, waaruit spoedig hele generaties vogels ontstaan, die niet levensvatbaar zijn. 
     
  • De kweker voor tentoonstellingen: Bij hem is de kans dat het hierboven omschrevene gebeurt belangrijk geringer. Degene die uit ijdelheid vogels kweekt, die aan bepaalde richtlijnen voor kleur en vorm tegemoet komen, doet vooral die dieren weg, die niet geheel voldoen aan de vrij willekeurige kriteria, die door de organisatie van kwekers zijn vastgesteld. De normale vogelvriend heeft geen boodschap aan dergelijke kriteria en vindt bij deze kwekers beslist gezonde en krachtige diertjes. Toch is ook hier gevaar aanwezig: sommige afwijkingen in kleur en vorm zijn verbonden met genetisch bepaalde ziekten. Die ziekten kunnen zich door kweek zeer snel verspreiden. Weliswaar zijn dergelijke kweekmethoden bij de wet verboden (in Duitsland) maar de politiek en de overheid negeren dit. Bovendien is de schrijver de overtuiging toegedaan, dat uiteindelijk iedere vorm van afwijking van de natuurlijke vorm niet gestimuleerd moet worden. Wij zouden zebravinken in gevangenschap moeten houden in de vorm, waarin ze in de vrije natuurvoorkomen!

3. Koop in de handel

Zebravinken zijn voor weinig geld te koop, maar ook niet zo goedkoop dat men er niets aan zou kunnen verdienen. Dikwijls is de herkomst van de vogels onduidelijk. Komen ze uit een massakwekereij op commerciële basis, waar dikwijls gekweekt wordt tegen minimale kosten en onder omstandigheden, die de haren te berge doen rijzen; of zijn ze afkomstig van gewetensvolle kwekers? Wie zebravinken in de handel will kopen moet zich op de hoogte stellen van de omstandigheden, waaronder de vogels gehouden worden en daarna de vogels, die hij op het oog heeft zorgvuldig bekijken. Indien mogelijk, is het aan te raden dit gedurende langere tijd te doen. Alleen zichtbaar gezonde, krachtige en levendige diertjes zou men moeten kopen! Wie er geen verstand van heeft, vindt misschien een deskundige vogelvriend, die U wil begeleiden bij de koop.

4. Postorder-bedrijven

Het kan in bepaalde omstandigheden gemakkelijk zijn vogels door een postorder-bedrijf te laten toezenden, toch raad ik het bij onbekende levende dieren met nadruk af. U kunt de vogels niet uitzoeken en U moet accepteren wat er komt, dan wel een ongewenste b. v. zieke zebravink terug sturen – wat hem waarschijnlijk het leven kost.

Voordat U zebravinken in huis haalt (het moeten er altijd minstens twee zijn) is het goed U een duidelijk beeld te vormen en met Uzelf in het reine te komen ten aanzien van de uitgangsvoorwaarden, welke daaraan verbonden zijn. Bovendien dient U te weten, waar U bij een zebravink, wat de gezondheid betreft, op moet letten.

De Zebravink ...

 

Dit is al weer het derde artikel in deze reeks. Nu gaan we het over een vogel hebben die iedereen wel kent. Ook iemand die beslist niets van vogels weet, weet buiten de kanarie ook de naam van deze vogelsoort wel te vertellen. Heel simpel omdat deze vogel op zich heel erg bekend is en al heel lang wordt gehouden. Als je dit gelezen hebt, dan weet je als liefhebber bijna al dat we het gaan hebben over de zebravink.

Voor dit artikel gaan we de wildkleur zebravink behandelen en zoals we dat tot nog toe gedaan hebben, houden we ook bij deze soort het keurbriefje aan. Met de wildkleur bedoelen we de grijze zebravink. Dit is een van de vele kleurslagen en kleurcombinaties die er zijn binnen deze soort. Tot op dit moment zijn er al 104 kleurslagen of combinaties, terwijl de verwachting is dat dit kan oplopen tot 154 kleurslagen. Op zich zijn dit er heel erg veel en ik zal niet alle mogelijkheden opnoemen die er zijn met deze vogels, omdat dat niet past binnen dit artikel. Over de grijze zebravink op zich is al meer dan voldoende te vertellen.

De zebravink komt oorspronkelijk uit Australië. Het is een vogel die daar veelvuldig voorkomt, met dat verschil dat hij in de vrije natuur veel kleiner is dan de vogels die wij in de volière houden. In het wild meet deze vogel ongeveer 9,5 cm en in onze standaard wordt een vogel gevraagd van 11 cm met een goed postuur.

Kijken we naar rubriek 1 op het keurbriefje dan beoordelen we de vogel op formaat, model, houding, conditie en bevedering. De vogels die we in Nederland op de tentoonstellingen tegenkomen, hebben bijna allemaal voldoende lengte. Daarnaast moet de vogel een geblokte indruk geven. Dat wil zeggen dat de vogel voldoende breed moet zijn en een stevige indruk moet geven. Daarnaast moet de vogel een rechte ruglijn hebben en dat geldt zowel voor de man als de pop. De borstlijn moet een gebogen lijn vormen naar de achterzijde van het lichaam. Fouten in de ruglijn of de buiklijn kunnen ernstig afbreuk doen aan het type vogel.

Met type bedoelen we hier dat we kijken naar het geheel van de vogel, namelijk het formaat, het model en de houding. Dit alles moet met elkaar in overeenstemming zijn en moet bij elkaar passen. Iedereen kan zien en begrijpen dat een grote kop bij een klein lichaam afbreuk doet aan het geheel. Dit is natuurlijk een extreem voorbeeld maar het is wel duidelijk. Ik de praktijk zijn het kleine foutjes die afbreuk kunnen doen aan het type. Foutjes die vaak gezien worden zijn een deuk in de nek, een afhangende staart, afhangende vleugels, een smal model, een te zware vogel die daardoor op de stok gaat hangen, om het nog maar niet te hebben over de te dikke of uihangende borst. Op zich zijn het een heleboel foutjes die we kunnen tegenkomen.

Natuurlijk zijn er ook heel goede vogels en die hebben gelukkig de overhand. We moeten natuurlijk wel in de gaten houden dat deze fouten niet voorkomen bij onze vogels. Als liefhebben zul je daar op moeten selecteren. Fouten in het type moet u hard aanpakken bij de kweek. Om topvogels te kunnen kweken moet men kunnen beschikken over goede kweekvogels. Kweekvogels zijn duidelijk iets anders zijn dan showvogels. Daarmee bedoel ik te zeggen dat een vogel die veel punten haalt op een tentoonstelling niet altijd geschikt is voor de kweek.

Bij het samenstellen van een kweekkoppel is het van belang goed naar de vogels te kijken. Goed opletten of de vogels bij elkaar passen. Vogels die wat te kort komen dienen gekoppeld te worden aan een vogel die juist uitblinkt op die bepaalde onderdelen. Heb je bijvoorbeeld een vogel met een zwakke staarttekening dan moet je deze koppelen aan een vogel die juist een uitstekende staarttekening heeft. Het kan dus goed zijn dat een vogel die 87 of 88 punten haalt op een tentoonstelling voor de kweek van onschatbare waarde kan zijn. Vogels die 91 of 92 punten halen behoeven niet altijd goed te zijn om aan elkaar te paren. Het kan in de praktijk dat bij het samenstellen van een kweekkoppel een koppeling van een vogel van 92 punten aan een vogel van 88 punten de ideale combinatie geeft en dat de nakomelingen daaruit werkelijke topvogels zijn.

Kijk dus bij het samenstellen van een koppel grijzen, maar dat geldt ook voor alle andere vogels, niet alleen naar het aantal behaalde punten. Kijk of de vogels bij elkaar passen en elkaar aanvullen. De kans is dan groot dat er goede nakomelingen komen die op hun beurt weer hoog in de punten gaan vallen. Koppelen van vogels is kennis koppelen aan gevoel en dan gaat het vaak goed.

Tot zover even de zijsprong over het koppelen en gaan we weer terug naar het keurbriefje. Vogels die goed zijn en nergens uitblinken krijgen vaak een beoordeling van 27, 8, 5, 17, 32 is in totaal 89 punten. Bij de poppen zijn de punten voor de laatste twee rubrieken omgedraaid. Op die onderdelen waar een vogel uitblinkt, kan hij een punt extra krijgen en daarmee verhoogt deze zijn totaal. Krijgt een vogel 28, 8, 5, 18, 33 wat in totaal 92 punten is dan kun je zeggen dat je een top tentoonstellingsvogel hebt. Vogels die minder scoren dan gemiddeld krijgen natuurlijk puntenaftrek en komen dan lager uit dan de genoemde 89 punten. Het is voor iedereen te doen om vogels te kweken, maar om topvogels te kweken daar komt toch wel iets meer bij kijken. Maar het is voor iedereen mogelijk om goede tot zeer goede vogels te kweken en dus ook topvogels te kweken. Ik wens u veel succes bij het kweken van goede grijze zebravinken.

 

 

De Lijnenteelt of Stamteelt ...

Algemeen.

Deze kweek is voor mij maar voor heel veel liefhebbers de enigste en beste methode om te komen tot succes in de kweek van kanarievogels . Alle verborgen factoren zowel de goede minder goede en of slechte komen op deze manier het snelst tot uiting .Bontheid ,vorm fouten, gedrag stoornissen , pigment en of kleur beïnvloedende factoren ,bevedering enz enz komen zo erg snel tot uiting .Het is aan de liefhebber kweker deze goede eigenschappen vast te leggen , en later weer te gebruiken om al deze goede eigenschappen vast te leggen in de te kweken vogelsoort en of kleurslag. Het zal duidelijk zijn dat hierbij een goed kweekboek met daarin goed gemaakte op en aanmerkingen van de vogels worden vast gelegd. Meestal wordt er gezegd dat grote kwekers foefjes hebben en of toepassen ,.Dat sommige kwekers foefjes gebruiken zal ik niet erkennen maar mijn inziens liggen deze op een ander vlak en niet op vererving vlak .De kwekers en daar komt het, die doordacht te werk gaan ,goed overwegen welke vogels zij zullen gaan kweken ,met kennis van de erfelijke factoren van de vogels .met daarbij hun kennis en feeling zullen de korte weg naar succes hebben .Hoe doen ze dat nu ,nou heel eenvoudig door de lijnen teelt ofwel de stamkweek.

 

Wat is nu een stam :

  1. Dit is een aantal vogels afkomstig uit een populatie vogels die qua afstamming in meer of mindere mate verwantschap met elkaar hebben . Dus een streng geselecteerde groep vogels, die weinig verschil laten zien in hun erfelijke overdrachten.
  1.  
  2. Het Zg verdringingskruisen heeft er toe geleid , dat de meeste ongewenste eigenschappen zijn verdwenen ,en alleen de gewenste eigenschappen (in Bv kleur en vorm) zijn overgebleven.
  3. Dus een stam is een collectie vogels met de zelfde uiterlijke kenmerken zowel in pigment en vetstofkleuren ,bijkleur en erfelijke eigenschappen zelfs in vorm en houding .ze kunnen dus zowel schimmel als intensief zijn .
  4. De stam moet een waar kleurbeeld vormen ,ook in gedrag , houding en vorm ,het zal duidelijk zijn dat de rust in de vogel ook erg belangrijk is (ook dit is een erfelijke aangelegenheid)
  5. Dus bij het opzetten van een stam ,moet men op alles letten ,vanaf dat de vogel uit het ei komt .Alles goed gaan vast leggen in het bewuste kweekboek .Zeker de goede eigenschappen ,maar ook de slechte eigenschappen moet worden vast gelegd ,om deze later te kunnen uitsluiten. .VOORKOMEN IS BETER DAN GENEZEN.

Systeem van de stamkweek (lijnenteelt)

Dus we kopen altijd vogels aan bij een erkende kweker in de te kiezen kleurslag ,kortom men koopt vogels waarvan men zeker weet dat hier al een goede selectie in is uitgevoerd .U kunt dit zeker testen door de TT resultaten van deze kweker een tijdje te volgen ,of te raadplegen ,dit is een redelijke graatmeter. Koop hier de vogels ,en controleer de gegevens van deze vogels via het kweekboek van de kweker (verkoper) als er Bv nog verervende factoren aanwezig zijn ja of nee .En ook hoever de verwantschap al is van de aan te kopen vogels. We moeten er van uitgaan , dat alleen een constant verervende stam kan worden opgebouwd ,door zoveel mogelijk de gewenste eigenschappen te noteren ,over al de kweekjaren .En de ongewenste eigenschappen ook te noteren maar deze wel direct uit schakelen.

MET ANDERE WOORDEN : (start alleen met)

 

 

 

Onverwante kwaliteit vogels zowel man /pop

 

Zorg voor zuiver verervende vogels.

 

Let ook op een goede bevedering structuur.

 

Zorg voor een goede houding en gedrag.

 

De kweker.

Onverschillig van welke kleur of vogel we ook gecharmeerd zijn ,of dat gepigmenteerd of vetstofkleur is .Een kleurkennis van de vogelkweker is een eerste vereiste. Het maakt niet uit of we dominant of recessief wit Geel intensief roodschimmel of mozaïek kleuren met wit of rood of geel of met ivoor enz kweken. We zullen moeten weten hoe zo,n kleurslag er uit moet zien om aan de top te komen .Zoveel feeling zal een kweker moeten bezitten. Zonder deze kennis valt er weinig te bereiken. Het is daarom dat de standaard kleurkanarie bij geen enkele kweker van kanaries mag ontbreken. Als we deze regels kennen en gebruiken kan men beginnen met het opzetten van de lijnenteelt.

 

Welk systeem toepassen ?

De meest verwante en niet direct aan te bevelen voor een beginner is de koppeling is Broer * Zus Dit is ook de kortste weg om in de nakweek, de goede of slechte eigenschappen snel uit te selecteren En de gegevens vast te leggen. Het zal duidelijk zijn dat dit alleen kan bij kerngezonde en sterke goed uitgeselecteerde vogels Neem hier goed nota van !!!!!

 

De veel gebruikte methode is :

  1. De Patrokliene methode (is vader gelijkend)
  2. De Matrokliene methode (is moeder gelijkend)

De Patrokliene methode:

1 Jaar

De Matrokliene methode:

Deze Methode kunnen we starten met vogels uit het 2Jaar van de patrokliene methode ,dus we krijgen hierdoor 2 lijnen Oa : A - Lijn 1 Vader gelijkend = Patrokliene methode. B - Lijn 2 Moeder gelijkend = Matrokliene methode

 

2 Jaar : Stam moeder pop koppelen aan een goede en betrouwbare man uit het 1 jaar van de patrokliene methode.
3 Jaar : De mooiste man uit het 2 jaar terugkoppelen aan de moeder van het 2 jaar.
4 Jaar : De mooiste man van het 3 jaar terug koppelen aan de stam moeder of aan de mooiste poppen uit het 2 jaar.

Opmerking : We bezitten nu twee lijnen (gelijk aan de patrokliene methode ,de goede mooie grote sterke jongen uit het 3 en of 4 jaar onderling gepaard worden .En we beginnen weer opnieuw met het vormen van twee lijnen .uiteraard kan men ook nog eens nieuw bloed inbrengen ,en nog een lijn extra opzetten ,de methode blijft het zelfde ,maar blijf wel alles goed vast leggen . Succes is verzekerd bij het opzetten van je stam.

Van legnood is sprake als de pop haar ei niet kan leggen. Ingeval van legnood verlaat de pop het nest en gaat met opgezette veren op de bodem zitten. Legnood treedt op bij te jonge popjes en bij popjes die te intensief moeten broeden (meer dan 3 broedronden). Grote wisselingen in de temperatuur, evenals hevige kou kan eveneens legnood veroorzaken.

Therapie:

Popjes met legnood moeten zeer voorzichtig gevangen worden. Eenmaal gevangen worden ze in een vochtige warme doek gewikkeld en boven een pan kokend water gehouden (denk om brandwonden!). Bij dit alles is het aan te bevelen de cloaca van het popje in te smeren met slaolie. Een ander therapie die kan worden toegepast is het achterlijf van het popje beurtelings in warm (handwarm!) en koud water te dompelen. Ook hier is het aan te bevelen de cloaca in te smeren met slaolie. Een derde mogelijkheid is enkele druppels lauwe slaolie met een spuitje (zonder naald!) in de cloaca te druppelen. Bedenk dat het eitje onder geen voorwaarde in het vogellichaam mag breken, omdat dit ongetwijfeld de dood van het popje tot gevolg zal hebben.

 

Het voorkomen van ziekten ... 

 

Zodra een vogel ziek wordt is het gedaan met zijn keurig verenpakje, met zijn zang, met zijn activiteit, met zijn felle oogopslag. De veren zetten uit, de vogel zit stil en slaapt veel, verliest een gedeelte van zijn schuwheid en brengt vaak veel meer tijd dan normaal aan de zaadbak door.

Hij verliest de interesse in zijn omgeving, hij wordt lichter van gewicht, verliest de glans op zijn veren en het oog wordt dof.

De ervaren vogelkweker ziet met één oogopslag, dat er iets aan hapert. En omdat hij direct ziet dat er iets mis gaat, staat hij er gunstiger voor dan de niet ervaren liefhebber, die pas later en meestal té laat ontdekt, dat de vogel niet in orde is.

Daarom is het voor de liefhebber zo noodzakelijk, dat hij dagelijks zijn vogels nauwlettend gadeslaat. Geen enkele vogel mag hij daarbij over het hoofd zien en hij leert dan direct afwijkingen in het uiterlijk of in het normale gedragspatroon onderscheiden.

Bij die dagelijkse controle mag nooit vergeten worden op de mest te letten.

Bij vrijwel alle zaadetende vogels bestaat deze mest uit een grijswitte substantie, die niet te dun mag zijn. Dunne, kleur­loze of afwijkend gekleurde mest wijst op de mogelijkheid van ingewandsstoringen of andere ziekten.

Bij vruchten en insecteneters mag de mest gerust wat dunner zijn; ook daarbij speelt ervaring een rol en men leert op den duur van zijn vogels zien, of er aan de mest en daarmee aan de gezondheid iets hapert.

Vertoont een vogel nu ziekteverschijnselen, dan moet men ONMIDDELLIJK ingrijpen.

Wacht nooit af totdat de ziekteverschijnselen erger of duide­lijker worden en denk nooit: het is vanzelf gekomen en het zal vanzelf wel weggaan. Ziekten komen niet „vanzelf" en ze gaan ook niet „vanzelf" weg. Grijpt men niet in, dan bestaat er alle kans dat de ziekte snel verergert en dat korte tijd nadien de beste maatregelen niet meer baten. Wat doet men nu met zo'n zieke vogel?

Natuurlijk probeert men eerst de aard van de ziekte te leren kennen door een nauwkeurig en systematisch onderzoek. Met andere woorden, men tracht de diagnose te stellen. Er hoeft hier niet te worden benadrukt, hoe moeilijk het stellen van een juiste diagnose kan zijn. De vogelliefhebber is geen dierenarts, dus hij is er niet voor opgeleid om vogel­ziekten te genezen. Zelfs een kenner heeft in vele gevallen moeite met het vaststellen van de aard van de ziekte en ook de dierenarts kan dat niet op het eerste gezicht. Vaak is er een secuur en deskundig onderzoek nodig, voordat met zekerheid kan worden vastgesteld, aan welke kwaal de vogel lijdt.

Soms echter zijn de symptomen duidelijk, vooral als het ziekten betreft, waarmee de vogelliefhebber al eerder te ma­ken had.

Soms zal hij kans zien aan de hand van de beschrijving van een bepaalde ziekte te ontdekken, waaraan het hapert of zal hij kans zien de richting te vinden, waarin hij verder zoeken moet.

Maar soms ook tast hij in het duister en moet hij, min of meer op goed geluk, maatregelen nemen om de zieke vogel te genezen.

Maar in alle gevallen is het steeds de moeite waard om althans te proberen de vogel te genezen of van de dood te redden. Zelfs het goedkoopste vogeltje heeft het leven lief en een vogelliefhebber die er niet alles voor over heeft om het leven van een van zijn vogels te behouden, kan beter plaatjes gaan verzamelen.

Men leert al doende en wie de nodige voorzichtigheid be­tracht bij het gebruik van geneesmiddelen, zal nooit veel brokken maken. Integendeel, hij zal het genoegen smaken in vele gevallen een vogel die ten dode opgeschreven leek, weer in zijn volière los te kunnen laten.

We hebben de vogel die ziekteverschijnselen vertoont voor­zichtig uit de kooi of volière gevangen en we gaan hem nu aan een minutieus onderzoek onderwerpen.

Blaas de veertjes rondom de cloaca eens uiteen. Is de om­geving rondom de cloaca vochtig en plakkerig, dan wijst dit in de richting van een voedingsstoornis of een bacillaire ziekte. In vele gevallen is dan de huid rondom de cloaca en op de buik rood en vurig.

Voel eens aan het borstbeen. Is dat schep als een mes en zijn de spieren links en rechts ervan mager en slap, dan duidt dat praktisch steeds erop, dat de gezondheid van de vogel te wensen overlaat.

Natte neusgaten en een moeilijke, piepende ademhaling wijzen op verkoudheidsziekten en een happend bekje kan wijzen op aspegillosis of pokken. In het laatste geval zijn de beruchte pokken veelal op pootjes of bij de ogen te vinden. Bekijk de ogen, die soms een ontstoken rand vertonen. Voel voorzichtig of pootjes en vleugels nog in orde zijn; kijk onder de vleugels, blaas daar de veren opzij en zie scherp toe, desnoods met een vergrootglas, of er ongedierte te

 

Behandelen van een zieke vogel ...


Wanneer er bij een vogel gedragsveranderingen worden waargenomen die kunnen wijzen op ziekte, is het belangrijk om zo snel mogelijk actie te ondernemen. De vogel kan het beste zo snel mogelijk apart geplaatst worden van soortgenoten (indien aanwezig) om de kans op besmetting te verkleinen. Tevens kan de zieke vogel dan goed in de gaten gehouden worden. De vogel dient in een warme ruimte geplaatst te worden. Voor warmte kan gezorgd worden door middel van warmtebronnen. Een juiste temperatuur ligt tussen de 25-32 graden. Zorg wel dat de vogel ook zelf een koelere plaats kan opzoeken.
Geef zieke vogels de beschikking over kleine, lage voer- en waterbakken/ schaaltjes. Deze zijn gemakkelijk te bereiken voor de vogel. Daarnaast kan op deze manier goed in de gaten gehouden worden of de vogel (voldoende) eet. Geef de vogel een kleine hoeveelheid van het voeder dat de vogel gewend is. Geef verder bijvoorbeeld trosgierst bij, wat de vogel lekker vindt. In het drinkwater kan wat glucose (druivensuiker) worden opgelost. Dit wordt snel opgenomen door de vogel en geeft extra energie. Hiervoor kan druivensuiker in poedervorm worden gebruikt. Tevens kunnen ook Dextro-energie (naturel) worden verpoederd en opgelost.

Het beste is om een aparte ziekenkooi te beschikking te hebben voor zieke vogels, zeker wanneer er meerdere vogels gehouden worden.

Nadat de vogel apart geplaatst is, is het erg belangrijk om deskundige hulp te zoeken voor verdere behandeling. Belangrijk is om niet zelf te gaan ‘dokteren’ met allerlei medicijnen, zolang er geen diagnose gesteld is. Allereerst moet de oorzaak van de ziekte gevonden worden en aan de hand daarvan kan het juiste medicijn bepaald worden. Het gebruik van onjuiste medicijnen kan schadelijk zijn, maar erger nog, de vogel wordt onthouden van een juiste behandeling en kan daardoor zieker worden. Alleen een goede vogeldierenarts kan door middel van diverse onderzoeken de mogelijke oorzaak vast stellen. De meeste medicijnen worden ook alleen door een dierenarts of apotheek afgegeven. Sommige ‘medicijnen’ worden verkocht in dierenwinkels, maar om de bovengenoemde redenen zijn deze niet zo geschikt.

Juiste dierenarts
Bij een zieke vogel is het erg belangrijk om een dierenarts te consulteren voor het stellen van een juiste diagnose. Echter niet alle dierenartsen hebben veel ervaring met vogels. Dit maakt hen nog geen minder goede dierenarts, maar deskundigheid op het gebied van vogels vereist wel een aparte specialisatie. Op de site zijn een aantal dierenartsen te vinden die gespecialiseerd zijn in vogels of veel ervaring hebben met vogels. Het is van belang een dierenarts te vragen of hij ervaring heeft met vogels. Wanneer je met een vogel naar de dierenarts gaat, is het verstandig ook wat verse ontlasting mee te nemen van de vogel. Hieraan kan namelijk mestonderzoek gedaan worden, zoals de aanwezigheid van parasieten (wormen, protozoa) en bepaalde bacteriën. Zorg verder dat je allerlei gegevens hebt over de vogel, zoals leeftijd, maar met name ook over het ziektebeeld.

Onderzoek
Samen met de dierenarts kan bepaald worden wat voor soort onderzoek er gedaan kan worden met de zieke vogel. Allereerst zal de dierenarts vragen naar de voorgeschiedenis van de vogel (de anamnese stellen). Hierna kan de vogel op afstand geobserveerd worden. Een vogel zal zich bij een dierenarts vaak anders gedragen dan thuis. De vreemde omgeving veroorzaakt stress en vogels worden daardoor vaak onrustig en alerter.
Wanneer de dierenarts de vogel in de hand neemt, kan de conditie (aan de hand van de borstbeenkam) beoordeeld worden. Verder kan de dierenarts van buitenaf kijken of er bepaalde afwijkingen zichtbaar zijn. Bijvoorbeeld aan het verenpak, de huid of de slijmvliezen.
Er kunnen een aantal onderzoeken worden uitgevoerd, zoals het nemen van cloacaswabs. Hierbij wordt een steriel wattenstaafje in de cloaca gedrukt en dit kan worden onderzocht (bv. op papegaaienziekte). Het nemen van een cloacaswab moet deskundig gebeuren en is niet geheel risicovrij. Verder kan er bloedonderzoek worden gedaan op de aanwezigheid van bepaalde virussen of ter bepaling van bloedwaardes. Een ander nuttig onderzoek dat uitgevoerd kan worden is mestonderzoek.

Mestonderzoek
Het onderzoeken van een mestmonster heeft twee doelen:
• Het stellen van een diagnose en bepalen van een behandeling voor de individuele vogel
• Indien nodig het behandelen van de rest van de vogels (in hetzelfde verblijf), ingeval van
een parasieten- of bacteriebesmetting.

Het is verstandig om van zieke vogels een mestmonster te nemen. Een mestmonster kan onderzocht worden op de aanwezigheid van parasieten (wormen, protozoa bv. coccidiën) en bepaalde soorten bacteriën. Tevens is het mogelijk een gevoeligheidstest te doen voor antibiotica, zodat het juiste soort antibiotica kan worden bepaald. Mestmonsters kunnen het beste worden ingestuurd als de vogel nog geen antibioticakuur of wormkuur heeft gehad. De behandelingen met medicijnen beïnvloeden de uitslag van het onderzoek. Het mestmonster dient daarom zo snel mogelijk genomen te worden, voordat de vogel behandeld wordt.

Een mestmonster wordt het beste genomen van een individuele vogel. Zet de vogel in een aparte kooi zonder bodembedekking en laat deze daar een tijdje zitten. Verzamel een aantal mesthoopjes en doe deze in een plastic zakje. Dit kan verstuurd worden in een envelop met bijbehorende gegevens (vogel, leeftijd, geslacht, ziektegeschiedenis) naar een dierenarts. De uitslag van het mestmonster duurt ongeveer 5 dagen. Alvorens de uitslag kan er alvast advies ingewonnen worden met betrekking tot de behandeling.

Autopsie
Een gestorven vogel kan voor autopsie aangeboden worden. De pasgestorven vogel wordt zo snel mogelijk afgekoeld. Bij voorkeur wordt de vogel in een koelkast bewaard. Invriezen heeft niet de voorkeur, omdat hierdoor weefselstructuren kunnen veranderen, wat het onderzoek bemoeilijkt. Vervolgens wordt de vogel zo vers mogelijk in aluminiumfolie verpakt. Hieromheen een laag kranten en dit alles in een doosje. Dit kan via het postkantoor verstuurd worden naar een dierenarts, vergezeld met gegevens over de vogel. Geef de dierenarts zoveel mogelijk gegevens over de vogel, zoals leeftijd, geslacht en voorgeschiedenis van de ziekteproblemen.

Bij autopsie wordt de mogelijke doodsoorzaak onderzocht. Zeker als er meerdere vogels aanwezig zijn, is dit erg belangrijk. Wanneer de vogel een besmettelijke ziekte bij zich droeg, kan dit worden bepaald en kan mogelijk ook de rest van de vogels behandeld worden.

 

 

Kanariepokken ... 

 

Symptomen.

 

Duidelijke adem halings problemen.
Uitwendige pokken op de huid en de poten en oogleden.
Inwendige niet zichtbare pokken.
Happende vogels die plots dood vallen in de kooi.

Overdragers.

 

Andere vogels maar vooral de vinkachtige.
Bijtende en zuigende insecten o.a. luizen en muggen vooral.
Door de liefhebber zelf als BV het virus aan de kleren zit opgelopen bij een collega ?

Voorkoming.

 

Dit is goed te voorkomen, dit door preventief jaarlijks in juli te enten. Het is ook de enige manier die afdoende helpt. Deze entstof is op de markt en of via de dierenarts te verkrijgen. De set bestaat uit twee capsules EEN GEVRIESDROOGDE ENTSTOF, EN EEN MET ENT VLOEISTOF. Het voordeel van deze entstof is de lange houdbaarheid en stabiele samenstelling, er is ook bijgevoegd een ent naald en een goede beschrijving van de manier van ENTEN. Hierin worden ook nog veel fouten gemaakt vandaar dat ik ze nog even onder uw aandacht wil brengen.
1. ENTSTOF TE OUD (een nacht open laten staan, dus altijd direct opgebruiken)
2. TE WARME ENTSTOF BOVEN DE 40 graden (door oververhitting van de ent naald dus niet afgekoeld)
3. VERKEERD ENTEN BV (in de spierbundel of bloedvat van het vleugelvlies)
4. Veel vogels sterven door bijkomende aandoeningen, vooral door bacterie infecties.
5. Hokken niet vrij van luizen en ander ongedierte.

 

Rekening houden bij het enten.

 

1. Ga altijd zeer hygiënisch te werk.
2. Naald steeds ontsmetten onder een vlam en goed laten afkoelen BV in gekookt afgekoeld water.
3. Eerst altijd de goed gezonde vogels enten, daarna de iets mindere vogels deze vogels een weekje apart houden in BV een kleinere volière.
4. De eerste 14 dagen geen badwater geven.
5. Vermijd nu zeker tocht bij de ingeente vogels. (eigenlijk altijd vermijden)
6. Stress bij de vogels zoveel mogelijk vermijden.
7. De immuniteit na enting is maximaal een jaar !!!

CONTROLE NA HET ENTEN..:
NA HET ENTEN DUURT HET ONGEVEER 14 DAGEN OM TE KUNNEN CONSTATEREN OF DE ENTING POSITIEVE UITWERKING HEEFT GEHAD, DAN PAS BEGINT DE OPTIMALE WERKING VAN DE INENTING MEN KAN DIT ZIEN OP DE PLAATS VAN INENTING ONTSTAAT EEN Klein PUNTJE.

REEDS GEÏNFECTEERDE (BESMETTE) VOGELS GAAN ONDANKS EEN ENTING DOOD !!
Het is een fabel dat vogels de in bezit zijn van de kanarie pokken nog te helpen zijn door te gaan enten van deze vogels . Met andere woorden BETER VOORKOMEN DAN GENEZEN.

ENTEN MET VERSCHILLENDE LIEFHEBBERS.
Dit is zeker mogelijk maar een goede hygiëne en weten waar en bij welke liefhebber men ent is noodzakelijk. Zeker oppassen als men met dezelfde flacon gaat enten bij verschillende liefhebbers, kan je zo snel en ongewild de ziekte overbrengen. Zeker het gebruikte materiaal en naalden steeds goed ontsmetten, en verander ook van kleding en was steeds goed je handen.

POKKEN GECONSTATEERD...:
Indien u pokken constaterend of denkt te hebben, zet dan al je vogels apart bij voorbeeld in broedkooien Waarschuw al je collega's vogel kwekers neem geen onderling contact meer met je liefhebbers kwekers. Waarschuw een veearts en volg zijn advies op. Maar ik hoop dat het niet zo ver komt en dat kan maar op een manier en dat is ENTEN. En denk er aan BETER VOORKOMEN DAN GENEZEN. Maar dat kan in geval van de kanariepokken niet meer

Nou laat ons hopen dat het niet zo ver komt want daar hebben we toch zeker onze vogels niet voor gekweekt en verzorgt. Maar toch blijkt dat jaarlijks weer menig vogelkweker er mee te maken krijgt met vogelpokken. Jammer heel jammer maar had dit wel moeten gebeuren kun je jezelf dan afvragen het antwoord is eenvoudigweg NEE. Daarom wil ik u langs deze weg weer even uw aandacht vragen voor het voorkomen van deze vogelpokken. Dikwijls hoort men wel eens zeggen ik heb de HAPZIEKTE maar ik wil wel even stellen dat dit totaal niets te maken heeft met de kanarie pokken. Bij kanariepokken treft men de volgende zaken aan.

 

 

 De Zwarte Stip bij kanaries ...

 

Door vogelliefhebbers worden regelmatig medicijnen gebruikt. Medicijnen hebben een doel. Dit doel kan bij een juist gebruik een goede uitwerking hebben zonder dat dit gevolgen hoeft te hebben voor de vogels in de toekomst. Helaas worden vele medicijnen door vele vogelliefhebbers nogal eens verkeerd gebruikt. Dan treden er problemen op de korte termijn of langere termijn (bij een volgende eigenaar).

Medicijnen kunnen in Nederland uitsluitend door bevoegde dierenartsen of apotheken verstrekt worden. Sommige medicijnen mogen zo worden afgegeven, andere moeten door de arts worden voorgeschreven en eventueel zelfs worden toegediend. Het afgeven van medicijnen mag ook in vele gevallen alleen, als de dierenarts een onderzoek heeft gedaan, welke ziekte er is (diagnose) en derhalve welk medicijn dient te worden verstrekt.
De dierenarts rekent veelal in de prijs van de verstrekte pot medicijnen dan ook zijn kosten van de diagnose. Ook al heeft de dierenarts geen diagnose hoeven te stellen moet hij soms toch doen, alsof hij of zij dat wel heeft gedaan, daar de dierenarts anders in overtreding zou zijn.
De prijs van de medicijnen wordt dan voor onze vogelliefhebbers toch duidelijk duurder. De medicijnen die voor onze vogels beschikbaar zijn, zijn nagenoeg allemaal ontwikkeld voor dieren als koeien, varkens en/of kippen. Hierdoor dienen wij bij gebruik bij onze vogels, ook goed te (laten) bezien wat de resultaten zijn, dan wel hoe effectief het medicijn zijn werk heeft gedaan. Het gevolg is dat we daarna aan de weet komen of de dosering verhoogd moet worden of iets dergelijks. Ook zijn er medicijnen waarbij wij te weten zijn gekomen, dat deze niet tijdens de kweek op de normale sterkte verstrekt kunnen worden, daar dit ernstige bloedingen bij de poppen kan veroorzaken. Kortom deskundig handelen is noodzaak! De meeste medicijnen welke door de vogelliefhebbers voor de vogels gebruikt kunnen worden, hebben als hoogste resultaat, dat de ziektebacterie tot onder de tolerantiegrens wordt terug gebracht. De vogel heeft er dan geen last meer van, naar kan de bacterie nog latent in zijn of haar lichaam hebben. Wij moeten er derhalve alert op zijn, dat de besmetting in de toekomst weer actief kan worden.Er zijn medicijnen, welke wel in een halve dosering kunnen worden verstrekt (denk aan sulfa’s), maar andere (zoals antibiotica) zeker niet. Het verstrekken van veel antibiotica heeft meestal resistentie tot het gevolg, waardoor het medicijn op een later moment bij gebruik bij de vogels niet meer effectief is.
Wat ik heb gehoord over de manier dat de vogelliefhebber soms medicijnen gebruikt en waarvoor, valt met geen pen te beschrijven. Ik hoop alleen dat de vogelliefhebber in de toekomst op dit punt wat voorzichtiger is en wat meer de deskundige/dierenarts zal raadplegen.
"Zwarte Punt" komt al heel lang bij de Kleurkanaries voor. Een ruim aantal jaren wisten wij niet wat dat was en zonden regelmatig jonge vogels of eendags jongen naar de faculteit Kleine Huisdieren te Utrecht voor onderzoek. Nooit kwam er een duidelijke diagnose. Het verst kwam men, met de diagnose dat er Coli-bacteriën waren geconstateerd. Nu zit coli in bijna alles wat we ons kunnen voorstellen, dus dat hielp ons niet zo.

Vele liefhebbers in de Zuid-Europese landen hadden ook reeds lang last van de Zwarte Punt en hebben dit daar ook laten onderzoeken. Daar had men naast de Coli-bacterie ook en in hoofdzaak "Micro Plasma" geconstateerd. Ik werd door medeliefhebbers (van vogels en een goed glas wijn) geïnformeerd dat men hiertegen Tiamutin gebruikte. Tiamutin is een medicijn welke in vloeibare vorm te verkrijgen is alsmede in poedervorm. De vloeibare word gebruikt, om via verstuiving door inhalering (in een gesloten kooi) aan de vogels toe te dienen. Dit kwam mij als een nogal moeilijk systeem voor en heb gezocht naar de effecten van de poedervorm.
In Nederland had ik een tweetal producten ter beschikking de "TylOSINE tartaar" van a.a.-vet Diergeneesmiddelen nv te Harderwijk en de TYLOSINE (TYLAN) van, ik meen, Elli Lilly.
Met de TYLOSINE in poedervorm van a.a.-vet Diergeneesmiddelen nv had ik uitstekende resultaten maar de TYLAN poeder van Elli Lilly blijkt ook zeker functioneel. Ongeveer vier weken voor de kweek, gedurende vijf dagen 1,5 a maximaal 2 gram, per liter drinkwater toevoegen. Indien de besmetting tijdens de kweek weer op komt, gedurende drie dagen in dezelfde dosering verstrekken.Wat er, gebeurd is het volgende: De besmetting van de bacteriën in de poppen wordt tijdens de ontwikkeling van de eileider sterker en sterker. De Myco Plasma komt in het ei en het ei wordt bebroed. Er komen steeds meer bacteriën waardoor het jong veelal -reeds in een verregaande groei in het ei afsterft. Als het jong wel uit het ei komt, heeft de besmetting reeds een verteerde plek in de buik veroorzaakt (dat is de "Zwarte Punt") en het jong stinkt meestal al een beetje, Binnen een dag sterft het jong doorgaans. Medicatie op dat moment is nauwelijks meer mogelijk.

Door het verstrekken van Tiamutin wordt de besmetting bij de pop minder en komen er minder of nauwelijks Myco Plasma bacteriën in het ei. De jong-geboren vogels hebben wel een zeer kleine hoeveelheid mee (kunnen) krijgen maar hebben hier geen last van. Tijdens het eerste jaar neemt het aantal toe en kan dat tijdens het volgende jaar in de kweek weer voor een probleem zorgen.
Hierdoor moeten we dan wederom preventief een kuur TIAMUTIN verstrekken. De besproken TIAMUTIN producten hebben geen vitamine als drager. In het algemeen ben ik tegen een vitaminepoeder als drager voor medicijnen.
Er zijn meerdere medicijnen welke Myco Plasma als contra indicatie hebben zoals Lincomycine. Deze werkt in de luchtwegen maar de TIAMUTIN werkt in het maag-darm kanaal. Die hebben wij nodig.Mocht je TIAMUTIN aan willen schaffen, dan kun je dat het beste in de bestaande verpakking van 200 gram of meer doen. Het product is lang houdbaar en zeker langer gebruikbaar. De kleurkanarie verbruikt 5 a 6 gram water per dag. Met een liter drinkwater kunt je derhalve snel 160 vogels per dag verzorgen. Ondanks dat het product vrij prijzig is, hoeft het je per saldo derhalve niet veel te kosten.

Met Dank Internationale Studieclub van Mozaïeken.

HEDEN IS ER EEN NIEUW PRODUCT NL TIAMUTIN,EN ZOU NOG BETER ZIJN DAN TYLOSINE.

Ingezonden stukken over behandeling wil ik ook graag plaatsen ,elke tip is in deze ziekte  meegenomen .

Wout,Ik kuur  nu alle jaren 4 weken voor de kweek, 5 dagen met die Paracilline.10 tot 20mg per kg gewicht geven ze op.Ik doe een theelepel per liter water.Die druppels die ik geef als ik er nog een tegen kom (jong met zwarte stip) is een klein mespuntje  in 10ml water en dan met een spuitje, een paar druppels opspuiten, zo snel als de jongen gaapt  2 a 3 maal inspuiten en de zwarte stip is weg (en het jaar daarop geven deze vogels geen zwarte stip door, heb ik onder vonden). Alleen als ze uit het ei komen een de stip is al zeer groot is er niets aan te doen.Maar  sinds ik kuur voor de kweek met Paracilline heb ik nog weinig gevallen van stip.Ook kunt u wat hand opfok met die wateroplossing geven Paracilline is bij de apotheker te verkregen het is in 250 gr.. verpakking wat tamelijk veel is, maar wij kopen dat gewoonlijk met 2 of 3 samen. Kost ongeveer 3500 franc.Met vriendelijke groeten,Marcel verscheuren .

Medicament zwarte stip ? (ingezonden )  

Het broedjaar 2001 heb ik wel 80 jongen weggegooid die hiermee waren aangedaan. Met moeite kreeg ik 36 jongen op stok. Dat hield dus wel in dat je soms twee keer per dag de nesten moest schoonmaken. Dan ga je toch wel eens denken om ermee op te houden. Maar net als de vogels die besmet waren ben jezelf ook besmet met het Harzervirus en als je dan op de wedstrijden toch nog mooie resultaten behaald ga je toch weer vol goede moed verder. Nu zitten we weer in het broedseizoen 2002 en het begint weer: Natte nesten en een enkele met Zwarte stip. De eerste ronde verliep ook weer niet al te best, van de twintig poppen had ik maar 11 jongen op de stok gekregen. Balen dus weer dat het weer net zoals het jaar daarvoor een hele toer wordt om een flink aantal op stok te krijgen. Nu hoorde ik van een collega Harzerkweker, dat er ook een kleurkweker hetzelfde probleem had, die gebeld, en hij gebruikte al enkele jaren LOCO- SIGMANYCINE.

Dit met groot succes want hij was van dat hele natte nesten gedoe af. Toen heb ik onmiddellijk ook dit middel opgehaald en toegediend. Ik had toen drie nesten met elk drie jongen liggen van ongeveer twee dagen. Het resultaat was voor mij verbluffend: je zag de ontlasting van de jongen met de dag beter worden met het z.g.n. vliesje eromheen, dus de poppen konden hun werk weer naar behoren doen nl. de ontlasting oppakken en ergens anders deponeren. Nu heb ik van ongeveer twaalf poppen veertig jongen in de nesten liggen en het gaat heel voorspoedig met deze jongen. En wat mij opvalt: geen enkel jong meer met ZWARTE STIP! Zou dit dan HET middel zijn tegen de zwarte stip? Dit middel is verkrijgbaar bij de dierenkliniek/dierenarts in poedervorm wat je in het drinkwater verstrekt, elke dag vers aan te maken.

De kosten zijn ± 10 Euro per 50 gram.
Op het etiket staat 50 gram LOCO- SIGMANYCINE
Indicatie: Bacteriële infectie ( o.a. E-colli )
Dosering: 1 maatlepel op 200 ml. per dag.
Kuur: 5-7 dagen 9;
De dosering is als volgt: Ik heb de eerste 5-7 dagen 5 maatschepjes op 1 liter water gedaan en dit 7 dagen gegeven, daarna een vitamine kuur van 3 tot 4 dagen. Nu ga ik door met elke dag met ¼ maatschepje op 1 Liter water en de resultaten tot nog toe zijn prima. Maar: voorzichtigheid blijft geboden! Houd de jongen en de nesten goed in de gaten. Hopende dat U er ook wat aan heeft. Want ik denk niet dat ik de enige ben die met dit probleem zit\zat. Afkloppen. Voor informatie hierover kan U altijd contact met mij opnemen. P.s. Toen ik op 14 april dit stukje maakte kwam er op 15 april een nest uit van vier jongen. Toch hadden twee hiervan een Zwarte stip. Toen ik op 16 april weer keek was bij beide jongen deze zwarte stip verdwenen. Ze groeien nu voorspoedig op en zijn inmiddels al weer een week oud. Het lijkt dus te verdwijnen van dit middel!

J.W. van Dijk Tel 038) 332 35 49

Zwarte stip via een virus ? (ingezonden)

Een nog vrij onbekend virus is echter het ÄDENO"- Virus .Dit virus is komt voor in de omgeving van de E collibacterie -besmeting en vogels die met dit virus besmet zijn ,produceren een heel natte mest ,die gewoon weg gespoten wordt .De ziekte ZWARTE STIP blijkt nu ook een besmetting te zijn met het Adeno virus Het jong wordt geboren met een zwart puntje in de lever ,knokt en vecht een paar dagen om dze virusbesmetting te overleven.maar sterft toch.Smons zelf met volle krop,maar de darmen en lever zijn zodanig aangetast ,dat het jong het voedsel gewoon niet in het lichaam kan opnemen..Bij ontlasting onderzoek blijkt dan,dat de vogel een beetje Coccidiose en een beetje Atoxyplasmose bleek te hebben.De werkelijke oorzaak is dan het ADENO-VIRUS ,dat profiteerd van de lichte besmettingshaarden van de 3 genoemde ziekten .De aanwezigheid van het virus kan niet middels ontlastings onderzoek worden aangetoond,alleen middels een bloedonderzoek.Het vlierbessenbloesem-exstact is een middel tegen virusbesmetting helaas echter niet altijd voldoende.Met dank aan de Hr p van der zanden.

 

 

 

De Bloedluizen ...

 

 erden deze producten uit de handel genomen. Een van de producten (Carbaryl ) zou kankerverwekkend zijn En als dat zo is dan moet dit ook verboden worden ,onze gezondheid moet prioriteit nummer een zijn en blijven. Dus er was maar een manier om bloedluizen te voorkomen ,op zoek gaan naar andere doeltreffende producten. En dat werd dan ook op grote schaal gedaan door diverse bedrijven ,en zeker ook in de kippen branche deze mensen zaten ook tot hun nek in de problemen.,ja zelfs de productie van de eieren zakte flink door de aanwezigheid van bloedluizen.

 

 

URA product ,dit wil zeggen dat deze producten uitsluitend verkrijgbaar zijn met een recept van je dierenarts .staat voor Uitsluitend op recept leverbaar. Deze producten worden als druppel in de nek ,of in het vleugelvlies gedruppeld. Dutchy's :

  

 

 

Er zijn kwekers die ook een koffiefilter in hun nestbakje doen ,dit is mooi wit ,en kan men ook licht insmeren met bv Vasaline of drenken in een product tegen bloedluis ,daarin zet men dan het Nest of nestbakje . Eventuele luizen zullen dood gaan of blijven plakken tegen de vasaline en of ander vettig product. En tevens is het ook een goede indicator ,de witte kleur als er bloedluizen zijn ,zij gaan graag zitten op witte ondergrond. Maar ondanks het koffiefilter toch de bloedluizen ook op de bovenstaande maner bestrijden met het product naar keuze.

 

De laatste jaren is een van de meeste vragen die ik krijg via internet ,tentoonstellingen ,en andere gelegenheden ,is de vraag wat is nu het beste product voor de bloedluizen te bestrijden .En dat is ergens een normale vraag want sinds het verbod van carbaryl zijn de luizen wel moeilijker te bestrijden en flink in opmars.

Samenvatting.

 En de bestrijding van bloed- en andere luizen (zwarte )zal steeds moeilijker worden naargelang deze diertjes zich zullen gaan aanpassen tegen de omgeving en hun bestrijdings producten .Voorheen werden diverse producten met succes gebruikt bv Ocepou – Baygon –Parasit-ex – Sevin - Ardap en zo kan ik nog wel even doorgaan een ieder van ons kent of heeft die of andere producten gebruikt..Maar door een europees verbod

 

Wat Nu :

Tot op heden zijn verschillende producten in omloop gebracht door bedrijven gespecialiseerd in middelen tegen bloed- en andere luizen. Vele producten die op de markt worden gebracht ter bestrijding van de bloed- en andere luizen zijn in vele gevallen ontoereikend om van deze diertjes verlost te geraken. Of de doeltreffendheid is erg kort Bij andere producten dient u soms omslachtig te werken zorgen dat uw vogels en u zelf niet direct in aanraking komen met het product. Maar toch zijn er ondanks dat de Carbaryl verdwenen is ,vrij goede nieuwere producten op de markt gekomen ,en verschillende zijn nog in onderzoek en of testfase .

 

Ontsmetten en bestrijden :

 Hier over is al veel geschreven ,en dat ga ik zeker hier niet meer doen , Maar ik wil nogmaals fel benadrukken dat dit 2 verschillende zaken zijn ,die onafhankelijk van elkaar moeten gebeuren .Maar ook beide moeten gebeuren. Ontsmetten is niet bestrijden ,en bestrijden is niet ontsmetten. Meer hierover op mijn site ,in Ontsmetten en bestrijden . Wat ook belangrijk is dat men vogels van de TT ,en ook aangekochte vogels goed observeert op luizen ,nog beter is de vogels na de Tt ,en aangekochte vogels licht te benevelen met Bv U2-Op ,er makkelijk aan te brengen ,en erg doeltreffend. Op deze manier hou je ook al het begin van luizen buiten je vogelverblijf. En blijf ook opserveren ,in naden kieren ,en spleetjes ,en zeker op en rond stokjes ,en nestbakjes.

 Welke producten nu gebruiken ??? :

 Dit is niet makkelijk om er iets over te schrijven ,want er zijn vele producten ,ik kan alleen mijn evaring van deze producten weergeven ,en ook wat ik verneem van collega kwekers .En ook de verzorging voor aanvang van de kweek speelt hier een grote rol in .Wat ik wel doe ,daar ik regelmatig producten verkrijg van leveranciers en andere is producten testen ,en zo kom ik er ook achter welke wel en minder goed werken, Het vraagt wel wat werk en aandacht maar dat vind ik hoort bij mijn hobby.

 Aantal nieuwe producten zijn :

 Dit zijn producten waarvan ik zelf ,en collega,s de afgelopen jaren de bloedluis met vrij goed succes hebben bestreden ,En dus zeker een aanrader zijn om hier straks de luizen mee ten aanval te gaan.

Natuurlijke producten ???

 Deze zijn er ook wel ,denk maar aan tabak steeltjes in het nest leggen ,of wat ook gedaan wordt knoflook ,Ook het ecolyptusblad en knokloof in het nest zou er toe bijdragen.Maar als u deze natuurproducten gebruikte adviseer ik toch om dan ook evengoed te ontsmetten ,en te bestrijden met een van de bovengenoemde middelen.

Nieuw en ecologisch zijn de

Dutchy’s® zijn roofmijten uit de familie Laelapidae en komen in grote delen van Europa vrij in de natuur voor. Ze leven in de grond en jagen daar op allerlei bodemorganismen. Wanneer we deze roofmijten uitzetten in dierenverblijven worden ze felle bestrijders van o.a. bloedmijten. Ze jagen de hele dag achter hen aan en doden ze om ze vervolgens op te eten. Het is een kwestie van tijd; de roofmijten komen vrijwel altijd als winnaar uit de bus. Deze dutchy,s heb ik zelf ook getest maar het werkt bij mij niet om de eenvoudige reden dat ik zoals eerder vermeld andere producten gebruik en uittest .Met het gevolg dat ze dood gingen .Maar dat wist ik eigenlijk ook op voorhand want daarvoor had me de leverancier Refona voor gewaarschuwd. Verder hoor je toch veel positieve reactie,s over deze bestrijders , en ook de erg moeilijk te bestrijden Zwarte luis zou door de dutchy,s te bestrijden zijn . Ook hoor je hier en daar dat het niet 100 % is .Maar dat hoor je ook van andere middelen. Wat voor ons vogelkwekers ook erg belangrijk is dat deze firma Refona ,toch veel onderzoek doet naar het bestrijden van luizen op deze manier ,en dat kan ons vogelkwekers zeker op kortere termijn zeker van nut zijn om te komen tot een andere manier van bestrijden van bloedluizen.

 Zijn de producten duur ??.

 Dat de producten voor het bestrijden van bloedluizen ,zwarte luis en andere duur zijn hoort men regelmatig ,maar toch ben ik het daar niet 100 % mee eens . Dit komt ook dat de fabrikant zich aan strikte regels moet houden ,en de verpakking degelijk moet zijn .Maar om het nu duur te noemen ,wat is duur als u niet goed de bloedluizen ,en of andere bestrijd ,en er gaan enkele nestjes jongen dood door de bloedluizen ,wat is dan duur ,en welke een frustraties geeft het aan je hobby .Nee niet bestrijden of niet zoals het hoort is volgens mij duurder dan het kopen van goede bestrijding middelen. Wat misschien wel waar is ,dat de meeste leveranciers erg kleine potjes en of spuitbussen verkopen ,en ja als men diverse grote vluchten ,en kweekruimten en kweekbakken heeft dan gaan er flink wat busjes doorheen. Maar mijn inziens nog altijd beter dan nestjes met dode jongen ,en veel bloedluizen!!!!

 Hoe nu de bloedluis bestrijden .

 Zorg op de eerste plaats dat je vogels die je aangekocht en of terug komen van een tentoonstelling controleert op bloedluizen ,vederluis en of andere .Beter is al je nieuwe vogels te behandelen tegen bloedluizen ,en andere met een spray naar keuze.

 

 

 Een nader blik op uitwerpselen ...

 

Het is voor iedere vogelbezitter zeer aan te raden om regelmatig even naar de uitwerpselen van de vogel(s) te kijken. Immers, veranderingen in het ontlastingpatroon of in de uitwerpselen kunnen duiden op diverse ziekten.

De uitwerpselen van vogels bestaan uit 3 componenten: De feaces (=ontlasting), de urine en uraten en worden gezamenlijk uitgescheiden via de cloaca. De ontlasting van de parkiet is wormvormig en is bij zaadeters vaak donkergroen van kleur. Bij grasparkieten die enkel pellets eten is deze vaak bruin gekleurd. Uiteraard kunnen bepaalde voedselsoorten zoals bessen een verkleuring van de ontlasting geven.
Indien een parkiet 24 uur niet eet, treedt er ook een kleurverandering op: de ontlasting wordt dan een bijna teerachtige substantie en is donkergroen tot zwart. Dit wordt veroorzaakt door de stof bilirubine.

Soms komt het voor dat in de uitwerpselen meer vocht zit dan normaal. Als de faeces (= ontlasting) nog gevormd is, spreken we niet van diarree. Bij dit soort "natte" uitwerpselen is slechts sprake van een toegenomen urine uitscheiding. Indien het "groene gedeelte", de ontlasting niet gevormd is, is er echter wel sprake van diarree.

De urine wordt uitgescheiden door de nieren. Hoe meer een grasparkiet drinkt, hoe meer urine hij of zij zal produceren. Ook vogels die wat vaker fruit eten, zullen meer urine uitscheiden vanwege het hoge vochtgehalte van het fruit. Vogels die enkel pellets eten, zullen uiteraard minder vocht uitscheiden.

Het derde zichtbare bestanddeel in de ontlasting zijn de witachtige uraten. Deze stof wordt door de nieren uitgescheiden en is een afbraakproduct van de eiwitten die de vogel tot zich neemt. Indien een grasparkiet teveel eiwitten tot zich neemt, kan het zijn dat de nieren dit niet kunnen verwerken. Jicht of niervergiftiging is dan mogelijk. De vogel zal in dat geval veel gaan drinken. Veranderingen in de kleur van de uraten kan duiden op ziekte. Groen of geel kan duiden op een leverziekte. Ook bepaalde infecties kunnen kleurverandering teweeg brengen.

Een groot misverstand is dat vogels diarree krijgen van het eten van fruit of groente. Met name slablaadjes staan in een kwaad daglicht.
Dit is echter niet zo. Slechts de hoeveelheid urine neemt toe, maar de faeces blijft normaal gevormd.
Ook bij stress zullen vogels meer vocht uitscheiden: tijdens een bezoekje aan de dierenarts kan tengevolge van een verhoogde bloeddruk de vogel ook meer urine gaan produceren. Om de druk op de bloedvaten te verlagen, zal het lichaam vocht gaan uitscheiden. Ook dit heeft niets met diarree te maken, het is een normale fysiologische reactie.

Ten slotte:

Er zijn veel verschillen in de grootte, hoeveelheid en de frequentie betreffende de uitscheiding van ontlasting.
Bloed in de urine kan duiden op loodvergiftiging, of een nierinfectie. Een toegenomen urineproductie kan komen door een toegenomen consumptie van fruit en groenten, maar het kan ook duiden op een infectie, stress, of dorst ten gevolge van een metabole ziekte.
Diarree kan veroorzaakt worden door door bacteriën, protozoën, virussen, wormen en toxinen. Bekijk daarom regelmatig de ontlasting van uw gevederde vriend. Is deze afwijkend van wat "normaal" is voor uw grasparkiet, ga er dan mee naar de dierenarts. Leg een paar uur voordat u gaat een schoon stukje plastic op de bodem van de kooi om de uitwerpselen op te vangen. Uw dierenarts kan o.a. door middel van microscopisch onderzoek een eventuele diagnose stellen en tijdig een behandeling inzetten.

 

 

 

 

 

 

 

 

Deze informatie komt van de website van :

http://www.vogelvriendenbocholtz.nl

Hartelijk bedankt.

'

Erstelle deine eigene Website mit JouwWeb